Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 oktober 2011, nr. 2011-2000453997 tot wijziging van de Regeling subsidiëring samenwerkingsverbanden en gezamenlijke, rechtspersoon minderheden ter vaststelling van de verminderde subsidiebedragen in 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 6, derde lid, van de Wet overleg minderhedenbeleid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling subsidiëring samenwerkingsverbanden en gezamenlijke rechtspersoon minderheden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De per samenwerkingsverband te verlenen subsidie bedraagt in 2012 90% van de som van de in 2011 verleende basissubsidie en complexiteitssubsidie.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De basissubsidie bedraagt in 2012 voor samenwerkingsverbanden die minderheidsgroepen van 100.000 personen of minder tot doelgroep hebben ten hoogste € 328.603,50, en voor samenwerkingsverbanden die minderheidsgroepen van meer dan 100.000 personen tot doelgroep hebben ten hoogste € 352.035,90.

3. In het derde lid wordt ‘€ 22.689,01’ vervangen door: € 22.657,50.

B

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De subsidie voor de gezamenlijke rechtspersoon minderheden bedraagt in 2012 90% van de in 2011 verleende subsidie en bedraagt ten hoogste € 246.918,60.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘tot maximaal tien procent van deze verleende subsidie’.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

D

In artikel 21 wordt ‘de departementale Accountantsdienst van het Ministerie van Justitie’ vervangen door: de Rijksauditdienst van het Ministerie van Financiën.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 oktober 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijziging wordt uitvoering gegeven aan het Regeerakkoord en de integratienota ‘integratie, binding en burgerschap’ van 16 juni 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 32 824, nr. 1). In het Regeerakkoord is de afspraak gemaakt dat er wordt bezuinigd op de subsidies van de rijksoverheid op het gebied van integratie, met uitzondering van de subsidie van Vluchtelingenwerk.

In de periode tot en met 2018 wordt het budget voor het specifieke integratiebeleid teruggebracht tot nul. In de integratienota ‘integratie, binding en burgerschap’ van 16 juni 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 32 824, nr. 1) is deze afspraak uit het Regeerakkoord nader uitgewerkt. Subsidies gericht op de integratie van specifieke groepen worden via het reguliere beleid beëindigd. In lijn met de beëindiging van subsidies voor de integratie van specifieke groepen zullen de subsidies voor de samenwerkingsverbanden van minderheden worden stopgezet.

Voor het Landelijk Overleg Minderheden betekent de bezuiniging op de integratiesubsidies dat de subsidies aan de LOM-samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke rechtspersoon minderheden (BSEM) vanaf 2012 tot 2015 tot nihil worden afgebouwd. De LOM-samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke rechtspersoon minderheden ontvangen al sinds 1998 subsidie voor hun activiteiten. De geleidelijke afbouw stelt hen in de gelegenheid de beschikbare subsidiegelden de komende jaren met name aan te wenden om hun activiteiten op een zorgvuldige wijze af te bouwen en de nodige werkzaamheden en activiteiten te verrichten ter borging van de kennis en infrastructuur van de LOM-samenwerkingsverbanden. Zo krijgen zij ook meer tijd voor het eventueel aantrekken van andere financieringsbronnen voor die activiteiten.

De afbouw van de subsidies in 2012 met 10% ten opzichte van de subsidies die in 2011 zijn verleend is in deze regeling neergelegd. Op basis van de uitkomst van een onderzoek naar de gevolgen van de afbouw voor de lopende verplichtingen van de LOM-samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke rechtspersoon minderheden zal definitieve besluitvorming plaatsvinden over een zorgvuldige afbouw van de subsidies in 2013 en 2014.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

In artikel 9 zijn de maximale basissubsidies en de maximale complexiteitssubsidie voor het jaar 2012 opgenomen. Deze bedragen zijn zodanig vastgesteld dat elk LOM-samenwerkingsverband 10% minder ontvangt dan het totaalbedrag (dus basissubsidie plus eventueel complexiteitssubsidie) dat in 2011 aan deze organisatie is verleend.

B

De maximale subsidie aan de gezamenlijke rechtspersoon minderheden wordt voor het jaar 2012 gekort met 10% ten opzichte van het subsidiebedrag dat aan de gezamenlijke rechtspersoon is verleend in 2011.

Het tweede lid vervalt nu de subsidie in deze regeling wordt vastgesteld.

C

De maximalisering van het batige saldo van de verleende subsidie dat aan de algemene reserve van een samenwerkingsverband of van de gezamenlijke rechtspersoon wordt toegevoegd vervalt. Hiermee worden de LOM-samenwerkingsverbanden en de gezamenlijke rechtspersoon in de gelegenheid gesteld om beginkapitaal te verwerven voor een eventuele sprong naar zelfstandigheid.

Artikel II

Deze regeling treedt in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten op 1 januari 2012 in werking.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven