Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 september 2011, nr. DJZ/BR/0932-11, houdende wijziging van de Sanctieregeling Osama bin Laden, Al-Qa’ida-organisatie en Taliban 2002 en hernoeming tot Sanctieregeling Al-Qa’ida 2011

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 754/2011 van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa'ida-netwerk (Pb EU L 199);

Gelet op Besluit 2011/487/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 houdende wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de leden van de Al-Qa’ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten (Pb EU L 199);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Sanctieregeling Osama bin Laden, Al-Qa’ida-organisatie en Taliban 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Het is verboden om wapens en alle soorten aanverwant materiaal, waaronder munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, dan wel onderdelen daarvan, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, en paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvan rechtstreeks of middellijk te verkopen of te leveren aan de natuurlijke of rechtspersonen, groepen of entiteiten die vermeld staan op bijlage I van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van de Europese Unie van 27 mei 2002 tot vaststelling van beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa’ida-netwerk (Pb EG L 139).

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Al-Qa’ida 2011.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

TOELICHTING

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 17 juni 2011 Resolutie 1989 (2011) aangenomen waarin met bezorgdheid wordt gewezen op de niet-aflatende dreiging die Al-Qa’ida en andere daarmee verbonden personen en entiteiten voor de internationale vrede en veiligheid vormen. De beperkende maatregelen uit eerdere resoluties jegens Al-Qa’ida en andere daarmee verbonden personen en entiteiten blijven gehandhaafd. De Raad van de Europese Unie heeft dienovereenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB en Verordening (EG) nr. 881/2002 gewijzigd. De wijziging betreft een beperking van de kring van personen en entiteiten jegens welke de beperkende maatregelen gelden (zie artikelen I en II van onderhavige regeling).

Het bovenstaande dient in samenhang gezien te worden met Resolutie 1988 van de VN-Veiligheidsraad – eveneens aangenomen op 17 juni 2011 – waarin wordt geconcludeerd dat de gewijzigde veiligheidssituatie in Afghanistan mede het gevolg is van het feit dat enkele Talibanleden zich met de regering van Afghanistan hebben verzoend. Deze leden hebben de terroristische ideologie van Al-Qa’ida en zijn volgers afgezworen en hebben steun verleend aan een vreedzame oplossing voor het aanhoudende conflict in Afghanistan. In verband hiermee zijn de onverzoenlijke Talibanleden verplaatst vanuit de bijlagen bij het eerder genoemde besluit en eerder genoemde verordening naar de bijlagen bij Verordening nr. 753/2011 en Besluit 2011/486/GBVB. Verordening nr. 753/2011 en Besluit 2011/486/GBVB liggen ten grondslag aan de Sanctieregeling Afghanistan 2011.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.