Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 1 oktober 2011, nr. 5707854/11, houdende bepalingen rondom het verrekenen van extra inkomsten bij gebruikmaking van de PAS voor rechterlijke ambtenaren (Anticumulatieregeling PAS Rechterlijke Macht)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 8d, tiende lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. rechterlijk ambtenaar:

de rechterlijk ambtenaar wiens werktijd met toepassing van artikel 8d van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren is teruggebracht;

b. salaris:

het salaris van de rechterlijk ambtenaar na de korting overeenkomstig het zesde lid van artikel 8d van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Artikel 2

  • 1. De inkomsten die de rechterlijk ambtenaar geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, voor zover niet reeds ter hand genomen voorafgaand aan het tijdstip waarop de arbeidsduur overeenkomstig artikel 8d, eerste of tweede lid, is teruggebracht, worden met het salaris verrekend, tenzij de rechterlijk ambtenaar aannemelijk maakt dat die inkomsten of die vermeerdering van inkomsten dan wel een gedeelte daarvan geen verband houden met verhoogde werkzaamheid.

  • 2. Inkomsten uit arbeid of bedrijf als bedoeld in het eerste lid die op één maand betrekking hebben of geacht kunnen worden te hebben, worden in mindering gebracht op het salaris over die maand. De vermindering bedraagt niet meer dan het verschil tussen de inkomsten van de rechterlijk ambtenaar en het salaris dat hij zou hebben genoten indien zijn arbeidsduur zou zijn teruggebracht met eenzelfde percentage als zijn werktijd overeenkomstig artikel 8d, eerste respectievelijk tweede lid, is teruggebracht.

  • 3. Inkomsten uit arbeid of bedrijf, waarvoor in verband met verleend buitengewoon verlof reeds een inhouding op het salaris van de rechterlijk ambtenaar plaatsvindt of reeds een verlaging van het salaris van de rechterlijk ambtenaar geldt of ter zake waarvan de rechterlijk ambtenaar reeds storting in 's Rijks kas verricht, zijn tot het bedrag van die inhouding, verlaging of storting, geen inkomsten uit arbeid of bedrijf als bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 3

  • 1. De rechterlijk ambtenaar is verplicht van op of na het tijdstip, waarop de werktijd overeenkomstig artikel 8d, eerste of tweede lid, is teruggebracht, ter hand te nemen of reeds ter hand genomen arbeid of bedrijf mededeling te doen aan functionele autoriteit, onder opgave, voor zover mogelijk, van de inkomsten die hij uit die werkzaamheden zal genieten.

  • 2. Indien de inkomsten niet vooraf kunnen worden vastgesteld, doet de rechterlijk ambtenaar maandelijks voorafgaand aan de salarisbetaling, opgave van de inkomsten die hij sinds de vorige opgave heeft genoten.

  • 3. Indien de inkomsten slechts over een langere termijn kunnen worden vastgesteld, doet de rechterlijk ambtenaar dienovereenkomstig opgave en wordt, onder voorbehoud van verrekening aan het eind van de desbetreffende termijn, op het salaris een voorlopig vastgesteld bedrag in mindering gebracht met overeenkomstige toepassing van het tweede en derde lid.

Artikel 4

De functionele autoriteit kan bij de vaststelling van het bedrag van de vermindering ten gunste van de rechterlijk ambtenaar afwijken van de opgave.

Artikel 5

De rechterlijk ambtenaar verstrekt aan de functionele autoriteit alle inlichtingen en gegevens die voor de uitvoering van artikel 8d van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren noodzakelijk zijn.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2010.

Artikel 7

Deze regeling zal worden aangehaald als: Anticumulatieregeling PAS Rechterlijke Macht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Algemeen

Voorheen stonden de bepalingen rondom extra inkomsten bij gebruikmaking van de PAS voor rechterlijke ambtenaren in artikel 38e van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra), zoals dat luidde op 30 juni 2010. In het gewijzigde Brra, dat op 1 juli 2010 in werking is getreden, zijn deze inhoudelijke bepalingen geschrapt. Artikel 8d, tiende lid, van het Brra, bepaalt nu dat hierover nadere regels worden vastgesteld. Door middel van deze regeling wordt hier uitvoering aan gegeven.

Artikelsgewijs

Artikel 2

In dit artikel is de wijze van vermindering vastgelegd.

Het eerste lid geeft aan dat het bedrag van de inkomsten die worden genoten uit arbeid of bedrijf ter hand genomen met ingang van de deelneming aan de PAS of daarna in mindering wordt gebracht. Indien bij het gaan deelnemen aan de PAS reeds sprake was van arbeid of bedrijf en de rechterlijk ambtenaar daaruit met ingang van de deelneming aan de PAS inkomsten of meer inkomsten gaat genieten, worden deze in principe ook in mindering gebracht, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat deze neveninkomsten geen verband houden met verhoogde werkzaamheid (tweede lid). In het geval dat de ambtenaar nevenwerk verrichtte voor de deelneming aan de PAS en dit in dezelfde mate voorzet, zal er dus geen verrekening plaatsvinden.

Het derde lid geeft aan dat per maand de vermindering van het salaris geschiedt en dat de vermindering nooit meer kan zijn dan het verschil tussen het salaris dat de deelnemer aan de PAS verdient en het salaris dat hij als deeltijdwerker zou hebben ontvangen (het deeltijdsalaris).

Het vierde lid is opgenomen om te voorkomen dat de neveninkomsten die om andere redenen al met de rechterlijk ambtenaar worden verrekend, ook nog als gevolg van deze regeling op het salaris in mindering moeten worden gebracht.

Artikel 3

Om de vermindering te kunnen toepassen is informatie noodzakelijk over de neveninkomsten van de deelnemer aan de PAS uit arbeid en bedrijf.

Het eerste lid van dit artikel houdt de verplichting van de rechterlijk ambtenaar in om daarvan opgave te doen.

Als de neveninkomsten niet over een maand maar uitsluitend over een langere termijn berekend kunnen worden, wordt een voorlopig bedrag van het salaris in mindering gebracht en vindt een afrekening tot het bedrag van de uiteindelijke vermindering plaats aan het einde of zo spoedig mogelijk na afloop van die termijn. De voorlopige vermindering dient om grote verrekeningsbedragen te voorkomen.

Artikel 4

In bijzondere gevallen kan de functionele autoriteit bij het vaststellen van het bedrag van vermindering afwijken van de opgave ten gunste van de rechterlijk ambtenaar.

Artikel 5

In artikel 3 zijn de minimum bepalingen voor de opgave van neveninkomsten vastgelegd. In dit artikel is een informatieplicht opgenomen.

Artikel 6

Aan deze regeling wordt terugwerkende kracht verleend. Dit betekent dat de neveninkomsten van de rechterlijk ambtenaar die al aan de PAS deelneemt op zijn salaris in mindering kunnen worden gebracht voor zover zij betrekking hebben op de periode na de datum van inwerkingtreding.

De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2010 in verband met inwerkingtreding van het Besluit van 1 juni 2010 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven