Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 juli 2011, nr. CZW2000281696, tot wijziging van het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (afbouw subsidies in het kader van de wijkenaanpak)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2, derde lid, van het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage A.

ARTIKEL II

Met ingang van 1 juli 2012 wordt de bijlage bij het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage B.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2011

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE A

Bijlage bij het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Wijk

Additionele inzet per wijk (in miljoen euro)

Maximale subsidiebedrag per wijk (in euro)

Alkmaar Overdie

2,9

580.000

Amersfoort De Kruiskamp

2,5

500.000

Amsterdam Noord

6,6

1.320.000

Amsterdam Oost

6,7

1.340.000

Amsterdam Bijlmer

6,6

1.320.000

Amsterdam Bos en Lommer

15,3

3.060.000

Amsterdam Nieuw-West

29,3

5.860.000

Arnhem Het Arnhemse Broek

3,7

740.000

Arnhem Klarendal

2,6

520.000

Arnhem Malburgen/Immerloo

4,9

980.000

Arnhem Presikhaaf

3,7

740.000

Den Haag Zuid-West

13,0

2.600.000

Den Haag Schilderswijk

9,0

1.800.000

Den Haag Stationsbuurt

3,6

720.000

Den Haag Transvaal

3,2

640.000

Deventer Rivierenwijk

2,8

560.000

Dordrecht Wielwijk/Crabbehof

4,2

840.000

Eindhoven Bennekel

3,2

640.000

Eindhoven Doornakkers

2,6

520.000

Eindhoven Woensel West

2,3

460.000

Enschede Velve-Lindenhof

1,7

340.000

Groningen De Hoogte

1,9

380.000

Groningen Korrewegwijk

2,9

580.000

Heerlen Meezenbroek

2,8

560.000

Leeuwarden Heechterp/Schieringen

2,3

460.000

Maastricht Noordoost

5,2

1.040.000

Nijmegen Hatert

3,1

620.000

Rotterdam Bergpolder

2,9

580.000

Rotterdam Oud Zuid

22,3

4.460.000

Rotterdam Overschie

2,8

560.000

Rotterdam Noord

12,4

2.480.000

Rotterdam West

18,2

3.640.000

Rotterdam Vreewijk

4,3

860.000

Rotterdam Zuidelijke Tuinsteden

9,2

1.840.000

Schiedam Nieuwland

4,4

880.000

Utrecht Kanaleneiland

6,8

1.360.000

Utrecht Ondiep

3,3

660.000

Utrecht Overvecht

8,6

1.720.000

Utrecht Zuilen Oost

2,8

560.000

Zaanstad Poelenburg

3,4

680.000

Totaal

250

50.000.000

BIJLAGE B

Bijlage bij het Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Wijk

Additionele inzet per wijk (in miljoen euro)

Maximale subsidiebedrag per wijk (in euro)

Alkmaar Overdie

2,9

290.000

Amersfoort De Kruiskamp

2,5

250.000

Amsterdam Noord

6,6

660.000

Amsterdam Oost

6,7

670.000

Amsterdam Bijlmer

6,6

660.000

Amsterdam Bos en Lommer

15,3

1.530.000

Amsterdam Nieuw-West

29,3

2.930.000

Arnhem Het Arnhemse Broek

3,7

370.000

Arnhem Klarendal

2,6

260.000

Arnhem Malburgen/Immerloo

4,9

490.000

Arnhem Presikhaaf

3,7

370.000

Den Haag Zuid-West

13,0

1.300.000

Den Haag Schilderswijk

9,0

900.000

Den Haag Stationsbuurt

3,6

360.000

Den Haag Transvaal

3,2

320.000

Deventer Rivierenwijk

2,8

280.000

Dordrecht Wielwijk/Crabbehof

4,2

420.000

Eindhoven Bennekel

3,2

320.000

Eindhoven Doornakkers

2,6

260.000

Eindhoven Woensel West

2,3

230.000

Enschede Velve-Lindenhof

1,7

170.000

Groningen De Hoogte

1,9

190.000

Groningen Korrewegwijk

2,9

290.000

Heerlen Meezenbroek

2,8

280.000

Leeuwarden Heechterp/Schieringen

2,3

230.000

Maastricht Noordoost

5,2

520.000

Nijmegen Hatert

3,1

310.000

Rotterdam Bergpolder

2,9

290.000

Rotterdam Oud Zuid

22,3

2.230.000

Rotterdam Overschie

2,8

280.000

Rotterdam Noord

12,4

1.240.000

Rotterdam West

18,2

1.820.000

Rotterdam Vreewijk

4,3

430.000

Rotterdam Zuidelijke Tuinsteden

9,2

920.000

Schiedam Nieuwland

4,4

440.000

Utrecht Kanaleneiland

6,8

680.000

Utrecht Ondiep

3,3

330.000

Utrecht Overvecht

8,6

860.000

Utrecht Zuilen Oost

2,8

280.000

Zaanstad Poelenburg

3,4

340.000

Totaal

250

25.000.000

TOELICHTING

Het kabinet is voornemens de heffing voor en uitkering van bijzondere projectsteun voor de aandachtswijken te beëindigen. In het algemeen overleg over dit onderwerp van 2 februari 2011 is gebleken dat de Tweede Kamer zich met dit voornemen kan verenigen. De overwegingen om de heffing, en de daaruit door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) te verstrekken bijzondere projectsteun aan toegelaten instellingen die actief zijn in de 40 zogenoemde aandachtswijken, te beëindigen, zijn de volgende:

  • De integrale wijkenaanpak is inmiddels een breed door toegelaten instellingen, gemeenten, andere maatschappelijke organisaties en burgers gedragen aanpak, waardoor extra ondersteuning daarvan minder noodzakelijk is geworden.

  • Niet alle toegelaten instellingen die actief zijn in de 40 aandachtswijken hebben extra financiële steun nodig om de uitvoering van werkzaamheden in het kader van wijkactieplannen te financieren.

  • Voor toegelaten instellingen die over onvoldoende financiële middelen beschikken om de noodzakelijke werkzaamheden in de 40 aandachtswijken uit te voeren is het instrument van reguliere projectsteun van het CFV beschikbaar.

De heffing en de bijzondere projectsteun zullen, in twee stappen van elk € 25 mln., worden afgebouwd tot een bedrag van € 50 mln., en vervolgens € 25 mln. Die afbouw is in deze regeling neergelegd.

De ontvangende toegelaten instellingen profiteren al enkele jaren van de bijzondere projectsteun. Ten tijde van de invoering ervan lag het in de bedoeling dat deze 10 jaar zou gelden. Dat heeft geleid tot afspraken over financiering van projecten die soms meer jaren betreffen. De gekozen geleidelijke afbouw stelt die toegelaten instellingen in de gelegenheid hun aanvragen zodanig te doen, dat het nog beschikbare geld de komende jaren met name kan worden aangewend om dergelijke gesubsidieerde activiteiten op een zorgvuldige wijze af te bouwen. Zo krijgen zij ook meer tijd voor het eventueel aantrekken van andere financieringsbronnen voor die activiteiten.

Voor deze stapsgewijze verlaging is ook gekozen om de processen rond de aanvraag, toekenning en afwikkeling van de bijzondere projectsteun zo veel mogelijk ongewijzigd te kunnen laten verlopen.

De ten hoogste beschikbare bedragen per aandachtswijk zijn met onmiddellijke ingang met éénderde verminderd (artikel I, bijlage A). Dat leidt ertoe dat de heffing van het CFV in oktober 2011 dienovereenkomstig lager zal zijn. Ook is voorzien in een halvering van de ten hoogste beschikbare bedragen per aandachtswijk ten opzichte van de in bijlage A opgenomen bedragen (artikel II, bijlage B). Ook dat leidt, in oktober 2012, tot een dienovereenkomstig lagere heffing door het CFV.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven