Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 22 augustus 2011, nr. WJZ/11109991, houdende instelling van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering (Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. Comité:

het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering.

Artikel 2

  • 1. Er is een Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering.

  • 2. Het Comité heeft tot taak:

    • a. het verankeren en toekomstbestendig maken van microfinanciering in Nederland en het zoeken van verbindingen die daarvoor nodig zijn, met bijvoorbeeld banken, Kamers van Koophandel, Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en het onderwijs;

    • b. het vergroten van de (lokale) bekendheid van microfinanciering en het netwerk dat dit aanbiedt;

    • c. het vergroten van het bereik van bestaande microfinancieringsmogelijkheden zowel op het gebied van coaching als krediet bij potentiële en bestaande ondernemers;

    • d. het bijdragen aan een verdere uitrol van de beschikbaarheid van coaching voor (startende) ondernemers;

    • e. het versterken van de relatie tussen de landelijk werkende organisaties en het bevorderen van de aansluiting van nieuwe, kansrijke initiatieven;

    • f. het internationaal (zowel op Europees vlak als daarbuiten) presenteren van de Nederlandse opzet van microfinanciering, alsmede de kennis en ervaring uit het buitenland toepassen op de Nederlandse situatie.

Artikel 3

  • 1. Het Comité bestaat uit een voorzitter en ten hoogste twee andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 4

  • 1. Het Comité stelt zijn eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van het Comité.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het Comité opgeborgen in het archief van dat ministerie.

  • 4. Het Comité verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 5

Te rekenen vanaf 1 juli 2011 worden tot lid van het Comité benoemd:

  • a. de heer jhr. drs. D. Laman Trip, te Velp, tevens voorzitter;

  • b. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden;

  • c. de heer mr. B. Staal, te Maarssen.

Artikel 6

  • 1. Aan de voorzitter van het Comité wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,073.

  • 2. Aan het lid van het Comité, genoemd in artikel 5, aanhef en onderdeel c, wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,046.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2011.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 juli 2014.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

Den Haag, 22 augustus 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet om microfinanciering in Nederland op de kaart te zetten. Dit heeft geleid tot een goede start van microfinanciering in Nederland, waardoor potentiële en bestaande ondernemers in Nederland kunnen beschikken over krediet en coaching. De Raad voor Microfinanciering in Nederland waarvan de instelling per 1 juli 2011 is beëindigd, heeft bij het leggen van een basis voor microfinanciering in Nederland een belangrijke rol gespeeld. Voor microfinanciering in Nederland zijn twee organisaties opgericht:

  • een microkredietverstrekker die landelijke dekking biedt voor kredieten tot € 35.000 euro (Qredits);

  • een landelijk netwerk dat de bekendheid van microfinanciering in Nederland vergroot en de kwaliteit van advies en coaching bevordert (via de website www.Eigenbaas.nl). Bij dit netwerk zijn regionale microfinanciering-ondernemerspunten (hierna: MF-ondernemerspunten) aangesloten waar ondernemers terecht kunnen voor advies en begeleiding.

Er zijn inmiddels 1500 kredieten verstrekt en 40 MF-ondernemerspunten waar ondernemers terecht kunnen en de bekendheid met microfinanciering neemt toe.

Nu de basis is gelegd breekt een andere fase aan. Er vindt een verschuiving plaats van beleidsvorming naar een meer operationele fase waarin de gelegde basis verder wordt uitgebouwd, kwalitatief verbeterd en verduurzaamd. Dit brengt met zich dat de bijdrage aan het ontwikkelen van microfinanciering van de centrale overheid verandert.

De uitvoering in deze fase ligt in beginsel bij de twee zelfstandige organisaties Qredits en het netwerk Eigenbaas.nl, gesteund door stevige en divers samengestelde besturen. Bij Eigenbaas.nl is in het bestuur kennis aanwezig van overheidsthema’s en overheidsstructuren, de Europese Unie en ondernemerschap en microfinanciering. Qredits is kredietverstrekker en in de Raad van Toezicht hebben enkele banken zitting, aangevuld met personen met kennis van microfinanciering en het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Er is daarnaast behoefte aan deskundigen die gericht zijn op de meerwaarde ten opzichte van hetgeen de ontstane organisaties zelf kunnen bewerkstelligen. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering (hierna: het Comité) wordt ingesteld om in deze behoefte te voorzien.

2. Taak en samenstelling

Het Comité zal zich richten op:

  • het verduurzamen van microfinanciering in Nederland en het zoeken van verbindingen die daarvoor nodig zijn met bijvoorbeeld banken, Kamers van Koophandel, Koninklijke Vereniging MKB-Nederland en het onderwijs;

  • het uitbouwen en vergroten van (lokale) bekendheid van microfinanciering en het netwerk dat dit aanbiedt;

  • het bevorderen van een beter bereik van de doelgroep;

  • het versterken van de relatie tussen de landelijk werkende organisaties onderling en het bevorderen van de aansluiting van nieuwe, kansrijke initiatieven bij het netwerk microfinanciering.

Het Comité zal bestaan uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van microfinanciering met een verschillende achtergrond. Zij zijn ervaren op het gebied van microfinanciering en hebben hun draagvlak bij de bij microfinanciering betrokken instellingen en organisaties versterkt. De leden beschikken bovendien over een netwerk binnen deze instellingen en organisaties en dragen hun enthousiasme voor microfinanciering actief uit.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven