ARTIKEL I
Artikel 16 van de Regeling gebruik en installatie EU-instrumenten wordt gewijzigd als volgt:
1. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. Taxameters die voor 15 oktober 2011 ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet rechtmatig in gebruik zijn genomen, voldoen
aan het ingevolge artikel 11a van de IJkwet toegelaten model van de meters, zoals aangepast volgens een aanhangsel bij de
verklaring van toelating van het model, mits:
-
a. de aanpassing noodzakelijk is als gevolg van ontwikkelingen in andere regelgeving dan bij of krachtens de Metrologiewet is
vastgesteld;
-
b. het model nog steeds voldoet aan de eisen zoals die op grond van de IJkwet waren gesteld en
-
c. het model met goed gevolg een onderzoek heeft ondergaan overeenkomstig beoordelingsprocedurebijlage B.
ARTIKEL II
Artikel 45, eerste lid, van de Metrologiewet is ten aanzien van taxameters met een enkeltariefsysteem van toepassing tot 15 oktober
2011.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
De regeling strekt ertoe het mogelijk te maken dat reeds in gebruik genomen taxameters die onder het overgangsrecht van de
Metrologiewet vallen, aangepast kunnen worden waardoor tegemoet kan worden gekomen aan de eisen die uit hoofde van andere
dan metrologische regelgeving aan de taxameters worden gesteld. De concrete aanleiding voor het opstellen van deze regeling
is de Regeling tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (dubbeltariefsysteem). Die
regeling geeft aanleiding tot aanpassing van taxameters die onder het overgangsregime van de Metrologiewet vallen en uitsluitend
zijn goedgekeurd voor het enkeltariefsysteem. Taxameters die voldoen aan de eisen van de Metrologiewet moeten zowel het enkel tarief (normale berekenwijze S) kunnen
toepassen als het dubbeltarief (normale berekenwijze D).
In artikel 16 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten zijn regels gesteld voor het gebruik van taxameters.
Deze moeten in de gebruiksfase onder meer voldoen aan de eisen van bijlage MI-007 van richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (Pb EU 2004, L 135), hierna aangeduid
als richtlijn meetinstrumenten. De taxameters die voor de intrekking van de IJkwet voldeden aan de eisen voor gebruik, mogen
op grond van artikel 47 van de Metrologiewet nog steeds worden gebruikt zolang zij aan de eisen van de IJkwet voldoen. Dat
betekent dat zij moeten overeenkomen met een model dat is toegelaten op uiterlijk 29 oktober 2006, de uiterste datum waarop
een model van een taxameter kon worden toegelaten onder de IJkwet.
Ontwikkelingen in de regelgeving, te weten de Regeling tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven
taxivervoer (dubbeltariefsysteem) nopen tot aanpassing van een deel van de populatie van taxameters, namelijk dat deel van
de taxameters dat uitsluitend is goedgekeurd voor het enkeltariefsysteem. De aanpassingen zijn echter niet zo ingrijpend dat
zij moeten leiden tot een vervanging van de gehele taxameter. De regelgeving bood tot nu toe geen mogelijkheid tot aanpassing
van de taxameters omdat zij overeen moesten komen met het model zoals dat was toegelaten onder de IJkwet. De hiervoor bedoelde
ontwikkelingen zouden, zonder aanpassing van de regelgeving, leiden tot een niet voorziene vroegtijdige vervanging van de
betreffende taxameters.
De wijziging van artikel 16 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten bewerkstelligt dat ook taxameters mogen
worden gebruikt die overeenkomen met het onder de IJkwet toegelaten model, zoals dat is aangepast in verband met de hiervoor
bedoelde ontwikkelingen. De taxameters kunnen daardoor gebruikt worden tot het einde van hun economische levensduur. Aanpassingen
om andere redenen zijn niet toegestaan.
Het aangepaste model moet met goed gevolg een overeenstemmingsbeoordeling hebben ondergaan. Artikel 48 van de Metrologiewet
bepaalt ten aanzien van instrumenten die onder de IJkwet waren toegelaten dat de taken en bevoegdheden van de ijkinstelling,
worden uitgevoerd door een aangewezen instantie die bevoegd is tot het verrichten van toetsende werkzaamheden ten aanzien
van dat meetinstrument. Deze bepaling brengt met zich mee dat een aangewezen instantie die bevoegd is tot het verrichten van
werkzaamheden in het kader van de beoordelingsprocedurebijlage B bij taxameters de werkzaamheden bij het aangepaste model
zal mogen verrichten.
Ingevolge artikel 7 van de Metrologiewet juncto artikel 14 van het Meetinstrumentenbesluit I zal elke individuele aangepaste
taxameter voor hij weer in gebruik wordt genomen een keuring ondergaan.
De regeling betreft enkel taxameters die al in gebruik zijn genomen. Het in de handel brengen van nieuwe meetinstrumenten
die geproduceerd zijn volgens een geactualiseerd IJkwetmodel is niet mogelijk. Artikel 23 van de richtlijn meetinstrumenten
biedt daarvoor niet de ruimte.
Ingevolge artikel 45 van de Metrologiewet mogen geregelde meetinstrumenten waarop de richtlijn meetinstrumenten van toepassing
is, in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of voor ingebruikneming verder worden verhandeld, wanneer deze
voldoen aan de op grond van artikel 11a van de IJkwet afgegeven verklaring van het model van het meetinstrument. Deze overgangssituatie
geldt tot de datum waarop de geldigheidsduur van deze verklaring verstrijkt, dan wel bij gebreke daaraan, uiterlijk 1 november
2016 of op een door Onze Minister te bepalen tijdstip.
In deze regeling wordt ten aanzien van taxameters met een enkeltariefsysteem, dit tijdstip vastgesteld op 15 oktober 2011.
Dit betekent dat taxameters met een enkeltariefsysteem na deze datum niet langer in de handel mogen worden gebracht, danwel
in gebruik genomen mogen worden of voor ingebruikneming mogen worden verhandeld.
Administratieve lasten
De regeling veroorzaakt geen administratieve lasten of inhoudelijke nalevingskosten. De regeling maakt het alleen mogelijk
dat reeds in gebruik genomen taxameters die onder het overgangsrecht van de Metrologiewet vallen, aangepast kunnen worden
als andere dan metrologische regelgeving daar aanleiding toe geeft. De lasten die gemoeid zijn met de aanpassing worden veroorzaakt
door de andere regelgeving en dienen daar te worden verantwoord.
De onderhavinge regeling draagt bij aan het voorkomen van extra regeldruk veroorzaakt door eventuele noodgedwongen vroegtijdige
vervanging van taxameters.
Notificatie
De regeling is op 23 mei 2011 ingevolge artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van
22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204) voorgelegd
aan de Europese Commissie. Naar aanleiding van deze notificatie zijn geen opmerkingen ontvangen.
Voor zover de regeling kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 28 van het
EG-verdrag bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd uit hoofde van het belang van eerlijke handel en consumentenbescherming.
Vaste verandermomenten
De invoeringstermijn en de inwerkingtredingsdatum wijken af van het kabinetsstandpunt inzake de vaste verandermomenten. Dit
is gerechtvaardigd, mede gelet op het private en publieke belang dat gemoeid is met de invoering van het dubbeltariefsysteem
in het taxivervoer. Om de in de desbetreffende regeling opgenomen overgangstermijn van 6 maanden voor de aanpassing van taxameters
ten volle te kunnen benutten, is het vereist dat deze regeling tegelijkertijd of zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding
van die regeling in werking treedt. De aanpassing van enkeltariefmeters is namelijk pas mogelijk na inwerkingtreding van deze
regeling.
De Minister
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M.J.M. Verhagen