Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 1 oktober 2011, nr. 5707853/11 houdende aanpassing van enkele regelingen in verband met de wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit rechtpositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 2a, vijfde lid, 6f, tweede lid, en 38q tweede lid van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en artikel 9b van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nadere beroepsvereisten rechterlijke ambtenaren bij het openbaar ministerie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, aanhef, wordt ‘artikel 38c, vierde lid,’ vervangen door ‘artikel 2a, vierde lid,’ en ‘artikel 1, onderdeel b, onder 4° tot en met 6°,’ vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 5° tot en met 7°,.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust op artikel 2a, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

ARTIKEL II

De Regeling pikettoelage rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

De pikettoelage rechterlijke ambtenaren als bedoeld in artikel 6f, tweede lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de in het voorgaande kalenderjaar gerealiseerde contractloonmutatie op jaarbasis in de sector Rechterlijke Macht.

B

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Deze regeling berust op artikel 6f, tweede lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

ARTIKEL III

De Levensloopregeling sector Rechterlijke macht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘het vervullen van een volledige of gedeeltelijke taak’ wordt vervangen door: een al dan niet volledige arbeidsduur

2. In onderdeel e wordt ‘artikel 27a, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijk ambtenaren’ vervangen door: artikel 33d, vierde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijk ambtenaren

ARTIKEL IV

DeRegeling indexering onkostenvergoeding leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3 worden na het zevende lid twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2010 wordt met 0,9% verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 8 genoemde bedrag.

  • 9. Het bedrag van de algemene onkostenvergoeding voor het jaar 2011 wordt met 1,1 % verhoogd en vastgesteld op het in bij deze regeling behorende bijlage 9 genoemde bedrag.

B

Aan artikel 4 worden na onderdeel g,twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. artikel 3, achtste lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2010.

  • i. artikel 3, negende lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2011.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

  • a. artikel IV, onderdelen A en B, eerste lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2010;

  • b. de artikelen I, II en III terugwerken tot en met 1 juli 2010;

  • c. artikel IV, onderdeel B, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Algemeen

Door middel van deze regelingen worden enkele bestaande regelingen aangepast aan de op 1 juli 2010 doorgevoerde wijzigingen in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) en het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra). Daarnaast worden aan een tweetal regelingen nieuwe indexeringspercentages toegevoegd.

Artikel I

Dit artikel wijzigt de Regeling nadere beroepsvereisten rechterlijke ambtenaren bij het openbaar ministerie. Artikel 1 van deze regeling wordt geherformuleerd, zodat dit artikel aansluit bij de terminologie en artikelen van de nieuwe Wrra en het nieuwe Brra. Voorheen was de grondslag voor deze regeling te vinden in artikel 38c, vijfde lid, van het Brra. In het nieuwe Brra staat de grondslag voor deze regeling echter in artikel 2a, vijfde lid. Gelet op het feit dat de aanhef van een regeling niet kan worden gewijzigd, is een artikel toegevoegd waarin de nieuwe grondslag voor deze regeling wordt geregeld.

Artikel II

Dit artikel wijzigt de Regeling pikettoelage rechterlijke ambtenaren. In het oude artikel 1 werd verwezen naar artikel 38l van het Brra. In de nieuwe situatie moet dit artikel 6f, tweede lid zijn. Hierop is artikel 1 aangepast. Daarnaast is, gelet op het feit dat de aanhef van een regeling niet kan worden gewijzigd, een artikel toegevoegd waarin de nieuwe grondslag voor deze regeling wordt geregeld.

Artikel III

Dit artikel wijzigt de Levensloopregeling sector Rechterlijke macht. De terminologie en verwijzingen in de regeling worden zo aangepast aan de nieuwe Wrra en het nieuwe Brra.

Artikel IV

Dit artikel wijzigt de regeling indexering onkostenvergoeding leden gerechtsbesturen en Raad, zodat ook de verhogingspercentages voor 2010 en 2011 vermeld zijn.

Artikel V

Voor de artikelen die slechts technische aanpassingen met betrekking tot de invoering van de nieuwe Wrra en het nieuwe Brra inhouden, geldt dat deze terugwerken tot 1 juli 2010, de datum van inwerkingtreding van de Wet en het Besluit. Voor de artikelen die zien op indexering- en verhogingspercentages, gelden afwijkende terugwerkendekrachtbepalingen.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven