Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 augustus 2011, nr. VGP/3074037, houdende wijziging van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten ter implementatie van richtlijn 2011/59/EU tot aanpassing van de bijlagen II en III bij richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op richtlijn 2011/59/EU van de Commissie van 13 mei 2011 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de vooruitgang van de techniek, van de bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten (PbEU 2011, L 125);

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten komt te luiden:

Artikel 8

Een wijziging van:

  • a. bijlage II, III, IV, VI, VII of IX van richtlijn 76/768/EEG; of

  • b. bijlage V van richtlijn 67/548/EEG;

    gaat voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 7 van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, met inachtneming van het in de betrokken wijzigingsrichtlijn vermelde overgangsrecht, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant bekend is gemaakt, een ander tijdstip of andere tijdstippen worden vastgesteld.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Op 14 mei 2011 is richtlijn 2011/59/EU van de Commissie van 13 mei 2011 tot wijziging, met het oog op de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek, van de bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten (PbEU 2011, L 125) gepubliceerd (hierna: richtlijn 2011/59/EU).

Richtlijn 2011/59/EU wijzigt de bijlagen II en III bij richtlijn 76/768/EEG1. Voor een wijziging van onder meer bijlage II, III, IV, VI, VII en IX van richtlijn 76/768/EEG is in artikel 8 van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten (hierna: de Warenwetregeling) een dynamische verwijzing opgenomen. In de dynamische verwijzing is een standaard uitverkooptermijn van zes maanden opgenomen. De ervaring leert dat wijzigingen van de bijlagen van richtlijn 76/768/EEG die onder de dynamische verwijzing vallen, over het algemeen een andere uitverkooptermijn kennen dan de standaard zes maanden. Het gevolg hiervan is dat zeer regelmatig alsnog een ministeriële regeling moet worden opgesteld om de afwijkende uitverkooptermijn in te regelen.

Een dynamische verwijzing heeft als voordeel dat wijzigingen in EG-regelgeving niet steeds nopen tot aanpassing van de nationale regelgeving. Door de formulering van de dynamische verwijzing in de Warenwetregeling wordt dit voordeel echter onvoldoende genoten. Deze regeling zorgt voor een aanpassing van de dynamische verwijzing in de Warenwetregeling, waardoor het voordeel van de dynamische verwijzing beter tot zijn recht komt. De kenbaarheid komt overigens niet in het geding, aangezien iedere dynamisch geïmplementeerde richtlijn bekend wordt gemaakt in de Staatscourant.

Vanaf 11 juli 2013 komt de Warenwetregeling overigens te vervallen in verband met het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 (Stb. 2011, 137) ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (PbEU 2009, L 342).

Bedrijfseffecten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Van het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving wordt afgeweken aangezien het hier Europese regelgeving betreft.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.


X Noot
1

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake cosmetische producten (PbEG 1976, L 262).

Naar boven