Toestemming overdracht opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen F6b

5 augustus 2011

Nr. ETM/EM / 11109665

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Dana Petroleum Netherlands B.V. (hierna: Dana) en Dyas B.V. zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (thans: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) van 6 april 2009 met kenmerk ET/EM/9057737 (Staatscourant 2009, nr. 70) verleende opsporingsvergunning voor een deel van het blok F6 (F6b) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • bij brief van 31 mei 2011, ontvangen 1 juni 2011, heeft de vergunninghouder gevraagd om toestemming voor overdracht, op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet, van de opsporingsvergunning F6b aan Dana, Dyas B.V. en Smart Energy Solutions B.V. (hierna: SES B.V.).

Overwegingen:

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder vraagt om toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning F6b, zodanig dat Dana, Dyas B.V. en SES B.V. gezamenlijk vergunninghouder worden van deze opsporingsvergunning, waarbij Dana de persoon blijft die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent;

  • de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning aan de beoogde vergunninghouder. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • de manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemen is de activiteiten te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet;

  • de beoogde vergunninghouder heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Mijnbouwwet blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder c, van de Mijnbouwwet.

Gelet op artikel 20, eerste en derde lid en artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning F6b, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 6 april 2009 met kenmerk ET/EM/9057737 wordt toestemming verleend tot overdracht van de opsporingsvergunning, zodat Dana Petroleum Netherlands B.V., Dyas B.V. en Smart Energy Solutions B.V. gezamenlijk houder zullen worden van de opsporingsvergunning F6b.

Artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan Energie Beheer Nederland B.V., afdeling Legal, Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij dit besluit binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/050), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven