De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 156 van de Wet op het primair onderwijs;
Besluit:
Artikel 1. Vaststelling afzonderlijke opheffingsnormen
Voor de basisscholen in de gemeenten Horst aan den Maas en Oldambt worden de navolgende opheffingsnormen vastgesteld.
|
Gemeentenaam
|
Gebied 1
|
Opheffingsnorm
|
Gebied 2
|
Opheffingsnorm
|
|
Horst aan de Maas
|
Griendtsveen
|
26
|
Overig Horst a/d Maas
|
66
|
|
Oldambt
|
Reiderland/Scheemda
|
32
|
Winschoten
|
125
|
Artikel 2. Wijziging van de Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen
per 1 januari 2010
De Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari
2010 wordt als volgt gewijzigd.
A
In de tabel welke is opgenomen in artikel 1 wordt in de kolom ‘opheffingsnorm’ het getal ‘65’ en het getal ‘47’ beiden telkens
vervangen door een asterisk: *.
B
In artikel 1, direct onder de tabel, wordt een zin ingevoegd, die luidt:
Artikel 3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt
terug tot en met 1 januari 2011.
Artikel 4. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing opheffingsnormen basisscholen in Horst aan de Maas en Oldambt.
TOELICHTING
In het tweede lid van artikel 156 van de Wet op het primair onderwijs is geregeld dat burgemeester en wethouders van een nieuw
gevormde gemeente binnen 3 maanden na datum herindeling een besluit tot splitsing van de gemeente in twee delen kunnen nemen
of dat burgemeester en wethouders (eveneens binnen die drie maanden) kunnen besluiten de minister te verzoeken tot het nemen
van zo een besluit. Het laatste is het geval indien niet alle schoolbesturen binnen de gemeente instemmen met de splitsing.
Er kan eerst sprake zijn van splitsing van een gemeente indien er sprake is van aanzienlijke verschillen in bebouwingskarakter
en bevolkingsdichtheid tussen de twee delen.
De in deze regeling genoemde (nieuwe) gemeenten zijn betrokken bij een gemeentelijke herindeling die is ingegaan op 1 januari
2010. Binnen de gemeente Horst aan de Maas is unaniem besloten tot splitsing van de gemeente in twee delen; in de gemeente
Oldambt heeft één schoolbestuur zich onthouden van instemming. Om deze reden is bij afzonderlijk besluit een beslissing genomen
op het verzoek van burgemeester en wethouders van die gemeente om te komen tot splitsing.
Artikel 1 van deze regeling bevat de nieuwe opheffingsnormen voor de afzonderlijke gebiedsdelen binnen de gemeenten Horst
aan de Maas en Oldambt. Op grond van artikel 156, vierde lid, eerste volzin van de WPO treden de nieuwe normen op 1 januari
volgend op de datum van herindeling dan wel grenscorrectie in de plaats van de eerder bepaalde normen. In dit geval treden
de nieuwe opheffingsnormen dus met ingang van 1 januari 2011 in de plaats van de normen zoals die zijn vastgesteld en gepubliceerd
in de Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari
2010 (regeling van 17 mei 2011, nr. DUO/OND/ODS-2011/18567M, Stcrt. 2011, 9046, van 24 mei 2011).
De hiervoor bedoelde normen gelden tot 1 augustus 2013. Op grond van het bepaalde in artikel 77, derde lid en op grond van
het bepaalde in artikel 153, tweede lid, van de wet dienen eens in de vijf jaar voor alle gemeenten in Nederland de stichtings-
en opheffingsnormen opnieuw te worden vastgesteld. De eerstvolgende vijfjaarlijkse periode vangt aan op 1 augustus 2013 en
om deze reden gelden de in de nu voorliggende regeling vastgestelde opheffingsnormen tot die datum.
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2011. Daarmee wordt afgeweken van de vaste inwerkingtredingdata
en minimum invoeringstermijn. De reden dat afgeweken wordt van vaste inwerkingtredingdata en minimum invoeringstermijn is
dat de WPO bepaald dat de nieuwe normen dienen te gelden met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de gebiedswijzigingen.
Aangezien de benodigde gegevens voor het opstellen van de regeling niet bijtijds voor handen waren is het niet gelukt onderhavige
regeling op tijd te publiceren. Door de regeling met terugwerkende kracht inwerking te laten treden wordt tegenstrijdigheid
met de WPO voorkomen. De doelgroep van de regeling zal geen nadelen ondervinden van de terugwerkende kracht.
Administratieve last
Aan deze regeling zijn geen structurele of eenmalige administratieve lasten verbonden omdat er geen informatieverplichtingen
mee gemoeid zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.