Bestemmingsplan ‘Uitwerkingsplan Blaricummermeent Werkdorp, Uitwerkingsplan Hoofdplanstructuur’ vastgesteld

Burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum maken, ingevolge het bepaalde in artikel 3.6, 3.8 en 3.9a Wet ruimtelijke ordening bekend dat het college van Blaricum op 30 augustus 2011 het uitwerkingsplan ‘Bestemmingsplan Blaricummermeent Werkdorp, Uitwerkingsplan Hoofdplanstructuur’ ongewijzigd heeft vastgesteld.

Inhoud

De raad heeft op 16 mei 2007 het bestemmingsplan Blaricummermeent Werkdorp vastgesteld. Dit is een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplicht voor de deelplannen met woningen, het deelplan bedrijvenpark en de hoofdplanstructuur. De hoofdplanstructuur bestaat uit de hoofdinfrastructuur, de groenstructuur, de waterstructuur en de kunstwerken. Het uitwerkingsplan maakt de onderdelen van de hoofdplanstructuur die uitwerkingsplichtig zijn mogelijk. Met name gaat het dan om de gebiedsontsluitingswegen, het lineair park, de rivier, de bruggen en de stuw.

Een ontwerp van het uitwerkingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Reacties hebben niet tot wijzigingen geleid. Voor een compleet overzicht wordt verwezen naar het besluit van 30 augustus 2011 met alle bijbehorende stukken en het vastgestelde ter inzage liggende Uitwerkingsplan Hoofdplanstructuur.

Ter inzage

Het vastgestelde uitwerkingsplan, bijbehorende stukken en het bijbehorende besluit, liggen vanaf maandag 19 september 2011 gedurende zes weken ter inzage bij de balie Vergunningen in het kantoor van de BEL Combinatie, Zuidersingel 5 te Eemnes. U kunt hier terecht van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 12.30 uur. Tevens is het uitwerkingsplan te raadplegen via de website (www.ruimtelijkeplannen.nl).

Beroep

Op grond van het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening kan degene die een zienswijze heeft ingebracht, danwel diegenen die kunnen aantonen daartoe niet in de gelegenheid te zijn geweest, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het besluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingediend, wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.