Verordening tot wijziging van de Verordening beroeps- en gedragsregels (Verordening Reclame Code)

De ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB,

Overwegende dat het gewenst is de beroeps- en gedragsregels over publiciteit en reclame te wijzigen;

Gelet op artikel 61 lid 2 van de Wet op het notarisambt;

Gezien het ontwerp van het bestuur met bijbehorende toelichting;

Gelet op de adviezen van de kamers van toezicht;

Gelet op de adviezen van de ringen;

Stelt de navolgende verordening vast:

Artikel 1

De Verordening beroeps- en gedragsregels wordt gewijzigd als volgt:

De artikelen 26 tot en met 31 vervallen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking de dag nadat de termijn van tien dagen na publicatie in de Staatscourant is verstreken als bedoeld in artikel 91, tweede lid, van de Wet op het notarisambt.

TOELICHTING

Algemeen

De Verordening beroeps- en gedragsregels bevat een aantal gedetailleerde regels over publiciteit en reclame. Voorgesteld wordt deze te schrappen en meer aansluiting te zoeken bij de normen die in het algemeen gelden voor het maken van reclame. Schrapping van de artikelen in de verordening betekent immers niet dat notarissen op geen enkele manier meer zijn gebonden bij het maken van reclame. Zij zijn nog steeds gebonden aan normen van fatsoen, eerlijkheid en betrouwbaarheid die gelden voor alle ondernemers en die zijn neergelegd in het Burgerlijk Wetboek en de Nederlandse Reclame Code. Ook gelden voor het maken van reclame nog steeds de normen van het zich dienen te gedragen zoals een behoorlijk notaris betaamt van artikel 98 Wet op het notarisambt en van eer en aanzien van het notariaat uit artikel 1 van de Verordening beroeps- en gedragsregels.

De Beleidsregel Adverteren via verwijzers, die het KNB-bestuur heeft vastgesteld, komt evenmin te vervallen als gevolg van het schrappen van de publiciteitsregels uit de verordening. Die beleidsregel ziet immers op de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris en gaat over de wijze waarop reclame tot stand komt, niet op de inhoud van de reclame.

Verder blijft op offertes en declaraties van de notaris artikel 10, tweede lid, van de Verordening beroeps-en gedragsregels van toepassing, dat luidt: De notaris licht cliënten tijdig en duidelijk voor over de financiële consequenties van zijn inschakeling.

Burgerlijk Wetboek

Het Burgerlijk Wetboek bevat bijvoorbeeld regels over oneerlijke handelspraktijken en over misleidende en vergelijkende reclame in Boek 6, titel 3, Afdeling 3A respectievelijk Afdeling 4.

Nederlandse Reclame Code en de klachtprocedure bij de Reclame Code Commissie

De Stichting Reclame Code (RCC) bevordert namens het bedrijfsleven dat in Nederland op verantwoorde wijze reclame wordt gemaakt, zowel in het belang van de consument als van de adverteerders. De regels waaraan reclame moet voldoen zijn opgenomen in de Nederlandse Reclame Code (NCC).

De Nederlandse Reclame Code bestaat uit een Algemeen Deel en Bijzondere Reclame Codes voor specifieke producten en diensten. Het Algemeen Deel bepaalt onder meer dat reclame in overeenstemming dient te zijn met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen. Reclame mag niet strijdig zijn met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden, en niet misleidend en niet nodeloos kwetsend zijn.

Een ieder die meent dat reclame in strijd is met de Nederlandse Reclame Code, kan bij de Reclame Code Commissie een klacht indienen. De Reclame Code commissie is het onafhankelijke klachtenorgaan dat snel en doeltreffend kan beoordelen of reclame-uitingen in strijd zijn met de Reclame Code. Tegen een beslissing van de Reclame Code Commissie kan men in beroep gaan bij het College van Beroep. Niet alleen consumenten, maar ook adverteerders kunnen een reclame-uiting, van een andere adverteerder, door de Commissie laten toetsen. De Reclame Code Commissie kan een klacht toewijzen of afwijzen. In het eerste geval doet de commissie een ‘aanbeveling’ aan de adverteerder om voortaan niet meer op die manier reclame te maken. De beslissingen zijn voor een ieder toegankelijk en kunnen daardoor bij een breed publiek bekend zijn.

De Reclame Code Commissie (RCC), het toetsend orgaan van de SRC, heeft in de afgelopen 40 jaar veel gezag opgebouwd bij het bedrijfsleven, de overheid en de consument. Van dit maatschappelijk draagvlak kan het notariaat ook profiteren. Door gehoor te geven aan de uitspraken van de RCC laat ook het notariaat zien dat het zijn verantwoordelijkheid op dit vlak neemt. De KNB zal in haar voorlichting meer aandacht vestigen op de Reclame Code en de klachtprocedure bij de Reclame Code Commissie. Deze zijn te vinden op www.reclamecode.nl.

Verhouding tot de tuchtrechter

De tuchtrechter kan blijven toetsen aan artikel 98 Wna: betaamt het gedrag een behoorlijk notaris? Dit is dus een volle toetsing, geen marginale. De tuchtrechter zal daarbij ook de normen betrekken die in het algemeen gelden voor het maken van reclame.

De directeur van de Stichting Reclame Code heeft aanbevolen een informele advies-procedure af te spreken. Als de tuchtrechter een gedraging van een notaris moet toetsen aan de Reclame Code, kan de RCC daarbij adviseren hoe de norm geldt voor het bedrijfsleven in het algemeen. De tuchtrechter hoeft zich daarin dan niet te verdiepen.

Vastgesteld door de ledenraad op 24 november 2010, getekend door de voorzitter van de ledenraad, mr. A.M.J.M. Ploumen op 3 december 2010 en goedgekeurd door de Minister van Veiligheid en Justitie bij brief van 19 januari 2011.

Naar boven