Vergunning voor verkenningsonderzoek in blok Q13

7 september 2011

Nr. ETM/EM/11132138

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Bij brief van 31 augustus 2011 is door GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (hierna: GDF SUEZ) een aanvraag ingediend, ingevolge artikel 49, eerste lid, onder d, in samenhang met 18, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit, voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven delen van de territoriale zee en het continentaal plat, die worden gebruikt als ankergebieden nabij een aanloophaven. Deze gebieden zijn beschreven in bijlage 4 van de Mijnbouwregeling;

  • De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (hierna: I&M), op grond van artikel 18, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit instemming verlenen met de vergunningaanvraag van GDF SUEZ;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EL&I op 2 september 2011 advies uitgebracht.

Overwegingen:

  • Sodm adviseert de vergunning voor het verrichten van verkenningsonderzoek, ingevolge artikel 18, eerste lid, van het Mijnbouwbesluit, aan GDF SUEZ, te verlenen;

  • Gelet op de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de uitgebrachte adviezen kan verlening van de verkenningsvergunning aan GDF SUEZ plaatsvinden, onder de genoemde voorwaarden.

Gelet op artikel 49, van de Mijnbouwwet, de artikelen 9 tot en met 18, van het Mijnbouwbesluit, en de artikel 1.5.1 en 2.1.1, van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan GDF SUEZ E&P Nederland B.V. wordt een vergunning verleend voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven delen van de territoriale zee en het continentaal plat, die worden gebruikt als een ankergebied nabij een aanloophaven.

Artikel 2

De vergunning voor het verrichten van verkenningsonderzoek in of boven delen van de territoriale zee en het continentaal plat, die worden gebruikt als een ankergebied nabij een aanloophaven, geldt voor het tijdvak dat eindigt op 1 november 2011.

Artikel 3

De vergunning geldt voor een deel van het blok Q13, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart.

  • 1 52° 09' 57,135" NB en 04° 13' 07,236" OL

  • 2 52° 11' 39,139" NB en 04° 15' 25,236" OL

  • 3 52° 12' 57,14" NB en 04° 13' 25,231" OL

  • 4 52° 11' 48,137" NB en 04° 11' 43,23" OL

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening (ED-50).

Artikel 4

Het onderzoeksvaartuig moet tijdens het onderzoek gebruik maken van twee Noordzee-loodsen.

Artikel 5

De beslissing om het verkenningsonderzoek te staken, bijvoorbeeld in verband met beperkt zicht, wordt gemaakt door de Noordzee-loodsen, in overleg met de gezagvoeder van het onderzoeksvaartuig en een vertegenwoordiger van het bedrijf dat het onderzoeksvaartuig levert.

Artikel 6

Binnen het aandachtsgebied van Vessel Trafic Services (hierna: VTS) Scheveningen dient het onderzoeksvaartuig zich te melden en uit te luisteren op de relevante marifoon blokkanalen. Het onderzoeksvaartuig dient regelmatig zijn voornemens aan VTS Scheveningen te melden. Aanwijzingen van VTS Scheveningen dienen stipt te worden opgevolgd.

Artikel 7

GDF SUEZ E&P Nederland B.V. moet VTS Scheveningen dagelijks voorzien van de 24-uurs planning.

Artikel 8

De vergunning komt te vervallen met ingang van de dag volgend op die waarop het verkenningsonderzoek met gebruikmaking van een onderzoeksvaartuig is beëindigd.

Artikel 9

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (Alp: X/050). Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven