De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikelen 3 , eerste en vierde lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
Bijlage 1. Specifieke bepalingen voor subsidie aanvragen per actie bij de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) wordt als
volgt gewijzigd:
A
Artikel E2 wordt als volgt gewijzigd:
De zinsnede ‘in het aanvraagtijdvak van 10 oktober 2011, 9.00 uur, tot en met 31 december 2012, 17.00 uur’ wordt vervangen
door: in het aanvraagtijdvak van 10 oktober 2011, 9.00 uur, tot en met 21 oktober 2011, 17.00 uur.
B
Artikel E3 wordt als volgt gewijzigd:
Het bedrag ‘€ 24.000.000,–’ wordt vervangen door: € 25.200.000,–.
C
Artikel E5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt vervangen en komt als volgt te luiden:
2. Het derde lid wordt vervangen en komt als volgt te luiden:
3. Na het derde lid wordt een vierde lid toegevoegd, dat komt te luiden:
-
4. In geval het totaalbedrag van de aangevraagde subsidies met betrekking tot Actie E het in artikel E3 vastgestelde subsidieplafond
te boven gaat, verdeelt de minister de beschikbare middelen op basis van een bij loting door de notaris vastgestelde volgorde
na afloop van het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel E2.
4. Er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Een aantal dagen voor de opening op 10 oktober 2011 van het aanvraagtijdvak van de vernieuwde ESF-regeling Actie E is gebleken
dat de belangstelling voor de nieuwe regeling bijzonder groot is en alle verwachtingen overtreft.
Het is mogelijk gebleken het beschikbare budget op te hogen naar 25,2 mln, zodat in plaats van ruim 1300 aanvragers nu 1400
aanvragers kunnen worden bediend. Wel is het noodzakelijk gebleken de verdeelsystematiek te wijzigen en daarbij het aanvraagtijdvak
te verkorten.
In de huidige regeling is bepaald dat in geval het totaalbedrag van de aangevraagde subsidies het vastgestelde plafond te
boven gaat, de subsidieaanvragen worden afgehandeld in volgorde van het tijdstip van ontvangst (‘wie het eerst komt, ’t eerst
maalt’). Bovendien is bepaald dat indiening van de aanvraag elektronisch dient plaats te vinden. Dit zal tot gevolg hebben
dat het merendeel van de aanvragers zo vroeg mogelijk digitaal een aanvraag zal willen indienen.
Geconstateerd is dat het beschikbare ICT-systeem een dergelijke piekbelasting naar verwachting niet aankan. De onderzochte
technische oplossingen, waarbij bijvoorbeeld het aantal aanvragers dat toegang krijgt tot het digitale loket wordt gemaximeerd
en/of gefaseerd, druisen in tegen (de essentie) van het systeem ‘wie het eerst komt, ’t eerst maalt’. Dat systeem kenmerkt
zich immers door de aanvragers bij de start en de toegang tot het loket gelijke kansen te bieden.
Het vasthouden van het systeem ‘wie het eerst komt, ’t eerst maalt’ zal daarom naar verwachting – als gevolg van beperkte
toegang tot het digitale loket – leiden tot ongelijkheid tussen c.q. ongelijke kansen voor aanvragers. Om die reden is ervoor
gekozen een ander verdeelsysteem te kiezen, het aanvraagtijdvak te verkorten (loopt tot en met 21 oktober 2011) en de termijn
waarbinnen op de aanvraag beslist wordt daarbij aan te passen. Per aanvrager wordt slechts één subsidie aanvraag in behandeling
genomen. Een en ander is in de Bijlage bij de regeling opgenomen.
Bepaald is nu dat de beschikbare middelen bij overschrijding van het beschikbare budget worden verdeeld op volgorde van een
onderlinge rangschikking van aanvragen welke wordt bepaald door middel van een loting. De loting vindt plaats na sluiting
van het aanvraagtijdvak.
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling vormt een uitzondering op de toepassing van de vaste verandermomenten
en de minimuminvoeringstermijn van ministeriële regelingen. Dit is omdat wijziging van de verdeelsystematiek zo snel mogelijk
bekend moet worden gemaakt in verband met de opening van het aanvraagtijdvak op 10 oktober 2011.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom.