BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ DE REGELING MODELLEN DIPLOMA’S VO BES
Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier
ALGEMEEN
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en vervalsing tegengaat. Het papier dient
daarom te zijn voorzien van: een uniek watermerk, een blinddruk, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag
die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting. Dit papier moet zorgvuldig uit handen van onbevoegden worden gehouden.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken op de cijferlijst:
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds voor zover van toepassing achter het woord ‘aan’ vermeld de naam van de school voor voortgezet
onderwijs of instelling voor educatie en beroepsonderwijs. Betreft het zo’n instelling, dan komt er na ‘aan’ te staan: de
opleiding vavo van ..... De naam van de school of de instelling is de naam zoals geregistreerd in de basisregistratie instellingen
(BRIN). Een ‘andere’ locatienaam mag hieraan worden toegevoegd, mits deze als zodanig is geregistreerd in BRIN. Na de naam
van de school/instelling volgt in dat geval een komma en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie.
Ondertekening
Ingevolge artikel 39, zesde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen
de diploma’s en de cijferlijsten. De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle omstandigheden
verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen
die bevoegdheid heeft gegeven, een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten tekenen,
doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de ondertekenaar. De
handtekening moet feitelijk (met pen) geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale directie. Op het diploma dient dan voor
directeur te worden gelezen de centrale directie. De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen
van de diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid overdraagt.
Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt vermeld om kandidaten en ouders hiervan
op de hoogte te stellen.
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs,
voor zover het betreft door die instellingen verzorgde opleidingen vavo, geregeld in artikel 41, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
VO BES en voor staatsexamens in artikel 28, eerste en tweede lid van het Staatsexamenbesluit.VO BES
Op een cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel voor zover van toepassing
vermeld:
-
– de cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de
eindcijfers zonder decimalen ( zie de artikelen 21, 31 en 35 van het Eindexamenbesluit VO BES, de artikelen, 14, 18 en 22
van het Staatsexamenbesluit VO BES);
-
– het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen respectievelijk college-examen’ welk cijfer herhaald wordt bij het
‘eindcijfer in cijfers en letters’ indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met alleen een schoolexamen
respectievelijk college-examen (zie de artikelen 21, eerste lid en artikel 35, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES
en de artikel 14, eerste lid. 18 en 22, derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES;
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie ook de paragraaf over profielen vwo en havo);
-
• het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk in het vmbo;
-
• de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in het vwo en havo;
-
• de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in het vmbo,
-
• volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 6, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES is geëxamineerd in het vmbo,
-
• de eindcijfers voor de examenvakken en voor zover het vwo en havo betreft, met inbegrip van de vakken die deel uitmaken van
het combinatiecijfer en het eindcijfer bepaald voor het combinatiecijfer (inclusief het profielwerkstuk), en
-
• de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling artikel 37 van het Eindexamenbesluit VO BES/artikel 24 van het
Staatsexamenbesluit VO BES).
Extra vakken
Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden die vakken
vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling van de uitslag zijn betrokken, worden in het vrije deel
op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit (zie artikel 39, derde lid, van het Eindexamenbesluit
VO BES en artikel 28, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES)
Afronding onderdelen na aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen in het laatste leerjaar
Artikel 19, derde en vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES noemt uitzonderingen op de hoofdregel dat het schoolexamen
wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Het kan voorkomen dat een kandidaat uit het
laatste leerjaar in alle vakken die met een eindcijfer worden beoordeeld examen heeft afgelegd op grond waarvan de uitslag
kan worden vastgesteld, maar niet voldoet aan de aanvullende bepalingen. Het betreft hier de aanvullende bepalingen ten aanzien
van de vakken of het sectorwerkstuk waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, maar die ‘voldoende’ of ‘goed’ afgesloten moeten
zijn. Deze kandidaat kan in dit geval niet slagen, maar ontvangt wel een cijferlijst. De uitslag luidt: afgewezen. Voor de
onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond wordt de vermelding gegeven: ‘n.a.’ (niet afgerond). Betreft dit een vmbo-kandidaat,
die de school verlaat, dan ontvangt hij tevens een certificaat.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 7 van het Eindexamenbesluit VO BES, dan wordt achter
het betreffende vak tussen haakjes de naam van de andere school vermeld zoals opgenomen in BRIN.
Vrijstelling of ontheffing
Artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES respectievelijk artikel 28, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit
VO BES, regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij
het eindexamen. In alle gevallen waarbij er sprake is van ontheffing of vrijstelling worden de vakken zonder vermelding van
een cijfer op de cijferlijst vermeld en wordt op de plaats voor het cijfer ‘Vr’ (vrijstelling of ontheffing) vermeld. (Zie
ook profielen vwo en havo)
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’ of ‘goed’ is gegeven, wordt deze
beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in de kolom ‘in letters’).
Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgesloten
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst vermeld met de naam van het vak uit het
betreffende niveau met de toevoeging van dat niveau tussen haakjes. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.
Uitslag
Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt het volgende ingevuld (zie artikel 36, tweede lid, van het Eindexamenbesluit
VO BES en artikel 23, vijfde lid, Staatsexamenbesluit VO BES):
-
– ‘geslaagd’ als de kandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,
-
– ‘afgewezen’, in het geval een kandidaat is afgewezen.
Voorlopige cijferlijst
Nieuw is dat een kandidaat een ‘voorlopige cijferlijst’ ontvangt indien hij de school tussentijds verlaat nadat hij vakken
van zijn eindexamen heeft afgesloten, maar voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld
(zie artikel 40 van het Eindexamenbesluit VO BES). Op basis van de voorlopige cijferlijst kan de nieuwe school het onderwijsprogramma
van de kandidaat vaststellen.
De resultaten van de voorlopige cijferlijst worden betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het betreffende eindexamen
op de nieuwe school. Zij worden overgenomen op de cijferlijst die op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. De
voorlopige cijferlijst komt dan te vervallen.
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van toepassing vermeld:
-
– de afgesloten vakken met de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen (op één decimaal nauwkeurig) en de eindcijfers
zonder decimalen;
-
– het afgeronde cijfer bij ‘cijfers voor het schoolexamen’ welk cijfer herhaald wordt bij het ‘eindcijfer in cijfers en letters’
indien een vak geen centraal examen kent, maar wordt afgesloten met een schoolexamen;
-
– het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk;
-
– het thema of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling van het sectorwerkstuk;
-
– de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding in vwo en havo;
-
– de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in vmbo;
-
– volgens welke differentiatie, bedoeld in artikel 6, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES is geëxamineerd in het vmbo;
en
-
– het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen wordt herhaald en het nieuwe
cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing
heeft plaatsgevonden, wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’ niet van toepassing
vermeld, als volgt: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen sector of profiel vermeld.
Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen
Op de cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen worden alle vakken vermeld waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen
is afgelegd en voor zover van toepassing het profiel- of sectorwerkstuk, zoals voorgeschreven in artikel 41, eerste lid, van
het Eindexamenbesluit VO BES voor het vavo en artikel 29, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit BES. Deze cijferlijst kent
geen verdeling in vakken van het gemeenschappelijk deel, profiel-/sectordeel en vrij deel.
Certificaat
Ingevolge artikel 41, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en, artikel 29, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit
VO BES, krijgt een definitief voor het eindexamen vmbo afgewezen kandidaat die de school verlaat, een certificaat.
Op het certificaat wordt voor zover van toepassing vermeld:
-
– het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald;
-
– het vak of de vakken, het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk of het thema of titel van het sectorwerkstuk, voor
zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’.
De school kan wanneer nodig meer regels toevoegen.
Getuigschrift
Op het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg wordt het met goed gevolg afgesloten gedeelte van het examenpakket vermeld.
Op het getuigschrift praktijkonderwijs worden de in dit onderwijs gevolgde vakken vermeld.
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij het verwerven van het diploma’, de schoolsoort
voluit te worden vermeld met indien van toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen
-
1. n.a. = niet afgerond
-
2. (naam van een andere school)
-
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing
-
4. (afkorting leerweg of schoolsoort): toevoeging bij een vak op hoger niveau
kaderberoepsgerichte leerweg: KB
gemengde leerweg: GL
theoretische leerweg: TL
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
-
5. n.v.t. indien:
-
6. toegestane afkortingen vaknamen: ckv en kcv.
PROFIELEN VWO EN HAVO
Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’, dan wordt de naam van de betreffende
profielen vermeld op het diploma (zie artikel 39, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28, derde lid, van
het Staatsexamenbesluit VO BES).
Op het diploma eindexamen vwo wordt achter eindexamen vermeld: gymnasium of atheneum
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-, profiel- en (het minimum aantal van
het) vrije deel, en
-
– welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen vwo/havo en vermeld op de cijferlijst, wordt
verwezen naar de volgende artikelen van het Eindexamenbesluit VO BES:
-
• artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
• artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
• artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen dan de vermeldingen genoemd in bovenstaande artikelen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft
deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het
profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld zoals genoemd in artikel 38, derde lid van de Wet voortgezet onderwijs
BES (WVO BES).
In het geval een kandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven.
Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te maken.
Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de overige profielen, wordt het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel
niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van
de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt
overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden
indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5): artikel 37,
achtste lid, van het Eindexamenbesluit VO BES. Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is
een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 37,
zesde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES, welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer
(in een cijfer en in letters).
Het profielwerkstuk wordt vermeld onderaan de cijferlijst in de daarvoor bestemde kolom onder vermelding van de titel of het
onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking heeft.
Naast de relatief kleine (becijferde) vakken maakt ook het profielwerkstuk onderdeel uit van het combinatiecijfer. Het profielwerkstuk
wordt nu ook met een cijfer gewaardeerd.
De cijfers van de onderdelen en vakken waaruit het combinatiecijfer is samengesteld mogen om te slagen, geen van alle lager
zijn dan een 4. In de uitslagregel wordt het combinatiecijfer beschouwd als het eindcijfer van één vak.
Vakken die in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn:
-
– in het havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk;
-
– in het vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer (zie hiervoor de voorwaarde uit artikel
37, zevende lid, van het Eindexamenbesluit VO BES):
-
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of dit onderdeel meenemen in het cijfer voor
de talen. Als het apart wordt becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval dienen
de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
• Kcv. Scholen kunnen ervoor kiezen om klassieke culturele vorming (kcv) onderdeel te laten uitmaken van het combinatiecijfer.
Hier wordt dan ‘klassieke culturele vorming’, vermeld, met dien verstande dat deze vakbenaming mag worden afgekort tot kcv.
Wordt hier niet voor gekozen, dan dient kcv onderdeel te zijn van het schoolexamen van de klassieke talen en wordt de klassieke
taal en literatuur met kcv, vermeld.
-
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen worden toegevoegd aan het combinatiecijfer.
Het gaat hier om één vak, maar de school kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen vak dat de school alleen met toestemming
van de minister als examenvak kan aanbieden.
-
• Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet voorkomt in het gemeenschappelijke deel, kan bij die schoolsoort wel deel
uitmaken van het vrije deel. De school kan dit ter keuze laten aan de leerling, maar kan ook besluiten om het vak verplicht
te stellen voor alle leerlingen of voor leerlingen met een bepaald profiel. Het cijfer voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer
(zie artikel 37 van het Eindexamenbesluit BES).
Vrijstelling of ontheffing
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum op grond van artikel 23, vierde lid, van het Inrichtingsbesluit VO BES ontheffing is verleend voor
het volgen van een taal, waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak, dan wordt dat examenvak vermeld op
de cijferlijst in plaats van de vervangen taal (dus in het gemeenschappelijke deel).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk oud naar nieuw
Een kandidaat kan worden vrijgesteld van een profielwerkstuk indien hij reeds eerder een profielwerkstuk heeft gemaakt dat
betrekking heeft op een of meer vakken van dezelfde schoolsoort en dat behoort tot het profiel van de kandidaat, mits hij
daarvoor een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering heeft behaald,. (zie artikel 8 van het Eindexamenbesluit
VO BES en artikel 9 van het Staatsexamenbesluit BES).
Vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van deze artikelen worden op de cijferlijst opgenomen met vermelding
van het eerder behaalde cijfer (zie artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES artikel 28, zesde lid, van het
Staatsexamenbesluit VO BES). Hierop bestaat een uitzondering indien de kandidaat zijn profielwerkstuk volgens de ‘oude profielen’
heeft gemaakt, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’ en vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het
vavo of met het staatsexamen wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk: ‘vr’ vermeld,
-
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
-
• de kandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk in.
Combinatiecijfer aan het vavo/staatsexamen
Indien achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld en de vakken anw en maatschappijleer hoeven geen deel uit te maken van
het eindexamen en er zijn geen andere onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer, dan wordt ook achter ‘het combinatiecijfer’:
‘vr’ vermeld.
Vermelding van vwo-vak in plaats van havo-vak
Op het havo kunnen één of meer vakken worden vervangen door de overeenkomstige vakken op vwo-niveau. Bij toepassing van deze
mogelijkheid wordt achter het afgesloten overeenkomstige vwo-vak op de havo-cijferlijst tussen haakjes opgenomen: (vwo). Artikel
39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES, regelt dat de vakken waarvoor de kandidaat (met diploma) in het havo of
vwo is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde
resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de kandidaat met het profiel cultuur en maatschappij het eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving,
muziek, drama of dans) in het vrije deel – dit teneinde te voldoen aan de verplichting dat in dat vrije deel het eindexamen
tenminste één vak omvat met een normatieve studielast van tenminste 320 (havo, of 440 bij vwo) studielasturen – en hij ook
als onderdeel van het profieldeel reeds eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (een andere variant), wordt het onderdeel
kunst (algemeen) in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende en/of verbredende onderdelen
op het gebied van kunst in het schoolexamen met een normatieve studielast van tenminste 120 (havo, of 160 in vwo) studielasten,
door het bevoegd gezag te bepalen. Er is dan dus geen centraal examen. Op de cijferlijst wordt dan ook alleen het cijfer voor
het schoolexamen vermeld.
LEERWEGEN VMBO
Diploma
Op het diploma wordt/worden naast de leerweg ook de sector(en) vermeld. Dit houdt in dat op de regel die volgt na ‘aan het
eindexamen’ de officiële naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform de sector’ de vermelding
van de officiële naam van de gevolgde sector, zoals genoemd in:
-
• artikel 18 WVO BES(basisberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 18 WVO BES(kaderberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 29 WVO (gemengde leerweg),
-
• artikel 16 WVO BES(theoretische leerweg).
Indien de kandidaat kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) vermeld.
De kandidaat die de gemengde leerweg met een extra algemeen vak heeft afgerond ontvangt op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische
leerweg en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 39, achtste lid, van het Eindexamenbesluit VO BES.
Cijferlijsten
Voor:
-
– de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk, sector- en (het minimum aantal van
het) vrije deel,
-
– welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen vmbo en vermeld op de cijferlijst, wordt verwezen naar de volgende
artikelen van het Eindexamenbesluit VO BES:
-
• artikel 14 voor zover het betreft het eindexamen vmbo theoretische leerweg,
-
• artikel 15 voor zover het betreft het eindexamen vmbo basisberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 16 voor zover het betreft het eindexamen vmbo kaderberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 17 voor zover het betreft het eindexamen vmbo gemengde leerweg.
Alle andere vermeldingen dan de vermeldingen genoemd in bovenstaande artikelen, maken de cijferlijst ongeldig.
Vermelding leerweg én sector(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen
aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’ de leerweg conform de sector(en)vermeld. Indien de kandidaat
kan slagen voor meer dan één sector, dan wordt ook de naam van die sector(en) op de cijferlijst vermeld. De cijferlijst wordt
bij de verdeling van de vakken over het sector- en het vrije deel, overeenkomstig de eerstgenoemde sector ingevuld.
Sectorwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van sectorwerkstuk’ is alleen voor de theoretische en de gemengde leerweg van toepassing
en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg weggelaten te worden.
Vak op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten, dan wordt achter de
desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen haakjes de leerweg (KB, GL of TL) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld
op de cijferlijst.
De vakken waarvoor de kandidaat met een diploma basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld
op grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo, worden op de cijferlijst vermeld
met overname van de eerder behaalde resultaten (artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES).
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject-basisberoepsgerichte leerweg betreft, worden minimaal de cijfers van het vak Nederlandse taal
(gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte programma (vrije deel) vermeld (zie artikel 19 van de WVO BES).