Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 20 oktober 2011, nr. IenM/BSK-2011/132903, houdende wijziging van de Regeling tarieven Kadaster (jaarlijkse aanpassing tarieven)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Onverminderd de verschuldigdheid van het tarief overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onderdeel a of b, is voor de inschrijving van een stuk, dat aanleiding is tot het vormen van percelen, per onroerende zaak verschuldigd:

    • a. indien die onroerende zaak een oppervlakte heeft van ten hoogste 100 centiare en ten aanzien van die onroerende zaak sprake is van een koopsom van ten hoogste € 5000,–, een tegenprestatie met een waarde van ten hoogste € 5000,– of bij het ontbreken van een koopsom of tegenprestatie een waarde van ten hoogste € 5000,–: € 80,–;

    • b. in andere gevallen: € 995,–.

  • 2. Onverminderd de verschuldigdheid van het tarief overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onderdeel c, is voor de inschrijving van een stuk, dat aanleiding is tot het verifiëren van voorlopige grenzen als bedoeld in artikel 16 sub a, per onroerende zaak verschuldigd: € 700,–.

  • 3. Het bedrag genoemd in het tweede lid is niet verschuldigd indien die onroerende zaak een oppervlakte heeft van ten hoogste 100 centiare en ten aanzien van die onroerende zaak sprake is van een koopsom van ten hoogste € 5000,–, een tegenprestatie met een waarde van ten hoogste € 5000,– of bij het ontbreken van een koopsom of tegenprestatie een waarde van ten hoogste € 5000,–.

  • 4. Het aantal onroerende zaken waarop een stuk als bedoeld in het eerste en tweede lid betrekking heeft, wordt gelijk gesteld met het aantal in dat stuk genoemde kadastrale perceelnummers waarop het betrokken in te schrijven feit betrekking heeft, tenzij uit het stuk blijkt dat het op een ander aantal onroerende zaken betrekking heeft.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

Voor inschrijving van een stuk dat leidt tot wijziging van een rechthebbende in een rechtszekerheidsregistratie, niet zijnde een verklaring van erfrecht als bedoeld in artikel 188 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, is per nieuwe rechthebbende of per gezamenlijke nieuwe rechthebbende verschuldigd:

2. In het eerste lid, onderdeel c, het derde lid, onderdeel c, en het vijfde lid, onderdeel c, wordt ‘haar’ telkens vervangen door: hem.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘haar’ gewijzigd in: hem.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving in papieren of elektronische vorm van een verklaring van erfrecht als bedoeld in artikel 188, Boek 4, van het Burgerlijk Wetboek.

D

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel worden onder gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, niet begrepen gegevens inzake hypotheken, gegevens inzake beslagen en de landelijke kadastrale kaart.

  • 2. Voor het verstrekken van gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 48 van de wet, is per object dat in het afschrift is betrokken verschuldigd: € 1,04, met dien verstande dat:

    • a. ingeval in het afschrift meer dan 100.000 objecten worden betrokken, per object verschuldigd is: € 0,87, en

    • b. ingeval in het afschrift meer dan 1.000.000 objecten worden betrokken, per object verschuldigd is: € 0,65, tot een maximum bedrag van € 1.495.000,–.

  • 3. Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, per 1000 objecten verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 296,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 185,–.

  • 4. Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens in het kader van een abonnement als bedoeld in het derde lid, is verschuldigd: € 528,–.

E

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. in geval van digitale raadpleging via een publieksnetwerk: kosteloos

2. Toegevoegd wordt een vierde lid, luidende:

  • 4. Voor het gebruik van de digitale raadpleegdienst voor de kadastrale kaart door middel van een geautomatiseerd proces is verschuldigd:

    • 1°. bij 10.000 of minder maphits per maand: kosteloos;

    • 2°. per maphit boven de 10.000 per maand: € 0,05;

    • 3°. per maphit boven de 100.000 per maand: € 0,025.

F

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Voor het verstrekken van een gedeelte van de landelijke kadastrale kaart is per perceel dat in het afschrift wordt betrokken, verschuldigd: € 0,66, met dien verstande dat:

    • a. ingeval in het afschrift meer dan 100.000 percelen worden betrokken, per perceel verschuldigd is: € 0,53, en

    • b. ingeval in het afschrift meer dan 1.000.000 percelen worden betrokken, per perceel verschuldigd is: € 0,40, tot een maximum bedrag van € 870.000,–.

  • 2. Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste lid, per 1000 percelen verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 209,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 133,–.

  • 3. Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens in het kader van een abonnement als bedoeld in het tweede lid, is verschuldigd: € 528,–.

G

In artikel 15, eerste lid, wordt ‘€ 250,–’ vervangen door: € 150,–.

H

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt: onderdeel b.

2. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. percelen moeten worden gesplitst met voorlopige grenzen: € 80,–, onverminderd de toepassing van het tarief overeenkomstig artikel 2, tweede lid;.

I

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 550,–’ vervangen door: € 500,–.

2. In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘€374,– ’ vervangen door: € 324,–.

3. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Voor het aanbrengen van microdots op een reeds te boek gesteld schip is verschuldigd:

    • a. bij één schip: € 100,–;

    • b. bij twee tot ten hoogste zes schepen op één locatie op een dag, per schip € 50,–.

J

Artikel 21, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a, onder 5°, onder c, komt te luiden:

  • c. bij meer dan 100.000 relaties tussen perceel en rechthebbende, per relatie: € 0,66;.

2. Aan onderdeel a, onder 5°, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. bij meer dan 200.000 relaties tussen perceel en rechthebbende en bij andere relaties dan de relatie tussen perceel en rechthebbende, bedoeld onder a tot en met c, per relatie: € 0,44;.

3. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. voor een opgave inzake statistische waarden, zijnde gemiddelden, aantallen of totalen van vastgoedtransacties, hypotheken of koopsommen:

    • 1°. indien de opgave 5.000 of minder statistische waarden betreft, per verstrekte statistische waarde: € 0,60;

    • 2°. in andere gevallen: € 2.000,–, vermeerderd met € 200,– per gebiedsniveau of andere rubricering;

    • 3°. per jaar voor een abonnement op de opgaven, bedoeld onder 1° en 2°: tweeënhalf maal het tarief, bedoeld onder 1° en 2°.

4. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. voor een standaardrapport met statistische waarden:

    • 1°. per stuk: € 16,–;

    • 2°. per jaar voor een abonnement op een standaardrapport, niet zijnde de hypothekenscan: € 66,–;

    • 3°. per jaar voor een abonnement op de hypothekenscan, indien geleverd:

      • a. op landelijk niveau: € 6.480,–;

      • b. op provinciaal niveau: € 10.800,–;

      • c. op gemeenteniveau: € 18.000,–;

      • d. op 4-positie postcodeniveau: 25.600,–;

      • e. op 6-positie postcodeniveau: 32.000,–.

5. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. voor een opgave inzake de centroïden of de vlakken van de postcodegebieden:

    • 1°. per postcodegebied: € 0,04, tot een maximumbedrag van € 13.325,–;

    • 2°. per jaar voor een abonnement op de wijzigingen in de onder 1° bedoelde gegevens, een bedrag gelijk aan 20% van de aldaar genoemde tarieven;

    • 3°. indien tevens de opgave, bedoeld in onderdeel e, wordt verstrekt geldt voor de verstrekkingen, bedoeld onder 1° en 2°, een maximumbedrag van € 265,–;

K

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

  • 1. Voor het verstrekken van een opgave van gegevens, die de Dienst heeft verkregen bij de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen f en g, van de wet, of die de Dienst uit die gegevens heeft samengesteld, is verschuldigd:

    • a. voor een standaardopgave inzake gegevens uit de bestanden TOP10NL, TOP25raster, TOP50NL, TOP50raster, TOP100NL, TOP250NL, TOP250raster, TOP500NL, TOP1000NL, BRT-achtergrondkaart, TOP25namen, TOP50namen of TOP250namen: kosteloos;

    • b. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP25-to-move: € 99,95;

    • c. voor een opgave inzake een regionaal bestand TOP25-to-move: € 29,95;

    • d. voor een opgave per punt uit het landelijk bestand TOPstakels € 0,50 en voor het gehele bestand: € 7.400,–;

    • e. voor een digitale luchtfoto indien verstrekt:

      • 1°. op een digitale gegevensdrager: € 46,–;

      • 2°. door middel van het openbare internet: € 10,–.

    • f. voor orthofoto mozaïeken, per mozaïek: € 35,–;

    • g. voor analoge topografische kaarten:

      • 1°. per kaartblad op schaal 1:10.000: € 9,10;

      • 2°. per kaartblad op schaal 1:25.000: € 6,40;

      • 3°. per kaartblad op schaal 1:50.000: € 5,25;

      • 4°. per dubbelzijdige wegenkaart: € 4,50;

      • 5°. per gemeentekaart: € 8,30;

      • 6°. per kopie van een historische kaart, formaat A0: € 7,–;

      • 7°. per kleurenkopie van een historische kaart, formaat A1: € 31,–;

      • 8°. indien het lamineren van een kaartblad betreft: per stuk € 3,60;

    • h. voor analoge luchtfoto’s:

      • 1°. per contactafdruk op schaal 1:18.000: € 18,50;

      • 2°. per vergroting op schaal 1:10.000: € 46,–;

      • 3°. per vergroting op schaal 1:5.000: € 120,– ;

      • 4°. per vergroting op schaal 1:2.500: € 360,–;

    • i. voor een opgave inzake andere gegevens dan de gegevens, bedoeld onder a en d: per minuut die aan het opmaken van die opgave is besteed door middel van een computer: € 28,–.

  • 2. Indien gegevens als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, en het vijfde lid, worden gebruikt door een overheidsorganisatie als genoemd op ‘almanak.overheid.nl’ voor de uitoefening van de openbare taak, worden deze gegevens kosteloos verstrekt.

  • 3. Indien de opgave, de luchtfoto, de orthofoto mozaïek of de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en d tot en met h, in een andere vorm of met een andere inhoud dan de standaardopgave, luchtfoto, orthofoto mozaïek of topografische kaart wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die onderdelen, verschuldigd:

    • a. per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer: € 36,50 en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: € 22,–.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden met behulp van een topografisch werkstation, is per kwartier per persoon verschuldigd:

    • a. indien het een cartograaf betreft: € 27,70;

    • b. indien het een digitaliseerder betreft: € 17,–.

  • 5. Voor het gebruik van de digitale raadpleegdienst voor de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde gegevens door middel van een geautomatiseerd proces is verschuldigd:

    • a. bij 10.000 of minder maphits per maand: kosteloos;

    • b. per maphit boven de 10.000 per maand: € 0,05;

    • c. per maphit boven de 100.000 per maand: € 0,025.

L

In artikel 22a wordt ‘€ 24,–’ vervangen door: € 21,50.

M

In artikel 22b, eerste lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d tot en met i tot e tot en met j een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. BAG Extract, abonnement, maandelijkse verstrekking: € 100,– per maand;.

N

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23

  • 1. Het aantal, bedoeld in artikel 7, vierde lid, wordt naar boven afgerond op 20. De aantallen, bedoeld in de artikelen 8, derde lid, en 14, tweede lid, worden naar boven afgerond op 1000. Voor de toepassing van de artikelen 11, 12, tweede lid, 20, derde lid, 21, tweede lid, en 22, derde en vierde lid, wordt een gedeelte van een kwartier als een kwartier beschouwd.

  • 2. Voor de toepassing van de artikelen 8, derde lid, en 14, tweede lid, wordt uitgegaan van het aantal objecten dan wel percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat op 1 januari van het jaar waarin de gegevensverstrekking plaatsvindt.

  • 3. Voor de verstrekkingen, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, 14, eerste lid, 19, eerste lid, onder a, onderdelen 1° en 2°, en onder b, onderdelen 1° en 2°, 21, eerste lid, onderdelen a, b, e, f, g onder 1°, en 22, eerste lid, onderdelen d en f, is ten minste een bedrag verschuldigd van € 70,–. Het minimumbedrag is niet van toepassing op een verstrekking door middel van internet.

  • 4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing indien de opgave, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdelen a, d en f, een andere vorm of andere inhoud dan de standaardopgave heeft en het tarief, bedoeld in artikel 22, derde lid, verschuldigd is.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 oktober 2011

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling tarieven Kadaster in verband met een aantal tariefverlagingen en inhoudelijke wijzigingen in de producten en diensten van het Kadaster.

Volgens de Organisatiewet Kadaster dient het Kadaster over voldoende eigen vermogen te beschikken om zelfstandig aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Bij de sterke daling van het werkvolume ten gevolge van de crisis in de vastgoedmarkt in 2008 en 2009 zijn de tarieven verhoogd om de financiële zelfstandigheid te kunnen waarborgen. Op dit moment komen de financiële reserves weer binnen de afgesproken marges. Dit maakt het mogelijk om een aantal verlagingen door te voeren waarmee bekende knelpunten in de tariefhoogte worden weggenomen, de rechtszekerheid wordt bevorderd dan wel de tariefstructuur wordt vereenvoudigd. Ook wordt het tarief van een aantal producten en diensten op nul gesteld, in lijn met het kabinetsbeleid om open data beschikbaar te stellen.

Naast deze verlagingen wordt een aantal inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd, gerelateerd aan ontwikkelingen in de producten en diensten van het Kadaster. Tenslotte wordt een aantal redactionele wijzigingen in de regeling aangebracht, waarbij het gaat om tekstuele verduidelijkingen zonder inhoudelijke consequenties. Een en ander wordt hierna nader toegelicht.

Omtrent de wijzigingen is de Gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. Deze heeft een positief advies gegeven.

Administratieve lasten

De wijzigingen in deze regeling leiden niet tot nieuwe informatieverplichtingen voor het bedrijfsleven of de burger. Van toename van administratieve lasten is om die reden geen sprake. Waar tarieven worden verlaagd, is sprake van een afname van administratieve lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en H
Tarief voorlopige kadastrale grenzen (artikel 2, eerste lid, onderdeel a, tweede lid en artikel 16, onderdeel a)

Voor de vorming van percelen met voorlopige kadastrale grenzen en oppervlakte geldt op grond van artikel 16, onderdeel a, een tarief van € 780,–. Dit tarief omvat zowel de werkzaamheden voorafgaand aan de inschrijving van de notariële akte als de definitieve vastlegging in het terrein van de grenzen. Als echter de beoogde overdracht van akten met percelen met voorlopige kadastrale grenzen niet plaats vindt, is het onbillijk tarief te berekenen voor meetwerkzaamheden, die niet worden uitgevoerd. Daarom wordt het tarief van € 780,– gesplitst in twee delen. Een deel van € 80,– wordt in rekening gebracht op het moment van de vorming van de nieuwe percelen waaraan door de Dienst een kadastrale aanduiding met voorlopige kadastrale grenzen en oppervlakte zijn toegekend. Het restant van € 700,– voor het terreinonderzoek en meetwerkzaamheden als bedoeld in artikel 57 en volgende van de Kadasterwet, wordt in rekening gebracht bij de inschrijving van een akte strekkende tot eerste overdracht van een aldus gevormd nieuw perceel. Met deze wijziging wordt ook het tarief van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, het zogenoemde kleine-percelentarief, van toepassing op perceelsvorming met voorlopige grenzen. Als bij inschrijving blijkt dat het om een klein perceel gaat, is het restantbedrag van € 700,– niet verschuldigd. Omdat de procedure van perceelsvorming met voorlopige grenzen uit oogpunt van efficiëntie en rechtszekerheid te verkiezen is boven de procedure van perceelsvorming op grond van akte, is het niet wenselijk dat die laatste vorm een lager tarief zou hebben. Daarom wordt het tarief van artikel 2, eerste lid, onderdeel a, verhoogd tot € 80,–. De redactie van het kleine-percelentarief is aangepast om onduidelijkheden te voorkomen in die gevallen waarin een koopsom of tegenprestatie ontbreekt. De notaris kan in zo’n geval een verklaring omtrent de waarde in de akte opnemen op grond waarvan het kleine-percelentarief van toepassing is.

Het Besluit tarief voorlopige grenzen (kenmerk 11.025937, Stcrt. 2011, 10183) zal als gevolg van deze wijziging worden ingetrokken.

Onderdelen B en C
Inschrijving verklaringen van erfrecht (artikel 4, eerste lid, en artikel 5, tweede lid)

Door het niet-verplichte karakter van deze inschrijvingen zijn tenaamstellingen in de basisregistratie kadaster niet altijd actueel. Een lager inschrijvingstarief kan een impuls geven aan de actualisering van de tenaamstellingen en bevordert daarmee de rechtszekerheid. Op dit moment geldt hiervoor een inschrijvingstarief dat gelijk is aan andere vormen van overdracht van vastgoed (artikel 4, eerste lid). Met deze wijziging wordt het tarief verlaagd tot het geldende tarief van artikel 5, eerste lid, dat circa 60% lager ligt.

Onderdelen D en F
Massale Output/Digitale Kadastrale Kaart (artikel 8, tweede en vierde lid en artikel 14, tweede en vierde lid)

Tarieven op provincieniveau zijn een aantal jaren geleden ingevoerd, maar in de praktijk nooit gebruikt. Tarief op landelijk niveau is alleen van belang voor grote landelijke afnemers, zoals de Belastingdienst. Het bestaande tweede lid van artikel 8 en eerste lid van artikel 14 geeft hiervoor een afdoende regeling. De bestaande tarieven op landelijk niveau gelden daarbij als maximumbedrag.

Voor een extra losse levering van bestanden aan bestaande abonnees geldt nu een basistarief van € 528,00 plus per object of per perceel een tarief van € 0,04. In de praktijk blijkt het basistarief voor een extra losse levering voldoende kostendekkend, zodat het variabele tarief van € 0,04 kan worden afgeschaft.

In de aanhef van het tweede lid van artikel 8 en het eerste lid van artikel 14 wordt de zinsnede ‘aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen’ verwijderd, omdat dit onderscheid in de praktijk niet wordt gehanteerd.

Onderdelen E en K
Open data (artikel 13, eerste lid, onderdeel a en vierde lid en artikel 22, eerste en vijfde lid)

In het kader van het samenwerkingsverband Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK) wordt een aantal nieuwe vormen van informatieverstrekking uit onder meer de basisregistraties kadaster en topografie ontwikkeld. Omdat de vaste kosten van deze informatieverstrekking worden gefinancierd vanuit het overheidsgebruik, is het mogelijk om het gebruik buiten de overheid in een aantal gevallen kosteloos te maken. Daarmee wordt invulling gegeven aan het kabinetsvoornemen om meer overheidsinformatie als ‘open data’ beschikbaar te stellen. Het digitaal raadplegen van kaartmateriaal uit de basisregistraties kadaster en topografie via internet wordt kosteloos mogelijk gemaakt. Ook het gebruik van de raadpleegdiensten op deze gegevens (webservices) vanuit andere applicaties wordt kosteloos, zolang dat gebruik niet een bepaald volume overschrijdt. Gebruikers die een groter beslag leggen op de infrastructuur dragen bij aan de kosten daarvan. De verstrekking van topografische bestanden in standaardformaten wordt eveneens kosteloos. Deze standaardverstrekking zal vanaf een nader te bepalen tijdstip via een open downloadomgeving op internet plaatsvinden. Tot die datum zijn de verstrekkingen op gegevensdragers kosteloos, daarna geldt daarvoor een tarief op basis van het derde lid. Tenslotte wordt het publicatietarief voor topografie afgeschaft zodat meer mogelijkheden ontstaan voor hergebruik.

Onderdeel G
Grensreconstructies (artikel 15, eerste lid)

Per 1 januari 2011 is de tariefstructuur voor grensreconstructies aangepast. Het tarief is meer variabel gemaakt, afhankelijk van de complexiteit van de grens (op basis van het aantal ‘knikpunten’ in de grens). Omdat deze wijziging destijds niet mocht leiden tot verlaging van de kostendekkendheid, zijn daarmee de meer complexe reconstructies, met knikpunten in plaats van alleen een rechte lijn, duurder geworden. Door verlaging van het variabele deel van het tarief wordt dat effect verminderd. De meer complexe grenzen worden daarmee goedkoper.

Onderdeel I
Aanbrengen microdots op schepen (artikel 20, eerste en vijfde lid)

Het Kadaster biedt de mogelijkheid om bij scheepsbranding een onzichtbare beveiligingscode (door middel van een microdot-techniek) aan te brengen. Dit bevordert de diefstalpreventie en veiligheid voor scheepseigenaren.

Het tariefverschil tussen het aanbrengen van een brandmerk met en zonder microdots is nu € 150,–. De meerkosten van microdots maken een kleiner tariefverschil van € 100,– mogelijk. Daarnaast wordt een tarief bepaald van € 100,– voor het aanbrengen van microdots op een reeds te boek gesteld schip. Dit tarief kan lager zijn als dit op één locatie bij verschillende schepen wordt uitgevoerd. Dit is gemaximeerd tot 6 schepen per dag (gemiddeld doet een Inspecteur 1 uur over het aanbrengen van de microdots).

Onderdeel J
Afgeleide en statistische gegevens (artikel 21, eerste lid, onderdeel a sub 5, onderdeel b, c en f)

Onderdeel a sub 5 van het eerste lid van artikel 21 bepaalt tarieven voor afnemers die de door de Dienst beschikbaar gestelde transactiegegevens doorleveren aan derden. Er zijn momenteel enkele klanten die een veelvoud van de hoogste staffel afnemen. Uit oogpunt van redelijkheid van tarifering wordt de tariefstaffel met een extra trede uitgebreid.

Onderdeel b bepaalt tarieven voor het verstrekken van statistische gegevens over vastgoedtransacties en hypotheken, zoals gemiddelde koopsommen of aantallen inschrijvingen per periode of per gebied. Op dit moment geldt een vast tarief per gebiedsniveau (gemeente, 4-positie of 6-positie postcode niveau). Dit biedt echter onvoldoende mogelijkheden voor verstrekking van gegevens met andere indelingen of rubriceringen, zoals een aantal perioden, koopsomklassen of leeftijdscategorieën van de verkrijger. Daarom wordt een systematiek ingevoerd met een uniform tarief per statistische waarde, ongeacht het gebiedsniveau. Bij verstrekking van grotere aantallen statistische waarden (boven 5.000) zou dit een onevenredig hoog tarief opleveren. Daarom geldt in zo’n geval een tarief met een vaste component en een meerprijs die afhankelijk is van het aantal geleverde rubriceringen en van het gebiedsniveau. Dat laatste wil zeggen dat de meerprijs toeneemt met het detailniveau in de gebiedshiërarchie landelijk - provinciaal - 2-positie-postcode - gemeente - 4-positie-postcode - 5-positie-postcode - 6-positie-postcode. De tarieven voor het product Hypothekenscan waren tot op heden gebaseerd op dit onderdeel b. Om de structuurwijziging op dit onderdeel niet te grote consequenties te laten hebben op de tarifering van dit product, wordt dit afzonderlijk in onderdeel c van de regeling opgenomen.

De regeling kent op dit moment geen tarief voor levering van een deel van het bestand met centroïden of vlakken van postcodegebieden. In de praktijk worden wel selecties geleverd. Hiervoor wordt nu een tarief per postcodegebied gesteld, waarmee tevens de bestaande tarifering wordt vereenvoudigd.

Onderdeel K
Tarieven topografie (artikel 22)

De wandkaart (eerste lid, onderdeel s, sub 5) wordt niet meer vervaardigd. Dit tarief vervalt.

Onderdeel L
KLIC-melding (artikel 22a)

Het huidige tarief voor een KLIC-melding is van kracht sinds 2008 en dekt naast de exploitatiekosten ook de initiële kosten voor het inregelen van deze taak bij de Dienst en de opbouw van het KLIC-systeem. In de afgelopen periode is nog veel geïnvesteerd in de geautomatiseerde afhandeling van KLIC-meldingen. Voor de komende periode wordt een lager kostenniveau verwacht. Op basis van de huidige meerjarenraming is een tariefdaling van ruim 10% mogelijk.

Onderdeel M
Landelijke voorziening BAG (artikel 22b)

Ingaande 1 oktober 2011 zijn tarieven gesteld voor het raadplegen of bevragen van de landelijke voorziening basisregistraties adressen en gebouwen. Daarin is abusievelijk nog geen abonnementstarief opgenomen voor maandelijkse levering van een BAG-Extract. Voor een eenmalige levering van een BAG-Extract geldt een tarief van € 150,–. Het tarief voor een maandabonnement op BAG-Extract is lager omdat minder administratiekosten worden gemaakt dan bij afzonderlijke maandelijkse bestellingen.

Onderdelen B, C en N
Redactionele aanpassingen (artikelen 4, 5 en 23)

Op een aantal plaatsen in artikel 4 en 5 wordt het voornaamwoord ‘haar’ gebruikt voor ‘de Dienst’. Dit wordt vervangen door ‘hem’.

In artikel 23 worden de verwijzingen naar artikel 8, 14 en 22 aangepast naar aanleiding van de aangebrachte wijzigingen in die artikelen. Tevens wordt het eerste lid (afronden van een gedeelte van een kwartier) van toepassing verklaard op het derde lid van artikel 20, wordt aan het eerste lid een afrondingsregel toegevoegd en het derde lid (minimumtarief van € 70,–) van toepassing verklaard op een aantal onderdelen van artikel 21, eerste lid, en artikel 22, eerste lid.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven