Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 26 juli 2011, nr. 5704528/11, houdende aanwijzing van de instantie die de vergoeding aan gerechtsdeurwaarders verstrekt voor verrichte werkzaamheden in het kader van een toevoeging (Besluit aanwijzing instantie uitbetaling vergoeding werkzaamheden gerechtsdeurwaarders in rechtsbijstandzaken)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 40, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Besluit:

Artikel 1

De griffie van het gerecht waar de gerechtsdeurwaarder kantoor houdt, draagt overeenkomstig artikel 40 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 zorg voor de uitbetaling van de vergoeding die de gerechtsdeurwaarder ontvangt voor het uitbrengen van een exploot of het opmaken van een proces-verbaal dan wel de verlening van rechtsbijstand bij de tenuitvoerlegging van de uitspraak in een zaak waarvoor een toevoeging is verleend.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2010.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing instantie uitbetaling vergoedingwerkzaamheden gerechtsdeurwaarders in rechtsbijstandzaken.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

Griffierechten worden van de daarbij betrokken partijen geheven door de griffie van de gerechtelijke instantie waar de gerechtsdeurwaarder kantoor houdt. Voor 1 november 2010 behoefden on- of minvermogenden slechts een gedeelte van het griffierecht te betalen. Het restant werd door de griffie in debet gesteld. Dit betekende dat dit bedrag niet behoefde te worden betaald door de rechtzoekende. Het bedrag werd van de tegenpartij teruggevorderd, indien deze in de kosten van het geding werd veroordeeld. De inning en verrekening van de proceskostenveroordeling geschiedde door de griffie.

Met het oog op het verhaal van de proceskostenveroordeling op de tegenpartij kan de on- of minvermogende een gerechtsdeurwaarder inschakelen. De kosten daarvan komen ook voor rekening van de tegenpartij. De griffie draagt zorg voor de uitbetaling van de gerechtsdeurwaarder die deze taak uitvoert (artikel 40 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000).

Met de inwerkingtreding van de Wet griffierechten burgerlijke zaken is het aan partijen om de proceskostenveroordeling te verhalen. De griffie heeft niet langer een taak bij de inning en verrekening daarvan (zie Kamerstukken II 2008/09, 31758, nr. 3, blz. 4 en 5). Daarbij heeft echter niet voor ogen gestaan dat de griffie tevens geen taak meer zou hebben bij de uitbetaling van voornoemde gerechtsdeurwaarderskosten. Het desbetreffende artikel 40 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 is niet gewijzigd. Het wegvallen van een taak zou met zich brengen dat het budget van de rechtspraak navenant gekort zou worden. Dit is niet gebeurd. Abusievelijk kan uit de nota naar aanleiding van het verslag bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken worden opgemaakt dat de raad voor rechtsbijstand de taak zou hebben in de uitbetaling te voorzien (zie Kamerstukken II 2008/09, 31758, nr. 6, blz. 19). Dit neemt niet weg dat is vergeten de griffie aan te wijzen als instantie die de uitbetaling doet. Dit wordt in dit besluit hersteld.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 wordt de griffie van de rechtbank waar de gerechtsdeurwaarder kantoor houdt expliciet aangewezen als de instantie die de gerechtsdeurwaarderskosten die verband houden met een zaak waarvoor een toevoeging is verleend, betaalt. Daarbij gaat het op grond van artikel 40 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 om het uitbrengen van een exploot, het opmaken van een proces-verbaal of het verlenen van bijstand bij de tenuitvoerlegging van de uitspraak in die rechtsbijstandzaak. De gerechtsdeurwaarder ontvangt van het Rijk voor deze werkzaamheden een bedrag ter hoogte van 75% van het bedrag dat zij volgens het Besluit tarieven in ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders zouden mogen berekenen.

Artikel 2

Het besluit werkt terug tot het moment waarop de nieuwe tariefindeling van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in werking is getreden, zijnde 1 november 2010. Vanaf dat moment leek het onduidelijk welke instantie uitvoering zou geven aan de uitbetaling van de gerechtsdeurwaarderskosten in rechtsbijstandzaken met als gevolg dat deze achter zijn gebleven. Het ligt in de rede dat deze kosten alsnog worden betaald.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven