Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 juli 2011, houdende wijziging van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie in verband met de regeling van de vervanging van de secretaris-generaal bij diens verhindering en bij verhindering van de plaatsvervangend secretaris-generaal

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 5, eerste volzin, van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt een volzin ingevoegd, luidende: Indien ook deze verhinderd is, is de directeur Wetgeving bevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Deze regeling strekt ertoe dat de directeur Wetgeving optreedt als eerste vervanger van de secretaris-generaal, bij verhindering van zowel de secretaris-generaal als de plaatsvervangend secretaris-generaal. De directeuren-generaal treden dan op als vervanger indien ook de directeur Wetgeving is verhinderd, in volgorde van anciënniteit (artikel 5, derde volzin). Volgens het bestendig gebruik ondertekenen de bevoegde functonarissen bij verhindering van de secretaris-generaal en plaatsvervangend secretaris-generaal als ‘loco secretaris-generaal’.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven