Kennisgeving van het algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat hij op 13 september 2011, op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten om een door een belangrijke meerderheid van de producenten en importeurs van papier en karton vrijwillig gesloten overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton (hierna: Overeenkomst) met ingang van de dag na de datum van publicatie tot en met 31 december 2015 algemeen verbindend te verklaren. Deze algemeen verbindend verklaring vervangt de algemeen verbindend verklaring van Papier Recycling Nederland met het kenmerk SAS/2007126204, welke geldig is tot en met 31 december 2011.

Het verzoek is ingediend door Papier Recycling Nederland en heeft betrekking op nog te verwerken nieuw papier en karton, dat voor het eerst in Nederland wordt afgezet, en op nieuw papier en karton verwerkt in kant en klare geïmporteerde producten van papier en karton die voor het eerst in Nederland worden afgezet, steeds uitsluitend voorzover het toepassingen betreft die vallen onder artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, zijnde niet-verpakkingen.

De afvalbeheersbijdrage dient ter dekking van ketendeficiten, transportdeficiten en systeemkosten. De afvalbeheersbijdrage wordt alleen geheven als dit noodzakelijk is ter dekking van één of meerdere van deze drie componenten. De hoogte van de afvalbeheersbijdrage wordt bij besluit van de Stichting Verwijderingsfonds vastgesteld aan de hand van vooraf vastgestelde formules.

De verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage rust op iedere eerste ontvanger. Onder een eerste ontvanger wordt verstaan degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland papier of karton dat niet gebruikt wordt voor de vervaardiging van verpakkingen afneemt met het doel dit bewerkt of onbewerkt aan een ander op de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, alsmede degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste kant en klare producten van papier of karton -niet zijnde verpakkingen- importeert.

Van het ontwerpbesluit is op 20 mei 2011 mededeling gedaan in de Staatscourant. Het ontwerpbesluit heeft van 20 mei 2011 tot en met 30 juni 2011 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen ingediend. Het definitieve besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 10 oktober 2011 gedurende 6 weken ter inzage bij het Centrum Documentaire Informatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijnstraat 8 te Den Haag op werkdagen van 9.00–16.00 uur. U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (tel: 088-6025696). Op woensdagen is de bibliotheek gesloten.

De tekst van het definitieve besluit is hieronder opgenomen.

Gelet op artikel 15.37, vierde lid, van de Wet milieubeheer volgt hieronder eveneens de tekst van de algemeen verbindend verklaarde Overeenkomst.

BESLUIT

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu neemt het volgende in overweging:

  • 1. De heer mr. H. M. Vermeulen, vicevoorzitter van de Stichting Papier Recycling Nederland, Kruisweg 761, 2132 NE Hoofddorp (hierna: PRN), heeft op 11 januari 2011 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring als bedoeld in artikel 15.36 van de Wet milieubeheer (Wm) van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton (hierna: de Overeenkomst) ingediend. De Overeenkomst is gesloten tussen het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, het Nederlands Uitgeversverbond, de Vereniging van Papier Groothandelaren, de Stichting van Leveranciers van Hygiënische Papierprodukten, de Stichting Verwijderingsfonds en PRN.

    De algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de periode tot en met 31 december 2015 en vervangt de algemeen verbindend verklaring van PRN met het kenmerk SAS/2007126204, welke geldig is tot en met 31 december 2011.

  • 2. Met betrekking tot het verzoek tot algemeen verbindend verklaring wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.

    Op 7 februari 2011 is er een verzoek om aanvullende informatie aan PRN verzonden. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring is door PRN op 22 februari 2011 aangevuld. Op 12 april 2011 is nogmaals een verzoek om aanvulling aan PRN verzonden. Deze tweede aanvulling is op 15 april 2011 ontvangen.

    Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken zijn ter inzage gelegd in het Centrum Documentaire Informatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijnstraat 8 te Den Haag. De kennisgeving over de ter inzagelegging is op 20 mei 2011 gepubliceerd in de Staatscourant.

    Het ontwerpbesluit heeft van 20 mei 2011 tot en met 30 juni 2011 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen ingediend.

  • 3. De Overeenkomst vormt de financiële basis voor de uitvoering van de verplichtingen van PRN ingevolge het vierde papiervezelconvenant betreffende met name mogelijke ketendeficiten in de papier- en kartonketen en mogelijke gemeentelijke transportdeficiten.

  • 4. De algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, zijnde eerste ontvangers, die niet vrijwillig partij zijn bij deze overeenkomst verplicht worden de afvalbeheersbijdrage af te dragen.

  • 5. Reeds eerder zijn de Overeenkomst inzake de verwijderingsbijdrage voor papier en karton 1997, de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton 2002 en de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor papier en karton 2006 voor toepassingen van Papier en Karton door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op verzoek van PRN algemeen verbindend verklaard.

    Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor toepassingen van papier en karton 2010 is hierop het vervolg.

  • 6. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de Overeenkomst is getoetst aan de Regeling verzoek afvalbeheersbijdragen van 9 mei 1994 (hierna: de regeling) en de Leidraad algemeen verbindend verklaring overeenkomst over een verwijderingsbijdrage (avv), zoals op 10 november 2000 vastgesteld door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, waarin achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:

    • a. Om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen is het noodzakelijk dat de indiener aantoont dat zijn verzoek de vereiste meerderheid heeft.

      PRN heeft aangegeven dat 69,4% van alle eerste ontvangers via lidmaatschap van een brancheorganisatie is aangesloten bij PRN. Deze eerste ontvangers vertegenwoordigen 84% van de totale afzet (in gewichtsvolume) van papier en karton in de categorie niet-verpakkingen.

      Hiermee is voldaan aan het meerderheidsvereiste.

    • b. Op grond van artikel 1, onder a, van de regeling dient in de Overeenkomst de naam, adres en registratienummer bij de Kamer van Koophandel van degenen die partij zijn bij de overeenkomst te worden gegeven.

      Het verzoek bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst en van de bedrijven die lid zijn van deze organisaties.

    • c. Op grond van artikel 1, onder b, van de regeling dient in de Overeenkomst de stof, het preparaat of het andere produkt waarop de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.

      PRN heeft aangegeven dat de afvalbeheersbijdrage betrekking heeft op nog te verwerken nieuw papier en karton, dat voor het eerst in Nederland wordt afgezet, en op nieuw papier en karton verwerkt in kant en klare geïmporteerde producten van papier en karton die voor het eerst in Nederland worden afgezet, steeds uitsluitend voorzover het toepassingen betreft die vallen onder artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, zijnde niet-verpakkingen. Hierbij wordt een product als een product van papier en karton beschouwd als de gewichtscomponent papier en/of karton het zwaarste deelmateriaal is.

    • d. Op grond van artikel 1, onder c, van de regeling dient in de Overeenkomst de hoogte of de wijze van berekenen van de afvalbeheersbijdrage aan de orde te komen.

      De afvalbeheersbijdrage dient ter dekking van ketendeficiten, transportdeficiten en systeemkosten. De afvalbeheersbijdrage wordt alleen geheven als dit noodzakelijk is ter dekking van één of meerdere van deze drie componenten. De hoogte van de afvalbeheersbijdrage wordt bij besluit van de Stichting Verwijderingsfonds vastgesteld aan de hand van vooraf vastgestelde formules.

    • e. Op grond van artikel 1, onder d, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.

      In de Overeenkomst is opgenomen dat de eerste ontvanger de afvalbeheersbijdrage afdraagt aan de Stichting Verwijderingsfonds. Onder een eerste ontvanger wordt verstaan degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland papier of karton dat niet gebruikt wordt voor de vervaardiging van verpakkingen afneemt met het doel dit bewerkt of onbewerkt aan een ander op de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, alsmede degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste kant en klare producten van papier of karton, niet zijnde verpakkingen, importeert.

    • f. Op grond van artikel 1, onder e, van de regeling dient in de Overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.

      Volgens de leidraad dient in de Overeenkomst gewaarborgd te worden dat de organisatie die de afvalbeheersbijdrage beheert onafhankelijk is en dat de geïnde gelden alleen voor de verwijdering van de betreffende producten in de afvalfase worden besteed.

      De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen aan de Stichting Verwijderingsfonds. Het bestuur van de stichting verwijderingsfonds bestaat uit vertegenwoordigers van de vullers van het fonds (eerste ontvangers) en vertegenwoordigers van degenen aan wie het fonds uitbetaalt. De vullers hebben een meerderheid van stemmen. Het bestuur wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.

      De geïnde afvalbeheersbijdragen komen uitsluitend ten goede aan het verwijderingsfonds, dat wil zeggen ten nutte van het uitkeren van afvalbeheersvergoedingen en transportvergoedingen en ter dekking van de systeemkosten.

      In de Overeenkomst is opgenomen dat Stichting PRN en Stichting Verwijderingsfonds zijn gehouden alle op basis van de Overeenkomst aan hen verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk te behandelen. Zij zien erop toe dat bestuursleden die werkzaam zijn voor een eerste ontvanger of voor enig ander bedrijf in de (oud)papier of kartonketen, geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de door individuele eerste ontvangers afgezette volumes.

    • g. Op grond van artikel 1, onder f, van de regeling dient in de Overeenkomst het tijdstip en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheersbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.

      In de Overeenkomst is opgenomen dat de afvalbeheersbijdrage is verschuldigd over een door de Stichting Verwijderingsfonds vast te stellen afdrachtperiode, zodra de noodzaak van afdracht volgens een besluit van de Stichting Verwijderingsfonds wordt vastgesteld. De afdrachtperiode dient zoveel mogelijk samen te vallen met een deficitperiode. De bijdrage gaat in per de eerste van de maand van een kwartaal dat volgt op de maand waarin het bestuursbesluit tot heffing is genomen. De voor een kwartaal vastgestelde afvalbeheersbijdragen worden na afloop van dat kwartaal aan de eerste ontvangers in rekening gebracht.

    • h. Op grond van artikel 1, onder g, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop controle op de afdracht plaatsvindt aan de orde te komen.

      Volgens de leidraad moet de controle uitgevoerd worden door een onafhankelijke derde, moet aangegeven worden welke stappen worden ondernomen indien uit de controle blijkt dat een bedrijf niet de juiste gegevens heeft aangeleverd of de verwijderingsbijdrage niet afdraagt en moet de controlefrequentie worden vermeld.

      In de mededeling is aangegeven dat PRN ieder kwartaal monitoringsgegevens opvraagt bij de eerste ontvangers. Aangegeven is dat PRN te allen tijde het recht heeft de juistheid en volledigheid van de gegeven informatie te (doen) controleren. PRN verlangt van de eerste ontvangers dat de monitoringsgegevens voorzien zijn van een accountantsverklaring. In de betalingsvoorwaarden en het boetereglement zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de stappen die ondernomen worden als de verplichtingen niet nagekomen zijn door de eerste ontvangers.

    • i. Op grond van artikel 1, onder h, van de regeling dient in de Overeenkomst de wijze waarop degene op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage is gelegd, gebruik kan maken van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere produkt, aan de orde te komen.

      Het afvalbeheersysteem van PRN is zodanig opgezet dat de zekerheid wordt geboden dat de eerste ontvangers aan hun verplichtingen tot inzameling en herverwerking van de door hen gebruikte producten van papier en karton (niet-verpakkingen) kunnen voldoen. Deze producten van papier en karton komen in de afvalstroom via huishoudens en bedrijven. Middels het afvalbeheerssysteem van PRN wordt de collectieve garantie geboden dat al het papier en karton (niet-verpakkingen) dat op de Nederlandse markt wordt gebracht, en dat gescheiden wordt ingezameld en aangeboden, wordt verwerkt.

    • j. Op grond van artikel 1, onder i, van de regeling dient in de Overeenkomst de looptijd van de Overeenkomst opgenomen te zijn.

      In de Overeenkomst is opgenomen dat deze in werking treedt op de dag van vervulling van de opschortende voorwaarde: van kracht worden van het besluit tot algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst. De Overeenkomst zal van kracht blijven tot uiterlijk 31 december 2015.

      De Overeenkomst eindigt voortijdig, indien de algemeen verbindend verklaring vervalt of artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton voor papier en karton (categorie niet-verpakkingen) in werking treedt.

      Daarnaast heeft PRN het recht om de Overeenkomst te beëindigen indien zij vaststelt dat geen (4de) Papiervezelconvenant van kracht wordt of blijft.

    • k. Op grond van artikel 2, onder a, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de met de afvalbeheersstructuur te realiseren milieudoelstellingen aangegeven te worden.

      Door PRN is aangegeven dat de afvalbeheersstructuur is gericht op maximale inzameling en materiaalhergebruik van het uit Nederlandse huishoudens en de KWDI-sector afkomstige oudpapier en -karton. Beoogd wordt onder alle omstandigheden materiaalhergebruik te bewerkstelligen. In Papiervezelconvenant IV, afgesloten tussen PRN en VNG, wordt afgesproken dat bevorderd wordt dat jaarlijks ten minste 75% van al het oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, dat uit particuliere huishoudens vrijkomt, gescheiden wordt ingezameld en dat oudpapier en -karton uit de KWDI-sector zo veel mogelijk gescheiden wordt gehouden en gescheiden wordt aangeboden.

      PRN garandeert dat 100% van het gescheiden ingezamelde oudpapier en -karton dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet en gescheiden aan bij PRN aangesloten oudpapierondernemingen wordt aangeboden, als materiaal wordt verwerkt.

    • l. Op grond van artikel 2, onder b en c, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de organisatorische, technische en financieel-economische opzet van de afvalbeheersstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere produkt overgelegd te worden.

      Organisatorisch

      Volgens de leidraad dient inzicht gegeven te worden in de loop van de verschillende afval- en geldstromen, de deelnemende partijen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Tenslotte moet inzicht gegeven worden in de betrokken rechtspersonen inclusief de statuten.

      Afvalstromen en geldstromen

      Gemeenten dragen zorg voor de gescheiden inzameling bij de huishoudens. Na inzameling draagt de gemeente of de feitelijk inzamelende instantie het oudpapier en -karton over aan een gecertificeerde oudpapieronderneming. De oudpapieronderneming betaalt de gemeente een prijs, die individueel met de gemeente wordt overeengekomen. Een gemeente die gebruik wil maken van de door PRN aangeboden afname en 2½-cent garantie kan zich aansluiten bij PRN. De 2½-cent garantie houdt in dat het verwijderingsfonds garandeert dat bij het systeem aangesloten gemeenten onder alle marktomstandigheden het gescheiden ingezamelde huishoudelijke oudpapier en -karton (niet-verpakkingen), dat aan bepaalde eisen voldoet, voor minimaal 25 euro per 1.000 kg aan een bij het systeem aangesloten oudpapieronderneming kunnen afdragen.

      De KWDI-sector is zelf financieel en organisatorisch verantwoordelijk voor het scheiden en gescheiden afgeven van oudpapier en -karton. De bedrijven hebben hiervoor zelf afspraken gemaakt met de oudpapierondernemingen.

      De oudpapierondernemingen verwerken het papier en zijn vervolgens vrij aan wie zij het doorverkopen.

      Deelnemende partijen, verantwoordelijkheden en rechtspersonen

      Gemeenten

      De bij PRN aangesloten gemeenten zijn verplicht al het bij huishoudens ingezamelde oudpapier en -karton af te leveren aan bij PRN aangesloten oudpapierondernemingen. De stromen oudpapier en -karton uit de KWDI-sector dienen ze apart te houden van de stroom uit de huishoudens.

      Oudpapierondernemingen

      De bij PRN aangesloten oudpapierondernemingen zijn verplicht het door de aangesloten gemeenten aan hen aangeboden ingezamelde oudpapier- en karton uit de huishoudens af te nemen. Zij zijn vervolgens vrij in de bewerking en verhandeling van het oudpapier en -karton.

      Papier- en kartonindustrie

      De bij PRN aangesloten papier- en kartonindustrie geeft een afnamegarantie voor al het, door bij het systeem aangesloten oudpapierondernemingen, gescheiden ingezamelde oudpapier en -karton, zowel uit particuliere huishoudens als uit de KWDI-sector.

      PRN

      PRN is opgericht door de branches uit de papier- en kartonketen. PRN is de uitvoeringsorganisatie die het inzamel- en herverwerkingssysteem uitvoert, zoals afgesproken in het papiervezelconvenant tussen PRN en de VNG.

      Stichting Verwijderingsfonds

      Stichting Verwijderingsfonds beheert het fonds, waaruit de afvalbeheersvergoedingen, transportvergoedingen en systeemkosten worden betaald.

      Overschotmanagement Oudpapier en -Karton B.V.

      Deze B.V. garandeert afname in overschotsituaties en is belast met de uitvoering, het beheer en eventuele verwijdering van overschotten van oudpapier en -karton.

      De statuten van PRN, Stichting Verwijderingsfonds en Overschotmanagement Oudpapier en -karton B.V. zijn bij het verzoek gevoegd.

      Technisch

      Volgens de leidraad dienen in ieder geval, de producten waarvoor de verwijderingsbijdrage wordt gebruikt, de gestelde kwaliteitseisen, het overdrachtspunt van de producten, de frequentie van inname, eventuele sorteeractiviteiten, het transport en de verwerkingstechnieken, vermeld te worden.

      Inzameling en verwerking

      Het oudpapier en -karton wordt veelal een aantal malen per maand door de inzamelende instanties opgehaald bij huishoudens en bedrijven (haalsystemen) en bij papierbakken en opslagruimtes van bijvoorbeeld sportverenigingen (brengsystemen). Vervolgens wordt het oudpapier en -karton na reiniging, bewerking en opslag bij de oudpapierondernemingen afgezet aan de binnen- en buitenlandse papier- en kartonindustrie. Aangezien er sprake is van continue inzameling en verwerking is er geen sprake van historische voorraden.

      Verwerkingstechnieken

      Bij de oudpapieronderneming wordt het oudpapier gereinigd, gesorteerd, geperst tot balen en afgevoerd naar de verwerkende industrie. Bij de verwerkende industrie wordt het oudpapier vervolgens verwerkt tot nieuw papier en -karton.

      Kwaliteitseisen

      De kwaliteitseisen worden vastgelegd in Papiervezelconvenant IV. Oudpapier en -karton met een vervuilings- en/of vochtpercentage van meer dan 10% wordt door de oudpapierondernemingen geweigerd en valt niet onder de afname- en 2½-cent-garantie.

      Financieel-economisch

      Volgens de leidraad is er inzicht benodigd in de kosten van het verwijderingssysteem, een onderbouwing van de hoogte van de verwijderingsbijdrage en de eventuele fondsvorming.

      Inkomstenkant

      Het verwijderingsfonds wordt gevuld door een heffing op op de Nederlandse markt gebracht(e) nog te verwerken nieuw papier en karton en op papier en karton verwerkt in nieuwe, kant en klare geïmporteerde producten van papier en karton, niet zijnde verpakkingen. De afvalbeheersbijdrage wordt geheven op het moment dat de noodzaak van afdracht volgens een besluit van de Stichting Verwijderingsfonds wordt vastgesteld.

      Uitgavenkant

      Het verwijderingsfonds dient ter dekking van:

      • a. ketendeficiten

      • b. transportdeficiten

      • c. systeemkosten

      ad a.

      Een ketendeficit is het negatieve verschil tussen de berekende gemiddelde internationale opbrengstprijs van het ingezamelde oudpapier en de som van de standaard verwerkingskosten van de oudpapierindustrie en de afzetgarantieprijs. In tijden waarin er sprake is van een ketendeficit dat hoger is dan de afzetgarantieprijs, krijgen de oudpapierondernemingen ter compensatie van die te lage opbrengst, via de gemeenten, een vergoeding uit het verwijderingsfonds.

      ad b.

      Er is sprake van een transportdeficit als er binnen de gemeente geen overdrachtspunt aanwezig is en de transportkosten van de gemeente naar de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming zodanig zijn dat de opbrengst van het oudpapier en -karton voor de gemeente lager wordt dan 2½ cent per kilogram. De transportkosten worden vergoed volgens het ‘Protocol terzake van de vaststelling van de standaard transportkosten’.

      ad c.

      Onder systeemkosten wordt verstaan:

      • kosten voor onderzoek met betrekking tot en de ontwikkeling van het afvalbeheerssysteem voor oudpapier en -karton

      • investeringskosten

      • logistieke kosten

      • organisatorische kosten van Stichting Papier Recycling Nederland en Stichting Verwijderingsfonds.

        Fondsvorming

        Het uitgangspunt van het systeem is om alleen afvalbeheersbijdragen op te leggen voor zover dat nodig is in verband met een zich op enig moment voordoend ketendeficit, transportdeficit of systeemkosten. Het is in principe een tijdelijke heffing, die alleen geldt op momenten dat fondsbehoefte aanwezig is. Fondsvorming maakt dus in principe geen onderdeel uit van het systeem van PRN. Er zijn echter enkele praktische redenen die een beperkte fondsvorming nodig maken. Als gevolg van de systematiek is het noodzakelijk het verwijderingsfonds te vullen met een basisbedrag dat gebruikt wordt om de periode tussen uitbetaling van afvalbeheersvergoedingen en inning van afvalbeheersbijdragen te kunnen overbruggen, de overbruggingsreserve. Daarnaast kan fondsvorming ontstaan door schattingsverschillen, opgelegde boetes, forfaitaire heffingen en systeemkosten.

        Het verwijderingsfonds zal in geen geval het volgens de regeling bepaalde maximum van 1,5 keer de voor een jaar begrote kosten van verwijdering overstijgen.

        Er zijn met PRN afspraken gemaakt over de hoogte van de fondsvorming naar aanleiding van het project ‘Neveneffecten van producenten-verantwoordelijkheid in het afvalstoffenbeleid’. In het kader van dit project is met PRN overeengekomen dat de overbruggingsreserve 3,5 miljoen zal zijn.

        Uit het verzoek blijkt dat het totale bedrag in het fonds is gestegen naar circa 7,1 miljoen. Het bedrag in het fonds dat niet tot de overbruggingsreserve is gerekend, is bestemd als buffer om de beheerskosten van de organisatie PRN te dekken voor de komende 4 à 5 jaar. PRN heeft deze buffer nodig aangezien PRN maar eens in de 5 jaar een verwijderingsbijdrage kan heffen voor de beheerskosten.

        Verder zullen de afspraken tussen de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en PRN in het kader van het project ‘Neveneffecten van producentenverantwoordelijkheid in het afvalstoffenbeleid’ onverminderd van toepassing blijven.

        Een van die afspraken is dat bij een beëindiging van het systeem het eventueel batig saldo gerestitueerd wordt aan PRN en dat dit vervolgens in lijn met de producentenverantwoordelijkheid zal worden besteed. Daarbij is afgesproken dat dit te zijner tijd wordt opgenomen in de statuten van PRN. Aangezien de statuten van PRN tot op heden nog niet zijn gewijzigd, wordt ervan uitgegaan dat de wijziging van de statuten van PRN binnen de komende periode van de algemeen verbindend verklaring zal worden doorgevoerd. Bij een eventueel nieuw verzoek om de overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor toepassingen van papier en karton algemeen verbindend te verklaren, zal deze wijziging betrokken worden bij de beoordeling.

      • m. Op grond van artikel 2, onder d, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop de afvalbeheersstructuur past in internationaal verband aangegeven te worden.

        In het buitenland zijn geen systemen opgezet voor papier en karton, niet zijnde verpakkingen. Voor verpakkingen van papier en karton zijn er systemen van permanente, vaste heffingen voor verpakkingen van papier en karton, ongeacht de marktomstandigheden, waaruit inzamelingsinspanningen kunnen worden bekostigd.

        De inzamelstructuur heeft geen invloed op de verhoudingen op de betrokken Europese markten. Het systeem heeft slechts betrekking op nieuw papier en karton dat op de Nederlandse markt wordt gebracht en op de inzameling van oudpapier en -karton afkomstig van Nederlandse huishoudens. De oudpapierondernemingen kunnen het papier en karton vrijelijk op de internationale markt afzetten. Het systeem heeft hier geen invloed op.

      • n. Op grond van artikel 2, onder e, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de marktstructuur van degenen die die stof, dat preparaat of dat andere product in Nederland invoeren of op de markt brengen, aangegeven te worden.

        Volgens de leidraad dient in ieder geval ingegaan te worden op het aantal bedrijven dat actief is op de markt, de omzet van deze bedrijven en of er sprake is van een groeimarkt.

        De markt voor nieuw papier en karton is een internationale markt. Op de Nederlandse markt zijn circa 2.256 bedrijven actief. Jaarlijks wordt ongeveer 1,58 miljoen ton nog te verwerken papier en karton en producten van papier en karton, zijnde niet-verpakkingen, in Nederland afgezet.

        Het PRN-systeem heeft ten doel om concurrentieverstoring ten gevolge van het systeem te voorkomen. De periode dat er een afvalbeheersbijdrage geheven wordt is beperkt, aangezien er alleen afvalbeheersbijdragen geheven worden in tijden van een ketendeficit. Als er wel een afvalbeheersbijdrage geheven wordt, betaalt iedereen een bijdrage die volgens een vooraf vastgestelde formule berekend wordt.

      • o. Op grond van artikel 2, onder f, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is een ieder van de onder e bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken, aangegeven te worden.

        Voor de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor Papier en Karton 2006 zijn circa 14.500 bedrijven benaderd. Hiervan zijn uiteindelijk 2.550 bedrijven (monitoring status 2010) als eerste ontvanger geïdentificeerd voor de categorie niet-verpakkingen. Ook voor de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton zullen deze bedrijven betrokken blijven en zullen mutaties afkomstig van de bedrijven zelf, dan wel via ledenlijsten en de Kamer van Koophandel of internet blijvend worden geregistreerd en geadministreerd.

      • p. Op grond van artikel 2, onder g, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is te voorkomen dat gebruikers van die stof, dat preparaat of dat andere product in de praktijk meer dan eenmaal een bijdrage voor het beheer daarvan verschuldigd zullen zijn, aangegeven te worden.

        De definitie van eerste ontvanger sluit de mogelijkheid uit dat de afvalbeheersbijdrage papier en karton meer dan éénmaal wordt geheven. De eerste ontvanger draagt in geval van ketendeficiten een afvalbeheersbijdrage af aan het verwijderingsfonds. De eerste ontvanger is verplicht de bijdrage op de factuur door te belasten aan zijn afnemer. Die vervolgens vrij is om het bedrag in zijn kostprijs op te nemen en deze integraal in de verkoopprijs door te belasten.

      • q. Op grond van artikel 2, onder h, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de consument voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheersbijdrage, aangegeven te worden. Indien de verwijderingsbijdrage geen consumenten, maar bedrijven treft, zullen de voorlichtingsactiviteiten uiteraard moeten worden toegespitst op deze bedrijven.

        De voorlichting is in principe niet op consumenten gericht, aangezien de afvalbeheersbijdrage wordt geheven bij de eerste ontvanger van papier en karton. In overleg met de aangesloten gemeenten hanteert PRN communicatiemiddelen die via de gemeenten bij de consumenten terecht komen. Deze middelen hebben tot doel de brongescheiden inzameling van oud papier bij huishoudens te bevorderen en de vervuiling van oud papier tegen te gaan.

        PRN informeert bedrijven, gemeenten en andere betrokken organisaties over het systeem door middel van een uitgebreide brochure, waarin alle aspecten van het afvalbeheerssysteem met betrekking tot de categorie niet-verpakkingen van papier en karton aan bod komen.

        Ingeval een heffing wordt opgelegd aan de eerste ontvangers, worden deze hierover schriftelijk van tevoren geïnformeerd. Ook zullen de brancheorganisaties deze informatie opnemen in hun nieuwsbrieven en zullen zij de informatie over de afdracht, zoals de reden waarom, de hoogte en de duur, op hun websites plaatsen. Tevens wordt deze informatie op de website van PRN vermeld.

      • r. Op grond van artikel 2, onder i, van de regeling dient naast de Overeenkomst over een afvalbeheersbijdrage in ieder geval de wijze van rapportage over de voortgang van de punten onder a tot en met d van de regeling, aangegeven te worden.

        Volgens de leidraad dient aangegeven te worden de wijze waarop de informatie wordt verzameld, de frequentie waarmee de informatie wordt verzameld en een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie.

        De monitoring ten behoeve van de rapportage vindt plaats door middel van een maandelijkse schriftelijke opgave van aangesloten gemeenten en de oudpapierondernemingen. De monitoringsfrequentie bij de eerste ontvangers is per kwartaal. De opgave door de eerste ontvangers wordt jaarlijks bevestigd door accountantsverklaringen over de 4 kwartalen.

Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer,

Besluit:

  • I. de Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van Papier en Karton algemeen verbindend te verklaren vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2015 of zoveel eerder als de Overeenkomst voortijdig eindigt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Van dit besluit zal mededeling gedaan worden in de Staatscourant onder bijvoeging van de tekst van de Overeenkomst.

OVEREENKOMST

Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton

Partijen,

  • I Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, statutair gevestigd te Amstelveen, hierna: het KVGO;

  • II Het Nederlands Uitgeversverbond, statutair gevestigd te Amsterdam, hierna: het NUV;

  • III De Vereniging van Papier Groothandelaren, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna: de VPG;

  • IV Stichting van Leveranciers van Hygiënische Papierprodukten, statutair gevestigd te Haarlem, hierna: de SLHP;

  • V Stichting Papier Recycling Nederland, statutair gevestigd te Haarlem, hierna: PRN;

  • VI Stichting Verwijderingsfonds, statutair gevestigd te Haarlem.

Al deze partijen te dezen krachtens aangehechte volmachten rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer mr. H.M. Vermeulen, in zijn hoedanigheid van vicevoorzitter van Stichting Papier Recycling Nederland (PRN).

Overwegende:

  • dat oudpapier en -karton uit huishoudens gescheiden wordt ingezameld door of in opdracht van gemeenten die op hun beurt het oudpapier en -karton doorverkopen aan oudpapierondernemingen;

  • dat in tijden van lage oudpapierprijzen de door oudpapierondernemingen te betalen vergoeding aan gemeenten te laag kan zijn om de kosten van verwerking te dekken, in welk geval sprake is van een deficit;

  • dat de onderhavige overeenkomst de basis vormt voor de heffing van afvalbeheersbijdragen die zijn bestemd voor de uitvoering van de verplichtingen van PRN ingevolge het vierde Papiervezelconvenant betreffende met name mogelijke ketendeficiten in de papier- en kartonketen en mogelijke gemeentelijke transportdeficiten;

  • dat de afvalbeheersbijdrage wordt opgebracht door een generieke afvalbeheersbijdrage op het papier- en kartonverbruik voor niet-verpakkingen in Nederland;

  • dat partijen deze overeenkomst willen sluiten onder gebruikmaking van de mogelijkheid die artikel 15.36 Wet milieubeheer biedt om deze overeenkomst algemeen verbindend te laten verklaren;

  • dat partijen genoemd onder I–IV, wat betreft aantal en omzet van hun leden een belangrijke meerderheid van de eerste ontvangers van nieuw papier en karton in Nederland vormen voor de categorie niet-verpakkingen;

  • dat deze overeenkomst mede ondertekend wordt door PRN en Stichting Verwijderingsfonds aangezien deze stichtingen (mede) in het leven zijn geroepen in het kader van de uitvoering van de verplichtingen die de partijen genoemd onder I–IV uit hoofde van deze overeenkomst jegens elkaar en de stichtingen aangaan;

  • dat de verwerking van overschotten niet wordt gefinancierd uit het Verwijderingsfonds, doch geheel voor rekening en risico komt van de bij het inzamel- en verwerkingssysteem aangesloten papier- en kartonindustrie;

  • dat de afspraken in deze overeenkomst niet op mededingingsrechtelijk relevante punten afwijken van de afspraken in de voorloper van deze overeenkomst die de NMa bij besluit van 10 december 2003 heeft goedgekeurd,

komen het volgende overeen:

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. eerste ontvanger:

degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland papier of karton dat niet gebruikt wordt voor de vervaardiging van verpakkingen afneemt, met het doel dit bewerkt of onbewerkt aan een ander op de Nederlandse markt ter beschikking te stellen, alsmede degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste kant en klare producten van papier of karton – niet zijnde verpakkingen – importeert;

2. papier en/of karton:

papier en/of karton voor toepassingen anders dan verpakkingen;

3. product van papier:

product waarbij de gewichtscomponent papier het zwaarste deelmateriaal is;

4. product van karton:

product waarbij de gewichtscomponent karton het zwaarste deelmateriaal is;

5. papiergroothandel:

elke ondernemer in Nederland die direct van papierfabrikanten (producten van) papier afneemt, hetzij importeert, met het doel dit in Nederland af te zetten;

6. oudpapier:

al het oudpapier en -karton uit Nederlandse huishoudens met uitzondering van zodanig oudpapier dat naar bestemming of volgens de geldende stand der techniek naar zijn aard niet recyclebaar is, zoals papier gebruikt in waardepapier, boeken, behang of sanitaire producten;

7. standaard verwerkingskosten:

de periodiek op basis van indexaties aangepaste kosten voor reiniging, sortering, bewerking, opslag en transport van oudpapier (vanaf de elektronische weegbrug op het eigen terrein van een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming – het overdrachtspunt –) naar de afnemers van oudpapier, van een theoretische, efficiënte, middelgrote oudpapieronderneming, vastgesteld door PRN op basis van een kostenonderzoek dat in opdracht van Stichting Verwijderingsfonds wordt uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen;

8. internationale marktprijs:

de – volgens een door het bestuur van Stichting Verwijderingsfonds goedgekeurde methodiek – berekende gemiddelde marktprijs van oudpapier, die exclusief wordt vastgesteld ten behoeve van het vaststellen van het ketendeficit;

9. ketendeficit:

het negatieve saldo van de op enig moment actuele internationale marktprijs voor oudpapier minus de som van (a) de door of namens PRN periodiek vastgestelde standaard verwerkingskosten en (b) de door PRN met gemeenten overeengekomen afzetgarantieprijs (zie hierna: 11 en 12);

10. transportdeficit:

de kosten van een bij PRN aangesloten gemeente – waarbinnen geen bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aanwezig is – voor het transport van oudpapier vanaf de gemeentegrens naar de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming, voorzover deze kosten leiden tot een opbrengst voor de desbetreffende gemeente lager dan de afzetgarantieprijs, zoals gemaximeerd door Stichting Verwijderingsfonds in het met instemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vastgestelde ‘Protocol ter zake van de vaststelling van de standaard transportkosten’;

11. afvalbeheersvergoeding:

de door Stichting Verwijderingsfonds vastgestelde vergoeding (in cent per kilogram) die in het kader van het inzamel- en verwerkingssysteem voor oudpapier uit het verwijderingsfonds wordt uitgekeerd aan gemeenten ter suppletie van een ketendeficit, waarbij geldt dat de afvalbeheersvergoeding (per kilogram) de standaard verwerkingskosten (per kilogram) vermeerderd met de afzetgarantieprijs (per kilogram) niet zal overtreffen;

12. afzetgarantieprijs:

de door PRN met gemeenten overeengekomen, gegarandeerde bijdrage – per kilogram oudpapier en -karton (in cent per kilogram) – aan de gemeentelijke inzamelingskosten;

13. transportvergoeding:

de door Stichting Verwijderingsfonds vastgestelde vergoeding (in cent per kilogram) die in het kader van het inzamel- en verwerkingssysteem voor oudpapier uit het verwijderingsfonds wordt uitgekeerd aan gemeenten ter suppletie van het transportdeficit;

14. systeemkosten:

kosten voor onderzoek met betrekking tot en de ontwikkeling van het afvalbeheerssysteem voor oudpapier, alsmede investeringskosten, logistieke kosten en organisatorische kosten van PRN en Stichting Verwijderingsfonds;

15. afvalbeheersbijdrage:

het bedrag dat op grond van deze overeenkomst door een eerste ontvanger dient te worden afgedragen aan Stichting Verwijderingsfonds, bedoeld ter dekking van door Stichting Verwijderingsfonds te betalen afvalbeheersvergoedingen, transportvergoedingen en systeemkosten.

Artikel 2 Afdrachtperiode afvalbeheersbijdrage

De afvalbeheersbijdrage is verschuldigd over een door Stichting Verwijderingsfonds vast te stellen afdrachtperiode, zodra de noodzaak van afdracht volgens een besluit van Stichting Verwijderingsfonds wordt vastgesteld, waarbij deze afdrachtperiode zoveel mogelijk dient samen te vallen met een deficitperiode. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijke omstandigheid dat de geringe hoogte van de respectievelijke bijdragen de voor partijen aan afdracht verbonden administratieve kosten niet rechtvaardigt. De (wijziging van de) bijdrage gaat in per de eerste van de maand van een kwartaal dat volgt op de maand waarin het bestuursbesluit tot heffing c.q. wijziging van de bijdrage is genomen. De voor een kwartaal vastgestelde afvalbeheersbijdragen worden na afloop van dat kwartaal in rekening gebracht.

Artikel 3 Hoogte afvalbeheersbijdrage

  • 1. De totale generieke afvalbeheersbijdrage is een optelsom van de hierna onder lid 3, 5 en 7 beschreven componenten.

  • 2. De hoogte van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van afvalbeheersvergoedingen wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld aan de hand van de volgende formule (zie lid 3).

  • 3. De generieke afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen bedraagt:

    waarbij:

    i = de hoeveelheid uit Nederlandse huishoudens in te zamelen oudpapier (categorie niet-verpakkingen) waarvoor volgens een schatting van PRN een afvalbeheersvergoeding zal worden betaald (in kilogram);

    vv = de afvalbeheersvergoeding (in cent per kilogram);

    pv tot = de door PRN geschatte totale hoeveelheid (in kilogram) in de betreffende afdrachtperiode door eerste ontvangers in de uitoefening van hun beroep of bedrijf in Nederland als eerste aan een ander ter beschikking gestelde (producten van) papier en/of karton die niet gebruikt wordt/worden voor de vervaardiging van verpakkingen (hierna: de ‘door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton’).

  • 4. De hoogte van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de transportvergoedingen wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld (zie lid 5).

  • 5. De afvalbeheersbijdrage (in cent per kilogram) ter dekking van de transportvergoedingen is gelijk aan de som van de totale door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode verschuldigde transportvergoedingen, gedeeld door de door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton, categorie niet-verpakkingen.

  • 6. Het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de systeemkosten wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds voor partijen bindend vastgesteld (zie lid 7).

  • 7. De afvalbeheersbijdrage (in cent per kilogram) ter dekking van systeemkosten is gelijk aan de door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode vastgestelde systeemkosten, gedeeld door de door PRN geschatte hoeveelheid nieuw papier en karton, categorie niet-verpakkingen.

Artikel 4 Aangrijpingspunt afvalbeheersbijdragen

  • 1. De afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen door de eerste ontvanger aan Stichting Verwijderingsfonds.

  • 2. Indien een papiergroothandel is aangesloten bij PRN door middel van ondertekening van een factureringsovereenkomst wordt, in afwijking van artikel 1 onder lid 1), niet deze papiergroothandel maar diens afnemer(s) aangemerkt als eerste ontvanger(s). Dit geldt uitsluitend voor de afname van nieuw nog te verwerken papier en/of karton; voor de import van producten van papier en/of karton is de papiergroothandel zelf eerste ontvanger in de zin van artikel 1 eerste lid.

  • 3. Voorzover ondernemingen papier en/of karton inkopen via een bij PRN aangesloten papiergroothandel zoals bedoeld in het tweede lid, worden de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen, de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de transportvergoedingen en de afvalbeheersbijdrage ter dekking van systeemkosten namens hen door deze papiergroothandel aan Stichting Verwijderingsfonds afgedragen.

  • 4. In het geval bedoeld in het tweede en derde lid betalen de individuele ondernemingen de voor hen af te dragen afvalbeheersbijdragen over de door hen individueel afgenomen hoeveelheid papier en karton aan de papiergroothandel.

  • 5. Een afvalbeheersbijdrage is alleen verschuldigd in het kader van de verplichtingen van PRN op basis van het vierde Papiervezelconvenant. Bij de berekening van de hoogte van de op grond van deze overeenkomst verschuldigde afvalbeheersbijdrage wordt in aanmerking genomen dat op grond van het vierde Papiervezelconvenant slechts een verplichting tot betaling van afvalbeheersvergoedingen en transportvergoedingen geldt voor het gedeelte van het ingezamelde oudpapier dat representatief is voor het papier en karton (categorie niet-verpakkingen) dat circa 77% uitmaakt van het totale volume gescheiden ingezamelde oudpapier en -karton uit huishoudens.

  • 6. De verplichting tot afdracht van het gedeelte van de afvalbeheersbijdrage ter dekking van de afvalbeheersvergoedingen geldt niet voor overschotten. Voor de verwijdering van overschotten draagt de bij PRN aangesloten papier- en kartonindustrie zorg.

  • 7. De eerste ontvanger is verplicht de door hem over een bepaalde periode verschuldigde afvalbeheersbijdrage – voor producten in de categorie niet-verpakkingen – aan zijn afnemer in rekening te brengen onder aparte vermelding op de factuur.

  • 8. Bij de verplichte doorbelasting genoemd in het zevende lid dient als grondslag voor de doorberekening gehanteerd te worden de hoeveelheid door de afnemer, in de periode waarover de afvalbeheersbijdrage aan de eerste ontvanger in rekening wordt gebracht, afgenomen papier en karton of de hoeveelheid ten behoeve van het afgenomen product verwerkte papier en karton (beide betreffende de categorie niet-verpakkingen).

Artikel 5 Informatieverstrekking en controle

  • 1. Partijen verbinden zich elkaar alsmede PRN en Stichting Verwijderingsfonds alle informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijk is.

  • 2. Partijen verbinden zich in het bijzonder de door PRN – door middel van monitoring-formulieren – opgevraagde informatie binnen een door PRN te bepalen termijn te verstrekken.

  • 3. PRN heeft te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de gegeven informatie te (doen) controleren, zoals door het opvragen van een accountantsverklaring.

  • 4. Een eerste ontvanger heeft een meldingsplicht bij PRN.

  • 5. Indien een eerste ontvanger de verplichting ingevolge het tweede lid niet nakomt, kan Stichting Verwijderingsfonds hem een forfaitaire bijdrage opleggen, die zoveel mogelijk wordt vastgesteld aan de hand van in het verleden door de betreffende eerste ontvanger opgegeven informatie.

  • 6. Indien een eerste ontvanger de verplichtingen ingevolge het tweede, derde, vierde of vijfde lid niet nakomt, kan Stichting Verwijderingsfonds hem door middel van een schriftelijke mededeling alsnog manen zijn verplichtingen binnen een daarin opgenomen redelijke termijn na te komen. Ingeval de eerste ontvanger zijn verplichtingen binnen de in de vorige volzin genoemde termijn niet nakomt, kan Stichting Verwijderingsfonds hem een boete opleggen volgens het boetereglement van Stichting Verwijderingsfonds.

    Het boetereglement is aangehecht aan deze overeenkomst en wordt geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

  • 7. PRN en Stichting Verwijderingsfonds zijn gehouden alle op basis van deze overeenkomst aan hen verstrekte bedrijfsvertrouwelijke informatie vertrouwelijk te behandelen. Zij zien erop toe dat bestuursleden die werkzaam zijn voor een eerste ontvanger of voor enig ander bedrijf in de (oud)papier of kartonketen, geen inzage krijgen in gegevens die inzicht verschaffen in de door individuele eerste ontvangers afgezette volumes.

Artikel 6 Betalingsvoorwaarden

  • 1. Voor alle betalingen genoemd in deze overeenkomst gelden de betalingsvoorwaarden, waaronder die omtrent betalingstermijnen van (forfaitaire) afvalbeheersbijdragen, zoals vastgesteld door Stichting Verwijderingsfonds. De betalingsvoorwaarden zijn aangehecht aan deze overeenkomst en worden geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

  • 2. Voor door Stichting Verwijderingsfonds opgelegde boetes gelden afwijkende betalingstermijnen. Deze zijn opgenomen in het boetereglement dat is aangehecht aan deze overeenkomst en wordt geacht daarvan integraal onderdeel uit te maken.

Artikel 7 Toepasselijk recht

Op deze overeenkomst is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.

Artikel 8 Geschillen

Geschillen voortvloeiend uit of samenhangend met deze overeenkomst zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de absoluut bevoegde rechter te Haarlem, tenzij tussen partijen alsnog arbitrage is overeengekomen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van vervulling van de volgende opschortende voorwaarde:

    • i. van kracht worden van het besluit tot algemeen verbindend verklaren van deze overeenkomst op basis van artikel 15.36 Wet milieubeheer.

    De overeenkomst zal van kracht blijven tot uiterlijk 31 december 2015.

  • 2. Deze overeenkomst eindigt voortijdig indien zich één van de volgende gebeurtenissen voordoet:

    • i. vervallen van de algemeen verbindend verklaring;

    • ii. inwerkingtreding van artikel 5 van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, voor papier en karton niet zijnde verpakkingen.

  • 3. PRN heeft het recht deze overeenkomst eenzijdig te beëindigen indien zij vaststelt dat het vierde Papiervezelconvenant niet van kracht blijft en dat in de toekomst derhalve geen situatie (meer) zal ontstaan waarin op basis van deze overeenkomst afvalbeheersbijdragen zullen worden afgedragen.

Artikel 10 Nietigheid en heronderhandeling

Indien enig onderdeel van deze overeenkomst nietig blijkt te zijn dan wel wijziging van enig onderdeel van de overeenkomst moet plaatsvinden vanwege wetswijziging of ander overheidsingrijpen, zijn partijen gehouden te goeder trouw met elkaar te onderhandelen teneinde een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij hetgeen partijen met deze oorspronkelijke overeenkomst hebben beoogd, met inachtneming van de gewijzigde omstandigheden.

Artikel 11 Wijziging van omstandigheden

Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat een der partijen meent dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet van haar mag worden verwacht, heeft zij het recht dit te melden aan de overige partijen.

Op verzoek van de bedoelde partij kunnen partijen met elkaar in overleg treden teneinde de gevolgen van de overeenkomst te wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk te ontbinden.

Het voorafgaande is niet van toepassing voorzover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van de partij die zich erop beroept.

Artikel 12 Slotbepaling

Deze overeenkomst wordt aangehaald als: ‘Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton’.

Aldus ondertekend op 23 december 2010, te Eindhoven

namens het KVGO, het NUV, de VPG, de SLHP, Stichting PRN en Stichting Verwijderingsfonds,

(handtekening)

Mr. H.M. Vermeulen

vicevoorzitter Stichting Papier Recycling Nederland

Bijlagen (2):

  • 1: Boetereglement van PRN en Stichting Verwijderingsfonds;

  • 2: Betalingsvoorwaarden.

Bijlage 1

Boetereglement van Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) en Stichting Verwijderingsfonds (SVF)

Op grond van artikel 5, lid 6, van de ‘Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton’ (hierna: de ‘Overeenkomst’) kan Stichting Verwijderingsfonds boetes opleggen aan eerste ontvangers die niet hebben voldaan aan de verplichtingen zoals vastgelegd in artikel 5, leden 2, 3, 4 en 5 van de Overeenkomst.

Artikel 1

Indien van een eerste ontvanger niet binnen de daartoe gestelde termijn de door middel van het monitoringformulier opgevraagde gegevens ex artikel 5, lid 2 van de Overeenkomst door Stichting Papier Recycling Nederland (hierna: PRN) zijn ontvangen of de verplichtingen op basis van de artikelen 5, leden 3, 4 en 5 niet nakomt, is hij een boete verschuldigd. Deze boete wordt vastgesteld door Stichting Verwijderingsfonds en zal door middel van een factuur door Stichting Verwijderingsfonds in rekening worden gebracht (hierna: ‘Eerste Boetefactuur’).

Artikel 2

  • 1. De in artikel 1 van dit boetereglement genoemde boete wordt vastgesteld aan de hand van de door PRN en Stichting Verwijderingsfonds geschatte hoeveelheid ingekocht papier en karton – of kant en klare producten van papier en/of karton – (categorie niet-verpakkingen) op jaarbasis, die door de eerste ontvanger door middel van het monitoringformulier aan PRN zou zijn opgegeven. Hierbij wordt de volgende indeling gemaakt:

    Hoeveelheid (x 1.000 kg)

    Boete in €

    van

    0

    tot

    100

    250

    van

    100

    tot

    500

    500

    van

    500

    tot

    2.000

    1.250

    van

    2.000

    tot

    5.000

    2.500

    van

    5.000

    tot

    10.000

    4.500

    vanaf

    10.000

       

    7.000

  • 2. Indien PRN geen schatting van de hoeveelheid door de eerste ontvanger ingekocht papier en karton – of kant en klare producten van papier en/of karton – (categorie niet-verpakkingen) kan maken op basis van eerder ontvangen monitoringformulieren, is zij gerechtigd om op basis van andere uitgangspunten een schatting te maken.

Artikel 3

Het voldoen van een conform dit boetereglement opgelegde boete, ontslaat de eerste ontvanger niet van de verplichting om de, door middel van het monitoringformulier, gevraagde gegevens aan PRN te verstrekken.

Artikel 4

  • 1. De boete zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement wordt verhoogd met 50% indien:

    • a. de, door middel van het monitoringformulier, gevraagde gegevens niet binnen 30 kalenderdagen na dagtekening van de ‘Eerste Boetefactuur’ door PRN zijn ontvangen respectievelijk de verplichtingen op basis van artikel 5, leden 3, 4 en 5 niet binnen 30 dagen alsnog worden nagekomen; of:

    • b. Stichting Verwijderingsfonds betaling van de boete (incl. BTW) niet binnen 30 kalenderdagen na dagtekening van de ‘Eerste Boetefactuur’ heeft ontvangen.

  • 2. De boete zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement wordt verhoogd tot een bedrag gelijk aan 200% van de oorspronkelijke boete indien:

    • a. de, door middel van het monitoringformulier, gevraagde gegevens niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de ‘Eerste Boetefactuur’ door PRN zijn ontvangen respectievelijk de verplichtingen op basis van artikel 5, leden 3, 4 en 5 niet binnen 30 dagen alsnog worden nagekomen; of:

    • b. Stichting Verwijderingsfonds betaling van de boete (incl. BTW) niet binnen 60 kalenderdagen na dagtekening van de ‘Eerste Boetefactuur’ heeft ontvangen.

  • 3. Indien betaling van de boete (incl. BTW) niet binnen 75 kalenderdagen na dagtekening van de ‘Eerste Boetefactuur’ is ontvangen, zal Stichting Verwijderingsfonds de incasso van de boete overdragen aan een derde.

Artikel 5

Alle kosten die Stichting Verwijderingsfonds in en/of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een eerste ontvanger verschuldigde en niet tijdig betaalde boete zijn voor rekening van de eerste ontvanger. Deze kosten worden geacht ten minste 15% te bedragen van het gevorderde bedrag.

Artikel 6

Stichting Verwijderingsfonds behoudt zich het recht voor dit boetereglement op enig moment aan te passen.

BIJLAGE 2

Betalingsvoorwaarden

Op grond van artikel 6 van de ‘Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2010 voor toepassingen van papier en karton’ (hierna: ‘de Overeenkomst’) hanteert Stichting Verwijderingsfonds de volgende betalingsbepalingen:

Artikel 1

  • 1. De factuur heeft een initiële termijn van 30 dagen na factuurdatum;

  • 2. Een eerste rappel tot betaling van de factuur wordt toegezonden indien Stichting Verwijderingsfonds betaling van het totale factuurbedrag (inclusief BTW) niet binnen 32 kalenderdagen na dagtekening van de factuur heeft ontvangen. Deze rappel geeft een termijn van 14 dagen;

  • 3. Een tweede rappel tot betaling van de factuur wordt toegezonden indien Stichting Verwijderingsfonds betaling van het totale factuurbedrag (inclusief BTW) niet binnen 47 kalenderdagen na dagtekening van de factuur heeft ontvangen. Deze rappel geeft een termijn van 14 dagen en vermeldt dat de vordering na overschrijden van die termijn aan een incassobureau wordt overgedragen;

  • 4. Indien Stichting Verwijderingsfonds betaling van het totale factuurbedrag (inclusief BTW) niet binnen 62 kalenderdagen na dagtekening van de factuur (inclusief BTW) heeft ontvangen wordt de vordering aan een incassobureau overgedragen;

  • 5. Indien Stichting Verwijderingsfonds betaling van het totale factuurbedrag (inclusief BTW en inclusief incassokosten (zie artikel 2)) alsnog niet binnen 150 kalenderdagen na dagtekening van de factuur heeft ontvangen worden juridische stappen ondernomen;

Artikel 2

Alle kosten die Stichting Verwijderingsfonds in en/of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een eerste ontvanger verschuldigde en niet tijdig betaalde afvalbeheersbijdrage of forfaitaire bijdrage, zijn voor rekening van de eerste ontvanger. Deze kosten worden geacht ten minste 15% te bedragen van het gevorderde bedrag.

Artikel 3

Voor door Stichting Verwijderingsfonds opgelegde boetes gelden andere betalingstermijnen dan hierboven aangegeven. De betalingstermijnen ten aanzien van boetes zijn opgenomen in het ‘Boetereglement van Stichting Verwijderingsfonds’.

Artikel 4

Stichting Verwijderingsfonds behoudt zich het recht voor de betalingsvoorwaarden op enig moment aan te passen.

Naar boven