Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 6 september 2011, nr. DJZ/BR/0919-11, houdende beperkende maatregelen jegens Afghanistan (Sanctieregeling Afghanistan 2011)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (Pb L199);

Gelet op Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (Pb L199);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3 en 8 van Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 (Pb L199).

  • 2. Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 5 of artikel 6 van Verordening (EU) nr. 753/2011 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 753/2011, is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen en de Minister van Financiën wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden.

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 753/2011, is de Minister van Financiën.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen dan wel bedoeld in artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 december 2006 houdende strafbaarstelling ongeoorloofde overdracht programmatuur en technologie van strategische goederen door middel van elektronische media, faxapparaten of telefoon, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan, dan wel door of uit te voeren naar de personen of entiteiten, genoemd in bijlage I van Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 (Pb L199) ongeacht het land van oorsprong.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Afghanistan 2011.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

TOELICHTING

Deze regeling wordt vastgesteld met het oog op de uitvoering van

  • 1 – Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (Pb L199), en

  • 2 – Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (Pb L199).

Op 17 juni 2011 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1988 (2011) aangenomen. In deze resolutie wordt geconcludeerd dat de veiligheidssituatie in Afghanistan is gewijzigd en dat enkele Talibanleden zich met de regering van Afghanistan hebben verzoend. Deze leden hebben de terroristische ideologie van Al-Qa’ida en zijn volgers afgezworen en hebben steun verleend aan een vreedzame oplossing voor het aanhoudende conflict in Afghanistan. Desalniettemin stelt de resolutie dat de situatie in Afghanistan bedreigend blijft voor de internationale vrede en veiligheid en dat die bedreigingen bestreden dient te worden. In Resolutie 1988 (2011) worden beperkende maatregelen ingesteld ten aanzien van personen en entiteiten die vóór 17 juni 2011 als de Taliban zijn aangemerkt dan wel met de Taliban verbonden zijn.

De in Verordening (EU) nr. 753/2011 opgenomen beperkende maatregelen betreffen de bevriezing van tegoeden en economische middelen alsmede een verbod op het (in)direct leveren van technische bijstand in verband met militaire goederen. De in het Besluit 2011/486/GBVB op voet van de resolutie opgenomen beperkende maatregelen betreffen o.a. een wapenembargo en een visumverbod.

Alle voornoemde beperkende maatregelen zijn van toepassing op de natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen of entiteiten die zijn opgenomen in bijlage I van de verordening. De onderhavige regeling strekt tot implementatie van de beperkende maatregelen in Nederland.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel stelt overtreding van de verordening strafbaar. De artikelen van de verordening waarnaar wordt verwezen betreffen achtereenvolgens:

  • Artikel 2. Deze bepaling verbiedt het (in)direct leveren van technische bijstand in verband met militaire goederen en technologie aan de hiervoor bedoelde personen en entiteiten;

  • Artikel 3. Deze bepaling strekt tot bevriezing van tegoeden en economische middelen van in bijlage I bij de verordening nader aangeduide personen en entiteiten. Artikel 1 van de verordening bevat definities van ‘tegoeden', ‘economische middelen', ‘bevriezing van tegoeden' en ‘bevriezing van economische middelen’;

  • Artikel 5 regelt de ontheffing van het verbod om artikel 3 te overtreden. Ontheffingen kunnen worden verleend met het oog op het voorzien in de primaire levensbehoeften.

Ontheffing kan worden verleend door de Minister van Financiën voor wat betreft financiële tegoeden, en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor wat betreft economische middelen. Op de behandeling van verzoeken om ontheffing is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • Artikel 8 bevat een informatie- en meewerkingsplicht, met het oog op de naleving van de verordening.

Artikel 2

In dit artikel zijn de bevoegde autoriteiten nader aangeduid.

Artikel 3

Artikel 3 strekt tot uitvoering van het wapenembargo opgenomen in Besluit 2011/486/GBVB.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal.

Naar boven