Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 juli 2011, nr. 5701752/11/6, houdende goedkeuring van het reglement van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting;

Besluiten:

Het in de bijlage bij dit besluit vervatte reglement van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van de gegevens, als bedoeld in de artikelen 2, 4 en 7 van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting, goed te keuren.

Dit besluit zal met de daarin bedoelde bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 juli 2011

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

BIJLAGE REGLEMENT STICHTING DONORGEGEVENS KUNSTMATIGE BEVRUCHTING

Het bestuur van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting, als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting,

Besluit:

vast te stellen een reglement betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van de gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van de gegevens, als bedoeld in de artikelen 2, 4 en 7 van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting:

Artikel 1 Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. Stichting: de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting;

  • b. wet: de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting;

  • c. CIBG: een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • d. medische gegevens (omtrent de donor): medische gegevens die van belang kunnen zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind;

  • e. fysieke en sociale gegevens (omtrent de donor): fysieke kenmerken, opleiding en beroep alsmede gegevens omtrent de sociale achtergrond en een aantal persoonlijke kenmerken, de motivatie van de donor daaronder begrepen;

  • f. persoonsidentificerende gegevens (omtrent de donor en de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden): geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en woonplaats;

  • g. verzoeker: de natuurlijke persoon die aan de Stichting om gegevens vraagt. Verzoeker kan zijn:

    • 1) degene die weet of vermoedt dat hij is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting (het donorkind) en die twaalf jaar of ouder is;

    • 2) de ouder(s) van een kind dat verwekt is door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting en dat jonger is dan twaalf jaar;

    • 3) de huisarts van degene die verwekt is door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting;

  • h. verrichter: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de kunstmatige donorbevruchting beroeps- of bedrijfsmatig heeft verricht of heeft doen verrichten. De verrichter kan bijvoorbeeld zijn: de arts die de inseminatie heeft verricht, de spermabank, de IVF-kliniek.

  • i. donorkind: een kind dat is verwekt is door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting

Artikel 2 Gegevensoverdracht

  • 1. Uiterlijk 24 weken nadat kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden dient elke verrichter de volgende gegevens aan de Stichting te verstrekken:

    • a. de persoonsidentificerende gegevens van de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden;

    • b. de datum waarop de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden;

    • c. de medische, fysieke en sociale alsmede de persoonsidentificerende gegevens van de donor

  • 2. Daartoe wordt gebruik gemaakt van het centrale digitale registratiesysteem van de Stichting.

  • 3. De invoervelden van het centrale digitale registratiesysteem worden door het bestuur vastgesteld en gepubliceerd op de website van de Stichting, www.donorgegevens.nl.

  • 4. De verrichter verwijdert de gegevens uit het centrale digitale registratiesysteem van de Stichting als vaststaat dat de kunstmatige donorbevruchting niet tot de geboorte van een levend kind heeft geleid.

  • 5. De op 1 juni 2004 al aanwezige gegevens worden door de verrichter aan de Stichting verstrekt, in ieder geval op het moment dat er een verzoek om deze gegevens van een verzoeker door de Stichting is ontvangen en de Stichting dit heeft medegedeeld aan de verrichter.

  • 6. Gedeeltelijke uitvoering van de kunstmatige donorbevruchting door een verrichter in het buitenland of door een niet beroeps- of bedrijfsmatig handelende verrichter ontslaat de verrichter niet van de verplichting de gegevens aan de Stichting te verstrekken. Dit houdt in dat een Nederlandse sperma- of eicelbank de gegevens ook aan de Stichting moet verstrekken als de kunstmatige donorbevruchting in een buitenlandse instelling of middels thuisinseminatie is verricht en dat een Nederlandse instelling de gegevens ook aan de Stichting moet verstrekken als het sperma of de eicellen die gebruikt zijn bij de kunstmatige donorbevruchting afkomstig zijn van een buitenlandse sperma- of eicelbank.

  • 7. Bekendheid van de moeder met de identiteit van de donor en eventuele afspraken tussen de moeder en de donor over de betrokkenheid van de donor bij de verzorging en opvoeding van het kind ontslaan de verrichter niet van de verplichting de gegevens aan de Stichting te verstrekken.

  • 8. Voor de registratie brengt de Stichting geen kosten in rekening bij de verrichter.

Artikel 3 Gegevensbeheer

De Stichting achterhaalt actuele adresgegevens met behulp van haar aansluiting op het ‘gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens-netwerk’ (GBA-netwerk).

Artikel 4 Verstrekking medische donorgegevens

De Stichting verstrekt de huisarts van een donorkind op diens verzoek de medische gegevens van de donor. De verstrekking geschiedt schriftelijk.

Artikel 5 Verstrekking fysieke en sociale donorgegevens

De Stichting verstrekt de ouder(s) van een donorkind dat jonger is dan twaalf jaar en een donorkind dat twaalf jaar of ouder is, op hun verzoek de fysieke en sociale gegevens van de donor. De verstrekking geschiedt schriftelijk.

Artikel 6 Raadpleging donor bij verzoek om persoonsidentificerende donorgegevens

  • 1. De Stichting verstrekt een donorkind dat zestien jaar of ouder is, op diens verzoek de persoonsidentificerende gegevens van de donor, nadat de donor daarmee heeft ingestemd dan wel de afwijzing van het bezwaar van de donor tegen de verstrekking onherroepelijk is geworden.

  • 2. Voor het verkrijgen van instemming van de donor om aan een donorkind de persoonsidentificerende gegevens van de donor te verstrekken, neemt de Stichting op zodanige wijze contact op met deze donor dat zijn persoonlijke levenssfeer niet onevenredig wordt geschaad.

  • 3. De instemming of de weigering van de donor om zijn persoonsidentificerende gegevens aan een donorkind te verstrekken geschiedt uitsluitend schriftelijk.

  • 4. De Stichting informeert de donor over de gang van zaken bij een verzoek tot verstrekking van zijn persoonsidentificerende gegevens, het tijdpad en de mogelijke consequenties.

Artikel 7 Donor overleden of onvindbaar

  • 1. Indien de donor die vóór 1 juni 2004 zaadcellen of eicellen voor donatie heeft afgestaan overleden of onvindbaar is, wordt de instemming om persoonsidentificerende gegevens te verstrekken geacht te zijn geweigerd.

  • 2. Indien de donor die op of na 1 juni 2004 zaadcellen of eicellen voor donatie heeft afgestaan overleden of onvindbaar is, zal de Stichting op zorgvuldige wijze de directe familieleden of nabestaanden, als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de wet, benaderen met het verzoek om in de plaats van de donor instemming te verlenen.

  • 3. De Stichting informeert de directe familieleden of nabestaanden, in een situatie als bedoeld in het tweede lid, over de gang van zaken bij een verzoek tot verstrekking van persoonsidentificerende gegevens, het tijdpad en de mogelijke consequenties.

Artikel 8 Wel of niet verstrekken van persoonsidentificerende donorgegevens

  • 1. Indien de donor die vóór 1 juni 2004 zaadcellen of eicellen voor donatie heeft afgestaan niet instemt met de verstrekking van zijn persoonsidentificerende gegevens, worden deze niet verstrekt aan het donorkind van zestien jaar of ouder dat hierom had verzocht.

  • 2. Indien de donor die op of na 1 juni 2004 zaadcellen of eicellen voor donatie heeft afgestaan (of indien deze overleden of onvindbaar is, personen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van dit reglement) niet instemt met de verstrekking van zijn persoonsidentificerende gegevens, blijft verstrekking uitsluitend achterwege indien, in aanmerking genomen de gevolgen die niet-verstrekking voor het verzoekende donorkind zou kunnen hebben, zwaarwegende belangen van de donor meebrengen dat verstrekking niet behoort plaats te vinden.

  • 3. De Stichting maakt een zorgvuldige afweging tussen de belangen van het verzoekende donorkind en de belangen van de donor. De beslissing van de Stichting wordt het verzoekende donorkind en de donor schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld.

Artikel 9 Begeleiding van donorkinderen bij verstrekking donorgegevens

  • 1. Aan een donorkind van zestien jaar of ouder worden de persoonsidentificerende gegevens van de donor uitsluitend in persoon verstrekt.

  • 2. De Stichting draagt er zorg voor dat bij de gegevensverstrekking aan een donorkind passende psychosociale begeleiding wordt gegeven.

Artikel 10 Verklaring ten behoeve van meemoeder-adoptieprocedure

De Stichting verstrekt de moeder van een donorkind of de vrouw die zwanger is van een donorkind op haar verzoek een verklaring dat het kind is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting en, indien dit bij de Stichting bekend is, dat de identiteit van de donor ten tijde van de bevruchting niet bekend was.

Artikel 11 Kosten

Voor de behandeling van een verzoek om donorgegevens, de verstrekking van donorgegevens en voor de verstrekking van een verklaring ten behoeve van de meemoeder-adoptieprocedure brengt de Stichting geen kosten in rekening bij verzoekers.

Artikel 12 CIBG

  • 1. De Stichting belast het CIBG met de bewaring en het beheer namens haar van medische, fysieke, sociale en persoonsidentificerende donorgegevens en persoonsidentificerende gegevens van de vrouw bij wie de kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden.

  • 2. De Stichting belast het CIBG met de verstrekking namens haar van medische, fysieke en sociale donorgegevens.

  • 3. De Stichting treft een regeling betreffende de behandeling van verzoeken om persoonsidentificerende donorgegevens en de rol van het CIBG daarin. De beslissing omtrent de verstrekking van persoonsidentificerende donorgegevens en de verstrekking ervan geschiedt door het bestuur van de Stichting.

Artikel 13 Voorlichting

  • 1 De Stichting draagt zorg voor de voorlichting met betrekking tot een goede toepassing en uitvoering van de wet.

  • 2 De voorlichting is gericht op:

    • personen die weten of vermoeden dat zij verwekt zijn door en ten gevolge van kunstmatige donorbevruchting;

    • donoren;

    • (wens)ouders;

    • verrichters en andere hulpverleners/zorginstellingen;

    • organisaties die belangen van betrokkenen behartigen;

    • het publiek.

Artikel 14 Geheimhouding

Eenieder die in het kader van de activiteiten van de Stichting betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van gegevens een functie vervult, is verplicht geheimhouding in acht te nemen ten opzichte van al datgene wat hem bij de uitoefening van die functie als geheim is toevertrouwd, of wat daarbij als geheim te zijner kennis is gekomen of wat daarbij te zijner kennis is gekomen en waarvan hij het vertrouwelijke karakter moest begrijpen.

Artikel 15 Publieke verantwoording

  • 1. Jaarlijks vóór 1 juli maakt het bestuur van de Stichting de balans een rekening van baten en lasten, betreffende het voorafgaande jaar, op en zendt die, voorzien van een accountantsverklaring, naar de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie. Deze verplichting vervalt indien de Stichting geen eigen baten of lasten heeft.

  • 2. Jaarlijks vóór 1 juli brengt de Stichting een verslag uit over het voorafgaande jaar. In dit verslag legt het bestuur verantwoording af over de activiteiten van de Stichting betreffende het verzamelen, bewaren, beheren en het op verzoek verstrekken van gegevens, het verschaffen van voorlichting en het zorgdragen voor de begeleiding bij de verstrekking van gegevens. Het jaarverslag wordt gestuurd naar de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie, alsmede aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en aan organisaties die de belangen van donorkinderen, donoren en wensouders alsmede van verrichters behartigen. Het jaarverslag wordt gepubliceerd op de website van de Stichting.

Artikel 16 Vaststelling en wijziging reglement

  • 1. Het bestuur van de Stichting stelt het reglement en wijzigingen daarin vast.

  • 2. Besluiten van het bestuur bedoeld in het eerste lid behoeven de goedkeuring van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie.

Artikel 17 Eerder vastgestelde reglementen

Dit reglement vervangt eerder vastgestelde reglementen.

TOELICHTING

Het vorige reglement van de Stichting donorgegevens dateerde uit 2004. Inmiddels is het zes jaar later en heeft de Stichting (1) ruime praktijkervaring opgebouwd met het bewaren, beheren en verstrekken van donorgegevens en (2) is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (verder: de wet) zodanig gewijzigd1 dat de Stichting er een taak bij heeft gekregen. Als gevolg hiervan moest het reglement worden geactualiseerd.

De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen worden hieronder besproken.

Als gevolg van bovengenoemde wetswijziging kunnen de biologische moeder en haar vrouwelijke partner sinds 1 januari 2009 de meemoeder-adoptieprocedure reeds starten als het kind nog niet is geboren. De adoptie werkt dan terug tot het tijdstip van de geboorte van het kind. In geval van een voor de moeder onbekende donor is één van de stukken die moeten worden overgelegd aan de rechter een verklaring van de Stichting dat het kind is verwekt door en tengevolge van kunstmatige donorbevruchting en dat de identiteit van de donor ten tijde van de bevruchting niet bekend was voor de moeder. In het reglement is opgenomen dat de Stichting de moeder van een donorkind of de vrouw die zwanger is van een donorkind op haar verzoek deze verklaring verstrekt.

De termijn waarbinnen de verrichter de gegevens aan de Stichting moet verstrekken is teruggebracht van 60 weken nadat kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden naar 24 weken nadat kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden.

Dit is mede ingegeven door bovengenoemde taak van de Stichting in de meemoeder-adoptieprocedure. Om een verklaring te kunnen opstellen dat het kind is verwekt door en tengevolge van kunstmatige donorbevruchting en dat de identiteit van de donor ten tijde van de kunstmatige donorbevruchting onbekend was voor de moeder, moet de Stichting reeds ten tijde van de zwangerschap kunnen beschikken over de gegevens van de behandeling en van de donor.

Bovendien leert de praktijk dat veel ouders niet lang na de geboorte van hun kind de Stichting om verstrekking van de fysieke en sociale donorgegevens verzoeken.

Voor de termijn waarbinnen de gegevens van de behandeling en van de donor bij de Stichting moeten worden aangeleverd is dan ook gekozen voor 24 weken nadat kunstmatige donorbevruchting heeft plaatsgevonden, omdat er dan sprake is van een doorgaande zwangerschap en een levensvatbaar kind.

In het reglement is opgenomen dat verrichters voor de verstrekking van de gegevens aan de Stichting gebruik maken van het centrale digitale registratiesysteem van de Stichting. Dit systeem is in gebruik sinds mei 2006. De invoervelden van het centrale digitale registratiesysteem worden door het bestuur vastgesteld en gepubliceerd op de website van de Stichting, www.donorgegevens.nl.

In de praktijk zijn de gegevens van maar zeer weinig kunstmatige donorbevruchtingen en donoren van vóór inwerkingtreding van de wet op 1 juni 2004 aangeleverd bij de Stichting. In het reglement is nu expliciet opgenomen dat de op 1 juni 2004 al aanwezige gegevens door de verrichter aan de Stichting worden verstrekt, in ieder geval op het moment dat er een verzoek om deze gegevens van een verzoeker door de Stichting is ontvangen en de Stichting dit heeft medegedeeld aan de verrichter.

Omdat hierover onduidelijkheid bestond bij verrichters is in het reglement opgenomen dat gedeeltelijke uitvoering van de kunstmatige donorbevruchting door (1) een verrichter in het buitenland of (2) een niet beroeps- of bedrijfsmatig handelende verrichter, de verrichter niet ontslaat van de verplichting de gegevens aan de Stichting te verstrekken.

Om dezelfde reden is in het reglement opgenomen dat (1) bekendheid van de moeder met de identiteit van de donor en (2) eventuele afspraken tussen de moeder en de donor over de betrokkenheid van de donor bij de verzorging en opvoeding van het kind, de verrichter niet ontslaan van de verplichting de gegevens aan de Stichting te verstrekken.

Het secretariaat van de Stichting is in 2006 overgedragen aan het CIBG, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS. Het ministerie van VWS betaalt het CIBG hiervoor. De Stichting beschikt niet meer over eigen middelen en maakt geen kosten. Er hoeven dan ook geen kosten meer in rekening te worden gebracht bij verrichters van kunstmatige donorbevruchting en aanvragers.


X Noot
1

Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptie-procedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie in verband met adoptie door echtgenoten van gelijk geslacht tezamen. Staatsblad 2008, 425.

Naar boven