Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederlek maakt bekend dat de gemeenteraad in de openbare vergadering van 26 april 2011 besloten Afdeling 3 – het bewaren van houtopstanden van Hoofdstuk 4 – bescherming van het milieu en natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente uit de Algemene Plaatselijke Verordening te wijzigen in:

AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN

Artikel 4.10 Begripsbepalingen

  • 1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a. houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen;

    • b. hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

  • 2. In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 4.11 Kapvergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college de houtopstanden te vellen of te doen vellen die staan vermeld op de lijst vermeld in bijlage 1 (Bomenlijst).

  • 2. De vergunning kan worden geweigerd op grond van:

    • a. De natuurwaarde van de houtopstand;

    • b. De landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c. De waarde van de houtopstand voor de stads- en dorpsschoon;

    • d. De beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e. De cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f. De waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.

  • 3. Het college kan een herplantingsplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

Artikel 4.12 Vergunning van rechtswege

De vergunning wordt geacht te zijn verleend, wanneer niet binnen de in artikel 1:2 genoemde termijn een beslissing is genomen op de aanvraag voor een vergunning.

Artikel 4.12a Bestrijding iepziekte

  • 1. Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor de verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a. indien de iepen op de grond staan, deze te vellen;

    • b. de iepen te ontschorsen en de schors te vernietigen;

    • c. of de niet-ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

  • 2. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan, met uitzondering van geheel ontschorst iepenhout en iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 cm, voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod.

Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Naar boven