Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nr. MC-U-3080789, houdende aanpassing van de Wet zorginstellingen BES op grond van artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling aanpassing Wet zorginstellingen BES)

22 september 2011

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

ARTIKEL I

De Wet zorginstellingen BES wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervallen de onderdelen a, b, e en h.

B

Hoofdstuk 2 en de artikelen 3 tot en met 7 vervallen.

C

In artikel 12, tweede lid, vervalt: , het desbetreffende bestuurscollege.

D

In artikel 13 wordt ‘dat’ vervangen door: die.

E

In artikel 21, tweede lid, wordt ‘bestuurscollege’ vervangen door: Onze Minister.

F

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen criteria worden vastgesteld waaraan een laboratorium voor het verrichten van zorgondersteunende werkzaamheden moet voldoen.

G

Artikel 25 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste en tweede lid vervallen.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.

3. Het vijfde lid wordt vernummerd tot derde lid en komt te luiden:

  • 3. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als misdrijf; de in het tweede lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtreding.

4. Het zesde lid wordt vernummerd tot vierde lid en de zinsnede ‘derde of vierde’ wordt vervangen door: eerste of tweede.

H

In artikel 27 vervallen de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid en het tweede lid.

I

De artikelen 29, 31 en 32 vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL III

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanpassing Wet zorginstellingen BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling is de Wet zorginstellingen BES gewijzigd. De wijziging heeft ten doel de rol van de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als vergunningverlener voor het bouwen, ingebruiknemen, exploiteren en wijzigen van de bestemming van zorginstellingen en voor het in een zorginstelling (doen) verrichten van medisch onderzoek of behandeling, verpleging en verzorging dan wel het aanschaffen van medische apparaten voor een zorginstelling te beëindigen en in plaats daarvan de minister bevoegd te maken daarover te besluiten.

De wettelijke grondslag voor deze regeling is vervat in artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, welke bepaling het mogelijk maakt binnen een jaar na de transitiedatum (10 oktober 2010) in de BES-wetgeving (voor zover die is opgenomen in de bijlage bij artikel 2 van de Invoeringswet) wijzigingen aan te brengen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen.

Bij de totstandbrenging van de voor de transitie noodzakelijke regelgeving is over het hoofd gezien dat vergunningverlening door de bestuurscolleges niet past bij de wijze waarop de wetgever voor de bewoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius heeft voorzien in de verantwoordelijkheid voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van de curatieve zorg en de langdurige zorg (d.w.z. zorg in verband met ouderdom, ziekte of handicap, al dan niet gepaard gaande met verblijf). Op grond van artikel 18.4.1 van de eerdergenoemde Invoeringswet is namelijk voor de bevolking voorzien in een verzekering van rechtswege tegen de behoefte aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen soorten zorg. In het Besluit zorgverzekering BES is geregeld dat de minister ervoor verantwoordelijk is dat de bewoners van de eilanden hun aanspraak op zorg tot gelding kunnen brengen, en dat hij daartoe de nodige overeenkomsten (vgl. artikel 8 van het Besluit zorgverzekering BES) sluit met aanbieders van die zorg. Deze taak wordt feitelijk uitgevoerd door het Zorgverzekeringskantoor BES. In het gekozen systeem berust de verantwoordelijkheid voor de toelating van (vergunningverlening aan) zorginstellingen dus bij de minister en niet bij de bestuurscolleges. De kosten van de te verlenen zorg komen ook ten laste van het Rijk. In die opzet is geen plaats voor een besluit van de bestuurscolleges over de toegang van zorginstellingen tot de markt. Met de wijziging wordt deze omissie hersteld.

Ingevolge artikel 21 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba moet zo spoedig mogelijk na toepassing van artikel 20, eerste lid, een op grond van die bepaling vastgestelde regeling bij wet worden goedgekeurd. Een daartoe strekkende bepaling met betrekking tot onderhavige regeling zal worden opgenomen in een binnenkort in te dienen voorstel van wet, houdende goedkeuring van een viertal ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede wijziging van enkele wetten.

Zodra duidelijk is of en in welke vorm de voorgestelde Wet cliëntenrechten zorg tot stand zal komen, zal voorts, indien nodig, een voorstel tot wijziging of vervanging van de Wet zorginstellingen BES worden voorbereid. Bij die gelegenheid zal worden bezien of het mogelijk is de Wet zorginstellingen BES in te trekken en te doen opgaan in de Wet cliëntenrechten zorg, al dan niet – om recht te doen aan relevante verschillen – met een of meer afwijkende bepalingen of dat de wet beter kan worden aangepast, maar wel – om recht te doen aan relevante verschillen – zoveel mogelijk in overeenstemming zal worden gebracht met de Wet cliëntenrechten zorg. Een dergelijke verdergaande wijziging zou het kader van artikel 20, eerste lid van de Invoeringswet te buiten gaan.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De schrapping van een viertal begripsbepalingen uit artikel 1 houdt verband met hetgeen in artikel I, onderdeel b, van de regeling is bepaald. Deze begrippen komen in de Wet zorginstellingen BES uitsluitend voor in bepalingen die thans worden geschrapt.

Onderdeel B

Met onderdeel B komen de artikelen 3 tot en met 7 van de wet te vervallen. Overwogen is in de wet steeds ‘bestuurscollege’ te vervangen door Onze Minister. Dat zou evenwel impliceren dat de minister steeds eerst een afzonderlijke beslissing op aanvraag zou moeten nemen over de in artikel 2 bedoelde onderwerpen. In de dagelijkse beleidspraktijk, waarbij we spreken over een zeer klein aantal instellingen waarop deze wet betrekking heeft, vindt het overleg over bouw en exploitatie van zorginstellingen, daar te verrichten onderzoek en behandeling en de aanschaf van medische apparaten plaats in het kader van de onderhandelingen tussen de zorginstelling en het Zorgverzekeringskantoor BES over de te sluiten overeenkomsten. Aan een voorafgaand traject tot vergunningverlening bestaat in dat licht geen behoefte.

Onderdeel C

Omdat de bestuurscolleges geen verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van de zorginstellingen (noch de vergunningverlening, noch toezicht op en handhaving van de kwaliteit) is het niet noodzakelijk dat de zorginstellingen hun kwaliteitsverslag aan de bestuurscolleges sturen. Daarom is de vermelding van de colleges in het tweede lid van artikel 12 geschrapt.

Onderdeel D

Deze wijziging betreft de correctie van een taalkundige misslag.

Onderdeel E

Artikel 21 regelt dat de bestuurscolleges een ziekenhuisvoorziening ontheffing kunnen verlenen van de verplichting van het eerste lid om zorg te dragen voor beschikbaarheid te allen tijde van spoedeisende zorg. Waar de verantwoordelijkheid voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van verzekerde zorg bij de minister berust, ligt het in de rede de minister de bevoegdheid te geven zonodig ontheffing te verlenen. De vervanging van ‘bestuurscollege’ door ‘Onze Minister’ voorziet daarin.

Onderdeel F

De formulering van artikel 22 impliceert datb bij algemene maatregel van bestuur (amvb) criteria moeten worden gesteld, waaraan laboratoria moeten voldoen. Tot nu toe is geen aanleiding gezien tot het vaststellen van een dergelijke amvb. In verband daarmee is de formulering zodanig aangepast dat het vaststellen van criteria kan plaatsvinden indien daartoe aanleiding wordt gezien.

Onderdeel G

Artikel 25 regelt de strafbaarstelling van het niet naleven van verplichtingen opgelegd met de Wet zorginstellingen BES. Nu de artikelen 3 tot en met 7 vervallen, is er geen reden (of mogelijkheid) meer om overtreding van de daarin tot nu toe gestelde voorschriften strafbaar te stellen. Het eerste en tweede lid vervallen daarom. De overige leden worden vernummerd en, waar nodig, ontdaan van verwijzingen naar de vervallen bepalingen.

Onderdeel H

Nu de bestuurscolleges niet langer verantwoordelijkheid dragen voor de vergunningverlening en ook overigens geen verantwoordelijkheid dragen voor de naleving van verplichtingen, gesteld in de Wet zorginstellingen BES, is er geen reden een verslagplicht voor de colleges te handhaven. De schrapping van artikel 27, tweede lid, voorziet daarin.

Onderdeel I

Dit onderdeel voorziet in het schrappen van een drietal uitgewerkte overgangs- en wijzigingsbepalingen.

Artikel II

De regeling kan in werking treden de dag nadat zij is gepubliceerd. Eventueel op dat moment bij de bestuurscolleges aanhangige aanvragen om een vergunning zijn dan niet langer van belang. Ook eventueel aanhangige bezwaar- of beroepsprocedures tegen besluiten inzake een vergunningaanvraag verliezen dan hun betekenis.

Artikel III

De citeertitel maakt het eenvoudiger om haar trefzeker aan te duiden bij het formuleren van de vereiste wettelijke goedkeuringsbepaling.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven