Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2011, 15554 | Besluiten van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 augustus 2011, nr. 2011-2000347514, houdende wijziging van de Werkliedenwet 1944 BES en intrekking van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden BES
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 20, eerste en tweede lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Besluit:
ARTIKEL I
De Werkliedenwet 1944 BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
Wanneer ingevolge artikel 2, zevende lid, van de Onderlinge regeling deelgenoten van het Werkliedenpensioenfonds, de verplichtingen jegens hen en het in verband met die verplichtingen gereserveerde vermogen aan de Staat der Nederlanden zijn toegewezen en de activa en passiva van het Werkliedenpensioenfonds zijn verdeeld, kunnen bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorschriften worden gegeven die noodzakelijk zijn om het recht op pensioen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Onderlinge regeling, de verplichtingen op grond van opgebouwde rechten op pensioen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Onderlinge regeling, en het recht op nabestaanden- en wezenpensioen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Onderlinge regeling te garanderen.
C
De artikelen 3 tot en met 50 vervallen.
ARTIKEL II
De Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES wordt ingetrokken.
ARTIKEL III
De Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden BES wordt ingetrokken.
ARTIKEL IV
De Pensioenwet ambtenaren BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, onder c, vervalt ‘, voor zover zij niet werkzaam zijn in de zin van de Werkliedenwet 1944 BES’.
B
Artikel 112f, dertiende lid, vervalt.
C
Artikel 112g, dertiende lid, vervalt.
ARTIKEL V
De Wet materieel ambtenarenrecht BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, derde lid, komt te luiden:
-
3. Niet zijn ambtenaren in de zin van deze wet en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften zij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten.
B
Artikel 45 vervalt.
C
Artikel 45A wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zesde lid vervalt,
2. Het zevende lid wordt vernummerd tot zesde lid.
ARTIKEL VI
In artikel 1, eerste lid, van de Wet ongevallen ambtenaren buiten diensttijd BES vervalt ‘en van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES’.
ARTIKEL VII
Artikel 7 van de Wet op de weerkorpsen BES vervalt.
ARTIKEL VIII
In artikel 3, tweede lid, van de Wet sociaal statuut verzelfstandiging overheidsdiensten BES vervalt de zinsnede ‘of als werkman in de zin van de Werkliedenwet 1944 BES’
ARTIKEL IX
De Dienstplichtwet BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 72 vervalt.
B
Artikel 125 vervalt.
ARTIKEL X
De Wet inkomstenbelasting BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, eerste lid, vervalt onderdeel g.
B
In artikel 20, vierde lid, wordt ‘onderdelen e en g’ vervangen door: onderdeel e.
ARTIKEL XI
In artikel 7, vierde lid, van de Wet loonbelasting BES wordt de puntkomma na ‘spaar- en voorzieningenfondsen’ vervangen door een punt en vervalt ‘• premies als bedoeld in artikel 5 van de de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden BES’.
ARTIKEL XII
Het Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2 vervalt onder de omschrijving van het begrip overheidsdienaren ‘b. werklieden in de zin van de Werkliedenwet BES’ en wordt de aanduiding ‘c’ vervangen door: b.
B
In artikel 3, onder ‘Inkomen’, vervalt ‘en, voor zover het bevoegd gezag aldus bepaalt, artikel 4, vierde lid, van de Werkliedenwet 1944 BES’.
C
In artikel 3, onder ‘Pensioen’, vervalt ‘2°. het pensioen in de zin van hoofdstuk II van de Werkliedenwet 1944 BES;’.
D
In artikel 4 vervalt ‘- hetzij artikel 47, aanhef en letter d, van de Werkliedenwet 1944 BES;.
E
In artikel 28 vervalt ‘of artikel 41 van Besluit vakantie en vrijstelling van dienst werknemers BES’.
F
Artikel 34 vervalt.
ARTIKEL XIII
Het Lumpsumbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 35 vervalt.
B
Artikel 37 vervalt.
ARTIKEL XIV
Het Tijdelijk besluit vrijstelling van dienst ambtenaren en werknemers BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt ‘en artikel 21, tweede lid, van het Besluit Vakantie en Vrijstelling van Dienst Werknemers BES’ en wordt ‘worden’ vervangen door: wordt.
B
In artikel 2, tiende lid, wordt ‘eerste lid’ vervangen door: eerste, tweede en vijfde lid.
C
Artikel 3 vervalt.
D
Artikel 5 komt te luiden:
ARTIKEL XV
Artikel 4 van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en het vierde lid vervallen.
2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.
ARTIKEL XVI
Artikel 34 van het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES vervalt.
ARTIKEL XVII
Het Besluit vergoeding kosten geneesmiddelen BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:
-
b. uitvoeringsorgaan:
-
1. Bureau Ziektekostenvoorziening;
-
2. de Sociale Verzekeringsbank.
-
B
Artikel 34 vervalt.
ARTIKEL XVIII
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
-
2. De artikelen I, IV, onderdeel A, V, onderdeel A, VIII, XII, onderdelen A tot en met E, en XIII, onderdeel B, en XIV werken terug tot en met 10 oktober 2010.
-
3. De artikelen II, III, IV, onderdelen B en C, V, onderdeel B, VI, VII, IX, X, XI, XII, onderdeel F, en XIII, onderdeel A, XV, XVI en XVII werken terug tot en met 1 januari 2011.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling is gebaseerd op artikel 20 van de Invoeringswet Bonaire, Sint Eustatius en Saba, op grond waarvan wetten en algemene maatregelen van bestuur die hun oorsprong hebben in het voormalige Nederlands-Antilliaanse recht tot 10 oktober 2011 bij ministeriële regeling kunnen worden gewijzigd voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen.
De wijzigingen in de onderhavige regeling zijn aan te merken als van technische aard en vallen daarmee onder het criterium ‘noodzakelijk voor de toepassing van die regelingen’.
De regeling zal, gelet op artikel 21, eerste en tweede lid, van de Invoeringswet Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding moeten worden goedgekeurd bij een formele wet onderscheidenlijk een algemene maatregel van bestuur.
Artikel I (Werkliedenwet 1944 BES)
Bij de transitie op 10 oktober 2010 is de voormalige Nederlands-Antilliaanse Werkliedenverordening 1944, in tegenstelling tot de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, beleidsarm omgezet in de Werkliedenwet 1944 BES. Deze wet bevat een regeling met betrekking tot de rechtspositie van de werklieden. Verder is in deze wet de pensioenregeling voor de werklieden opgenomen.
De werkliedenpensioenen zijn op grond van de Werkliedenlandsverordening 1944 ondergebracht in het Werkliedenpensioenfonds. Het beheer van dit fonds is tijdelijk (dat wil zeggen in beginsel tot eind 2011) opgedragen aan het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA). Dit volgt uit artikel 8 van het Rijksbesluit rechtsopvolging burgerlijke rechten en verplichtingen Nederlandse Antillen en artikel 2, zevende lid, van de Onderlinge regeling opvolging en boedelscheiding Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen en opvolging van enkele andere aanverwante regelingen. Abusievelijk is in artikel 7a van de Werkliedenwet 1944 BES bepaald dat de Stichting BES Pensioenfonds (dat tegenwoordig de naam draagt van Pensioenfonds Caribisch Nederland) de gelden beheert ten behoeve van de werkliedenpensioenen.
Sinds de transitiedatum zijn er in Caribisch Nederland geen werklieden meer in dienst in de zin van de Werkliedenwet 1944 BES. Ook zullen er geen werknemers als werklieden in de zin van de Werkliedenwet 1944 BES worden aangenomen. Deze wet heeft daarom in dat opzicht geen inhoudelijke betekenis meer en kan in zoverre vervallen.
Op dit moment zijn er nog geen afspraken over de verdeling van de activa en passiva van het fonds tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Gepensioneerde en gewezen werklieden kunnen hun aanspraken zo lang te gelde maken bij het APNA.
Wanneer de deelgenoten van het fonds, de verplichtingen jegens hen en het gereserveerde vermogen aan de verschillende landen zullen zijn toegewezen, kunnen bij ministeriële regeling de benodigde voorschriften worden gegeven waarin de rechten op pensioen en de opgebouwde aanspraken van de aan Nederland toegewezen deelgenoten worden gegarandeerd. De grondslag hiervoor is opgenomen in de nieuwe tekst van artikel 2 van de wet.
Met het vervallen van artikel 6B van de Werkliedenwet 1944 BES komt van rechtswege ook het op dat artikel gebaseerde Besluit vakantie en vrijstelling van dienst werknemers BES te vervallen.
Artikelen II en III (Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet ziektekosten overheidsgepensioneerden BES)
In de in januari 2011 bereikte arbeidsvoorwaardenovereenkomst tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vertegenwoordigers van de ambtenarenbonden in Caribisch Nederland is afgesproken de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet ziektekosten overheidsgepensioneerden BES buiten werking te stellen. Achtergrond van deze afspraak is, dat vanaf 1 januari 2011 voor alle ingezetenen van Caribisch Nederland de Zorgverzekeringswet BES van toepassing is.
De Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES voorziet in een dekking en premiebijdrage voor ambtenaren. Voor het pakket voorzieningen is de werknemer een bijdrage verschuldigd van 1,25%. Voor overheidsgepensioneerden geldt de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden. Zij betalen een bijdrage van 2,5% van het pensioen.
De partijen bij de arbeidsvoorwaardenovereenkomst zijn van opvatting dat dubbele verzekering dient te worden voorkomen. Voorts zijn zij van oordeel dat het de overheid als werkgever niet geheel vrij staat om voor ambtenaren aanvullende voorzieningen te treffen.
In verband hiermee wordt de genoemde wet ingetrokken. Dit betekent tevens dat de inhoudingen voor de werknemersbijdrage komen te vervallen.
Met het vervallen van de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerdenkomen van rechtswege ook de op (artikel 7 van) die wet gebaseerde Beheersregelen BES fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden BES te vervallen.
Artikelen IV, onderdeel A, V, onderdeel A, VIII, XII, onderdelen A tot en met E, XIII, onderdeel B, en XIV, onderdelen A, C en D
De wijzigingen in deze artikelen betreffen technische aanpassingen van andere wet- en regelgeving aan het vervallen van de meeste bepalingen van de Werkliedenwet 1944 BES.
Artikelen IV, onderdelen B en C, V, onderdeel B, VI, VII en IX, X, XI, XII, onderdeel F, XIII, onderdeel A, XV, XVI en XVII
De wijzigingen in deze artikelen betreffen technische aanpassingen van andere wet- en regelgeving aan het intrekken van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden.
Artikel XIV, onderdeel B
In artikel 2, tiende lid, van het Tijdelijk Besluit vrijstelling van dienst ambtenaren en werknemers BES werd alleen een verwezen naar de vrijstelling van dienst, bedoeld in het eerste lid, en ten onrechte niet naar de vrijstelling van dienst, bedoeld in het tweede en vijfde lid. Deze fout is hersteld in artikel XII, onderdeel B.
Artikel XVIII
De wijziging van de Werkliedenwet 1944 BES en de daaraan gerelateerde aanpassingen in andere regelgeving werken terug tot de transitiedatum.
De intrekking van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden vloeit voort uit de Cao Caribisch Nederland 2011 en werkt daarom terug tot en met 1 januari 2011.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-15554.html