Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 oktober 2011, nr. DUO/OND/ODS-2011/52050 M, houdende aanpassing van de opheffingsnormen per 1 januari 2011 voor basisscholen in de gemeenten Horst aan de Maas en Oldambt in verband met splitsing van die gemeenten in twee delen (Regeling aanpassing opheffingsnormen basisscholen in Horst aan de Maas en Oldambt)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 156 van de Wet op het primair onderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Vaststelling afzonderlijke opheffingsnormen

Voor de basisscholen in de gemeenten Horst aan den Maas en Oldambt worden de navolgende opheffingsnormen vastgesteld.

Gemeentenaam

Gebied 1

Opheffingsnorm

Gebied 2

Opheffingsnorm

Horst aan de Maas

Griendtsveen

26

Overig Horst a/d Maas

66

Oldambt

Reiderland/Scheemda

32

Winschoten

125

Artikel 2. Wijziging van de Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari 2010

De Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari 2010 wordt als volgt gewijzigd.

A

In de tabel welke is opgenomen in artikel 1 wordt in de kolom ‘opheffingsnorm’ het getal ‘65’ en het getal ‘47’ beiden telkens vervangen door een asterisk: *.

B

In artikel 1, direct onder de tabel, wordt een zin ingevoegd, die luidt:

  • *) Zie de Regeling aanpassing van opheffingsnormen voor basisscholen in Horst aan de Maas en Oldambt

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing opheffingsnormen basisscholen in Horst aan de Maas en Oldambt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

In het tweede lid van artikel 156 van de Wet op het primair onderwijs is geregeld dat burgemeester en wethouders van een nieuw gevormde gemeente binnen 3 maanden na datum herindeling een besluit tot splitsing van de gemeente in twee delen kunnen nemen of dat burgemeester en wethouders (eveneens binnen die drie maanden) kunnen besluiten de minister te verzoeken tot het nemen van zo een besluit. Het laatste is het geval indien niet alle schoolbesturen binnen de gemeente instemmen met de splitsing.

Er kan eerst sprake zijn van splitsing van een gemeente indien er sprake is van aanzienlijke verschillen in bebouwingskarakter en bevolkingsdichtheid tussen de twee delen.

De in deze regeling genoemde (nieuwe) gemeenten zijn betrokken bij een gemeentelijke herindeling die is ingegaan op 1 januari 2010. Binnen de gemeente Horst aan de Maas is unaniem besloten tot splitsing van de gemeente in twee delen; in de gemeente Oldambt heeft één schoolbestuur zich onthouden van instemming. Om deze reden is bij afzonderlijk besluit een beslissing genomen op het verzoek van burgemeester en wethouders van die gemeente om te komen tot splitsing.

Artikel 1 van deze regeling bevat de nieuwe opheffingsnormen voor de afzonderlijke gebiedsdelen binnen de gemeenten Horst aan de Maas en Oldambt. Op grond van artikel 156, vierde lid, eerste volzin van de WPO treden de nieuwe normen op 1 januari volgend op de datum van herindeling dan wel grenscorrectie in de plaats van de eerder bepaalde normen. In dit geval treden de nieuwe opheffingsnormen dus met ingang van 1 januari 2011 in de plaats van de normen zoals die zijn vastgesteld en gepubliceerd in de Regeling aanpassing van de stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen in verband met gebiedswijzigingen per 1 januari 2010 (regeling van 17 mei 2011, nr. DUO/OND/ODS-2011/18567M, Stcrt. 2011, 9046, van 24 mei 2011).

De hiervoor bedoelde normen gelden tot 1 augustus 2013. Op grond van het bepaalde in artikel 77, derde lid en op grond van het bepaalde in artikel 153, tweede lid, van de wet dienen eens in de vijf jaar voor alle gemeenten in Nederland de stichtings- en opheffingsnormen opnieuw te worden vastgesteld. De eerstvolgende vijfjaarlijkse periode vangt aan op 1 augustus 2013 en om deze reden gelden de in de nu voorliggende regeling vastgestelde opheffingsnormen tot die datum.

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2011. Daarmee wordt afgeweken van de vaste inwerkingtredingdata en minimum invoeringstermijn. De reden dat afgeweken wordt van vaste inwerkingtredingdata en minimum invoeringstermijn is dat de WPO bepaald dat de nieuwe normen dienen te gelden met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de gebiedswijzigingen. Aangezien de benodigde gegevens voor het opstellen van de regeling niet bijtijds voor handen waren is het niet gelukt onderhavige regeling op tijd te publiceren. Door de regeling met terugwerkende kracht inwerking te laten treden wordt tegenstrijdigheid met de WPO voorkomen. De doelgroep van de regeling zal geen nadelen ondervinden van de terugwerkende kracht.

Administratieve last

Aan deze regeling zijn geen structurele of eenmalige administratieve lasten verbonden omdat er geen informatieverplichtingen mee gemoeid zijn.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven