Besluit van 11 oktober 2011, nr. 11.002359 tot / houdende verlening van een buisleidingconcessie aan de N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij gevestigd te Vondelingenplaat-Rotterdam

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 september 2011, nr. IenM/BSK-2011/124927, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en artikel 1 van de Belemmeringenwet Verordeningen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij, gevestigd te Vondelingenplaat, wordt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011 een concessie als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en artikel 1 van de Belemmeringenwet Verordeningen verleend voor de aanleg en instandhouding van een pijpleiding en de daarbij behorende werken, dienende voor het transport van ruwe olie, olieproducten en -halfproducten.

Artikel 2

  • 1. De concessie geldt ook voor rechtsopvolgers van de concessionaris onder algemene titel. Van rechtsopvolging wordt onverwijld mededeling gedaan aan Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De concessie kan slechts worden overgedragen na schriftelijke toestemming van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 3

  • 1. De aanleg zal zo veel mogelijk geschieden over het traject zoals dat op de bij dit besluit behorende tekeningen is aangegeven.

  • 2. De afstand tussen het maaiveld en de bovenkant van de buisleiding bedraagt ten minste 60 centimeter.

  • 3. Bij de percelen kadastraal bekend gemeente Loon op Zand, sectie G, no. 2325 (gedeeltelijk) en kadastraal bekend gemeente Tilburg, sectie F, no. 6350 en 6352 (gedeeltelijk) bedraagt de afstand tussen het maaiveld en de bovenkant van de buisleiding ten minste 1 meter.

Artikel 4

  • 1. De concessionaris is verplicht de buisleiding en bijbehorende werken in een goede staat te onderhouden.

  • 2. Door de buisleiding mogen geen olieproducten of -halfproducten worden vervoerd, tenzij de buisleiding zodanig is uitgevoerd en aangelegd, dat voldaan is aan de voor dergelijke buisleidingen gebruikelijke normen van veiligheid en bedrijfszekerheid.

Artikel 5

  • 1. Ten behoeve van de uitoefening van het toezicht verleent de concessionaris toegang tot de werken aan de daartoe bevoegde ambtenaren.

  • 2. De schadevergoedingen en alle kosten, waartoe de aanleg, het onderhoud of het herstel van de buisleiding met toebehoren aanleiding geven, komen uitsluitend ten laste van de concessionaris.

Artikel 6

De op 9 februari 1959, nr. 42 aan de N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij bij koninklijk besluit verleende concessie en de daarop aangebrachte wijzigingen van 4 februari 1967, nr. 33 en 21 juni 1980, nr. 28 worden bij de inwerkingtreding van dit besluit ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst

Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant en zal worden uitgereikt door toezending aan de N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

De bij het besluit behorende tekeningen kunnen worden ingezien op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Bibliotheek HBJZ, Koningskade 4, 2596 AA, Den Haag.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is gemachtigd om, zo er tegen dit besluit bezwaren worden gemaakt, namens Ons de bezwaarprocedure uit te voeren en indien de bezwaren geen aanleiding geven tot herroeping van dit besluit, namens Ons op de bezwaren te beslissen.

’s-Gravenhage, 11 oktober 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit, een bezwaarschrift indienen bij Hare Majesteit de Koningin, te richten aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, t.a.v. het secretariaat HDBJZ, Postbus 20906, 2500 EX DEN HAAG, Fax: 070-456 6263. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en bevat tenminste: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht alsmede de gronden waarop het bezwaar berust. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven