Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 3 augustus 2011, nr. 222047, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van bos- en haagplantsoen tegen onkruid (Tijdelijke vrijstelling bescherming bos- en haagplantsoen tegen onkruid)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Gelezen het verzoek van LTO Nederland van 23 maart 2011;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Basamid Cleanstart ter bescherming van de opkweek van bos- en haagplantsoen tegen onkruid.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2011.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling bescherming bos- en haagplantsoen tegen onkruid.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 augustus 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

J.P. Hoogeveen,

directeur-generaal.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

Algemeen

Met deze vrijstelling is het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Basamid Cleanstart toegestaan ter bescherming van de teelt van bos- en haagplantsoen tegen onkruid.

Wettelijk gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als grondontsmettingsmiddel ter bestrijding van onkruiden in zaaibedden van bos- en haagplantsoen.

De toepassing mag uitsluitend plaatsvinden met behulp van granulaatstrooiapparatuur.

Bij toepassing door een loonwerker vult de teler de doseerunit.

In verband met het risico voor de toepasser mag een persoon per werkdag maximaal 750 kg Basamid Cleanstart in een doseerunit doen.

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Om het grondwater te beschermen mag u dit product slechts gebruiken tot en met 31 augustus 2011.

Om het grondwater, de vogels en de zoogdieren te beschermen en om blootstelling naar de lucht te voorkomen, moet het behandelde perceel direct na toepassing worden afgedekt met plastic folie voor een periode van minimaal 6 weken.

Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.

Schadelijk bij opname door de mond.

Irriterend voor de ogen, de ademhalingswegen en de huid.

Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en laarzen.

Een bescherming voor de ogen dragen.

Draag een geschikte adembescherming (BS4275 reductiefactor 40) vanaf het openen van de verpakking tot en met het toepassen van het middel.

Draag een geschikte adembescherming (BS4275 reductiefactor 40), indien de behandelde grond moet worden betreden bij het verwijderen van het plastic folie en bij de eerstvolgende grondbewerking.

In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen

Dit middel mag slechts één maal in de drie jaar worden toegepast.

Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Gebruiksaanwijzing

Basamid CleanStart is een grondontsmettingsmiddel tegen o.a. onkruiden.

De damp van het middel kan schade aan gewassen in aangrenzende kassen veroorzaken.

Voor de omzetting met Basamid CleanStart dient de behandelde grondlaag gedurende ca. 1 week na behandeling zaaivochtig te zijn.

Geen stalmest, tuinturf of turfmolm toepassen kort voor en kort na de behandeling met Basamid CleanStart.

Wachttijd:

Alvorens te kunnen zaaien of planten dient er na de toepassing 6 weken afgedekt te worden met plastic folie.Daarna de behandelde bodemlaag grondig bewerken (terugploegen) om het ontsnappen van het middel te bevorderen. Door middel van een tuinkerstoets dient bepaald te worden of het middel verdwenen is en er dus gezaaid of geplant kan worden.

Toepassing

Zaaibedden van bos- en haagplantsoen tegen zaadonkruid

Toepassen op een zaaivochtige, kluitvrije grond. De bodemtemperatuur dient minimaal 10°C te zijn. Het middel met goed verdeeld uitstrooien en kort daarna 7–12 cm diep infrezen. Vervolgens de behandelde grond met plastic folie afdekken. Na 6 weken het plastic folie verwijderen.

     

Dosering:

zandgrond met minder dan 1,5 % humus

1 kg/are;

 

andere zandgronden en zavelgrond tot 20% slib

2,5 kg/are;

TOELICHTING

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: de wet) en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Blijkens het advies van de nieuwe VWA van 11 april 2011 is sprake van een gevaar voor de zaailingenteelt van bos- en haagplantsoenen. Door de concurrentie om water, licht en voedingsstoffen met onkruid komen geteelde, ontkiemende zaden onvoldoende op. Dit levert een kans op aanmerkelijke schade op tot € 10.000,– per hectare en daarmee een gevaar voor de teelt.

De sector kan een aantal preventieve en teelttechnische maatregelen nemen, zoals het schoonhouden van slootkanten en van machines, het werken van schoon uitgangsmateriaal, teneinde schade door onkruid zoveel mogelijk te voorkomen. Desondanks leveren deze inspanningen op zichzelf onvoldoende resultaat op.

De mechanisch bestrijding van onkruid is duur (circa € 15.000,– per hectare) en arbeidsintensief en bovendien niet altijd beschikbaar en zeker niet op deze korte termijn. Een chemisch middel is daarom nodig teneinde daadwerkelijk onkruid te bestrijden. Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen zijn over het algemeen slechts inzetbaar in de winterperiode, kort na het zaaien. Juist voor de bestrijding van onkruid in de zomerperiode ontbreekt een effectief middel, aldus de sector. Kortom, ter beheersing van het gevaar zijn er op dit moment geen redelijke alternatieven beschikbaar.

In zijn advies van 11 april 2011 heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) een negatief advies uitgebracht over de gevolgen voor het milieu, meer in het bijzonder het risico op uitspoeling naar het grondwater en het risico voor vogels en zoogdieren.

De risico’s voor het grondwater en voor vogels en zoogdieren kunnen worden beperkt en gecontroleerd door voor te schrijven dat het middel niet mag worden toegepast in grondwaterbeschermingsgebieden èn dat het behandelde perceel na toepassing ten minste zes weken moet worden afgedekt.

Het Ctgb merkt op dat de risico’s voor het grondwater en de vogels en zoogdieren als gevolg van deze maatregelen lager kunnen liggen, omdat het Ctgb van een “worst case-scenario” is uitgegaan. Nader onderzoek is nodig om de precieze risico’s te kunnen bepalen. Hiervoor ontbreekt in het kader van deze vrijstelling de tijd. Bovendien is het toepassingsgebied beperkt in tijd, namelijk tot en met 31 augustus dit jaar, en in plaats, namelijk tot voornamelijk de zandgronden rondom de gemeente Zundert. Dit betekent een aanvaardbaar risico naar mijn opvatting. De aanvrager heeft rekening gehouden met deze risico’s door zijn aanvraag te beperken tot de periode tot en met 31 augustus 2011.

Getoetst aan voornoemde criteria van artikel 38 van de wet en artikel 53 van de EU-verordening heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu besloten tot vrijstelling van het middel over te gaan. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2011.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

J.P. Hoogeveen,

directeur-generaal.

Naar boven