Besluit van 24 januari 2011 houdende uitvoering van artikel 10, tweede lid, van de Schepenwet (Besluit terbeschikkingstelling scheepvaartinspecteurs Rijksdienst Caribisch Nederland aan de Scheepvaartinspectie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 18 januari 2011, nr. VENW/BSK-2010/190309, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 10, tweede lid, van de Schepenwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland, worden ter beschikking gesteld van de dienst van de Scheepvaartinspectie voor de uitvoering en het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Schepenwet, voor zover van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit terbeschikkingstelling scheepvaartinspecteurs Rijksdienst Caribisch Nederland aan de Scheepvaartinspectie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 januari 2011

Beatrix.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

NOTA VAN TOELICHTING

Op 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbare lichamen toegetreden tot het Nederlandse staatsbestel. De verantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van veiligheidseisen die gelden voor Nederlandse schepen en buitenlandse schepen, die havens aandoen in Bonaire, Sint Eustatius en Saba, berust vanaf die datum bij de Minister van Infrastructuur en Milieu en het Hoofd van de Scheepvaartinspectie. De uitvoering van die taken wordt opgedragen aan ambtenaren die voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkzaam zijn bij de Rijksdienst Caribisch Nederland. Op dit moment betreft het drie ambtenaren die zich bezig zullen houden met scheepvaartaangelegenheden. De functiebenaming van deze ambtenaren is ‘scheepvaartinspecteur’. De Rijksdienst Caribisch Nederland is in het Organisatie- en Mandaatbesluit BZK-BES (Stcrt. 2010, 15922) opgenomen als organisatieonderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden.

Hoewel de scheepvaartinspecteurs zullen worden aangesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zal de inhoudelijke aansturing plaatsvinden door het departement dat de beleidsverantwoordelijkheid draagt: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, in het bijzonder de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Aangezien de ambtenaren formeel zijn aangesteld bij een andere dienst dan de Scheepvaartinspectie is het nodig om de bevoegdheden op grond van artikel 10, tweede lid, van de Schepenwet aan deze ambtenaren toe te delen. Daartoe strekt dit besluit. De bevoegdheid wordt territoriaal beperkt tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Overigens zijn ambtenaren van de Scheepvaartinspectie op grond van artikel 10, vierde lid, van de Schepenwet, in samenhang met de Instructie Ambtenaren Scheepvaartinspectie, ook bevoegd om in de openbare lichamen uitvoering te geven aan de bevoegdheden van de Schepenwet.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven