Aanzegging ex artikel 3a, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet

Van toegevoegd kandidaat gerechtsdeurwaarder R. Triquart, werkzaam bij GGN Van Mastrigt & Partners, gevestigd te ’s-Gravenhage aan de Bezuidenhoutseweg 115, ontving ik op 29 augustus 2011 een fax en e-mailbericht, waarin hij mij in kennis stelt van een door hem ontvangen opdracht om conservatoir beslag te leggen ten laste van, kort gezegd, de staat Libië. Tevens ontving ik een afschrift van de beschikking van de voorzieningenrechter te Amsterdam waarbij verlof tot beslaglegging is verleend.

Ik acht deze ambtshandeling, na consultatie van mijn ambtgenoot van Buitenlandse zaken in strijd met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Nederlandse Staat, voor zover het voorgenomen beslag entiteiten betreft die vallen onder het VN sanctieregime voor Libië, op basis van VN Veiligheidsraadresolutie 1970 van 26 februari 2011. Het betreffen in ieder geval de in het verzoekschrift genoemde Libyan Investment Authority en de Libyan National Oil Corporation.

De uitzondering in resolutie 1970 voor wat betreft beslagen en rechterlijke uitspraken die dateren van voor de aanname deze resolutie is niet van toepassing, nu ten aanzien van de Nederlandse rechtsorde uit de overgelegde stukken niet blijkt van een rechterlijke uitspraak of beslag van voor 26 februari 2011.

Voor zover het conservatoir beslag ten laste zou worden gelegd van de Libische Staat, niet betreffende entiteiten op de sanctielijst, geldt dat dit alleen geoorloofd is voor zover het gelden, vorderingen en roerende zaken betreft die een commerciële – en geen publieke – bestemming hebben.

Op grond van artikel 3a, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zeg ik om bovengenoemde reden de gerechtsdeurwaarder en zijn kantoorgenoten aan dat deze ambtshandeling, voor zover betrekking hebbend op entiteiten die vallen onder het VN sanctieregime, strijdig is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Nederlandse Staat en uitvoering daarvan moet worden geweigerd.

Deze aanzegging is met onmiddellijke ingang van kracht en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven