Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 juli 2011, nr. WJZ/11102331, tot verlenging bestuurstermijn kamers van koophandel

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 5, tweede lid, van het Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken;

Besluit:

Enig artikel

De termijn voor de zittingsperiode van de leden van het algemeen bestuur, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken loopt van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2015 of, indien dat eerder is, tot het moment van inwerkingtreding van de wet waarbij de bestaande twaalf kamers van koophandel worden opgeheven.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

Achtergrond

In het regeerakkoord ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’ is de volgende passage opgenomen: ‘Ondernemers zullen voor al hun overheidszaken terecht kunnen bij één loket, een “Ondernemersplein”.’ Tijdens de begrotingsbehandeling in november 2010 heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de hoofdlijnen van dit voornemen toegelicht.

In de evaluatie van de wijziging van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 wordt geconstateerd dat de huidige governance van de kamers van koophandel te complex is vormgegeven. Als gevolg van de taaktoedeling aan de kamers in genoemde wet worden steeds meer taken van de kamers centraal aangestuurd (door de vereniging kamer van koophandel Nederland). Voor de besturen van de 12 kamers (elk met maximaal 24 bestuursleden) blijft daardoor steeds minder beslisruimte. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft tijdens de begrotingsbehandeling verder aangegeven dat de intentie is dat de kamers van koophandel worden omgevormd tot één enkel zelfstandig bestuursorgaan (hierna: de ZBO KvK).

Het Ondernemersplein is een dienstverleningsconcept waarbinnen de wensen van de ondernemers centraal staan. Vooralsnog wordt het concept op de hierna beschreven wijze uitgewerkt. Diverse organisaties werken binnen dit concept met een gezamenlijke externe presentatie samen om Nederlandse ondernemers optimaal te bedienen. De dienstverlening wordt door middel van een gezamenlijke producten- en dienstencatalogus aangeboden door de ZBO KvK, Syntens en AgentschapNL/Dienst Regelingen. In latere instantie kan dit nog worden aangevuld met andere publieke en private partijen (zoals gemeenten, provincies, werkpleinen, belastingdienst).

Het Ondernemersplein kent zowel een digitale als een fysieke component: het Ondernemersplein wordt het digitale portal voor overheidsdienstverlening aan ondernemers. Dit digitale Ondernemersplein zal ondersteund worden door voldoende toegankelijke fysieke loketten. Voorzien wordt dat de ZBO KvK het Ondernemersplein gaat coördineren. De overige genoemde partijen krijgen een nader te bepalen zeggenschap in het Ondernemersplein. Vanuit de ZBO KvK zullen alle (wettelijke) taken worden uitgevoerd die thans worden uitgevoerd door de 12 kamers van koophandel, te weten de handelsregistertaak, de voorlichtingstaak en de taak om de regionale economie te stimuleren.

Bij deze organisatiestructuur hoort een nieuw bestuur aangezien de twaalf zelfstandige kamers van koophandel met de transitie naar één ZBO KvK ophouden te bestaan. Het bestuur van ZBO KvK zal verantwoordelijk zijn voor aansturing van het regionale netwerk van ‘kamers van koophandel’ alsmede voor de coördinatie van het Ondernemersplein.

Het transitietraject is inmiddels in gang gezet en vergt wetgeving die binnen afzienbare tijd zijn beslag zal krijgen. Vanaf het moment van inwerkingtreding van die wetgeving zullen de individuele kamers van koophandel ophouden te bestaan. Voor die tijd, reeds vanaf 1 januari 2012 is de intentie om al zoveel mogelijk in de geest van het Ondernemersplein te gaan werken bij de kamers van koophandel.

Bestuursperiode

De huidige bestuursperiode van de algemene besturen van alle twaalf kamers van koophandel loopt van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011. Per 1 januari 2012 zou dus een nieuwe bestuursperiode ingaan, die echter kort daarna reeds zou eindigen door het opgaan van de kamers in ZBO KvK. Dit besluit realiseert een verlenging van de bestuursperiode tot het moment dat één ZBO (ZBO KvK) is ontstaan. Het aantal bestuurders in ZBO KvK zal zeker minder zijn dan de twaalf maal (maximaal) 24 bestuursleden die de kamers van koophandel thans tellen.1

Diverse algemeen besturen van kamers van koophandel hebben aangegeven met ingang van 1 januari 2012 het aantal bestuursleden te willen verminderen. Dit besluit laat de maximale omvang van het algemeen bestuur onverlet. Het blijft evenwel toegestaan om binnen de kaders van de huidige wet een kleiner algemeen bestuur te vormen. Gegeven het toekomstperspectief zou een verkleining zelfs voor de hand kunnen liggen. Wanneer bestuursleden terugtreden per 1 januari 2012 staat het de benoemende organisaties dan ook vrij om de openstaande vacatures niet of niet allemaal te vervullen.

Motivering voor de verlenging bestuursperiode

Het is wenselijk de lopende bestuursperiode bij de 12 kamers van koophandel te verlengen tot het moment dat ZBO KvK de taken van de huidige kamers van koophandel overneemt. De zittende besturen zijn inmiddels goed ingewerkt; zij zijn ook actief betrokken geweest bij de genoemde evaluatie van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997. De inbreng van die bestuurders is essentieel bij de omvorming naar de nieuwe structuur. Niet alleen om mee te denken over toekomstige governance-aspecten maar ook om, in een periode waarin er, zoals duidelijk zal zijn, zeer veel op de kamers afkomt de dienstverlening aan de ondernemers op een goed peil te houden.Geheel nieuwe besturen zouden opnieuw moeten gaan uitvinden hoe zich op te stellen binnen de bestaande, gegroeide afspraken. Dit zou kunnen leiden tot vertraging in het proces om reeds in 2012 zoveel mogelijk als één zelfstandig bestuursorgaan te willen gaan opereren.

Daarbij komt nog dat de kamerbesturen een voldoende representatieve afspiegeling moeten zijn van het bedrijfsleven. Grootbedrijf, midden- en kleinbedrijf en werknemers benoemen krachtens de wet elk eenderde van het aantal bestuursleden; de aanwijzing van bestuursleden is dus (per kamer) belegd bij meerdere organisaties. Binnen die constellatie moet dus worden gezorgd voor representativiteit, naar invalshoeken als geslacht, leeftijd, economische sector, zzp, enz. Het proces van kandidaatstelling (via aanwijzing door de Sociaal-Economische Raad (hierna: SER) van de tot benoeming van bestuursleden bevoegde organisaties) is mede daardoor tijdrovend en vrij kostbaar.

Door de zittingstermijn van de Algemeen Besturen nu te verlengen wordt dus een moeizame en weinig kansrijke benoemingsprocedure, bestemd voor een korte, onzekere en turbulente periode, vermeden.

Onder de benoemende organisaties is draagvlak voor de verlenging van de bestuurstermijn. Zelfs is het zo dat de benoemende organisaties hierop hebben aangedrongen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Als gevolg van dit besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, zal de aangepaste benoemingstermijn ook verwerkt moeten worden in de beschikkingen en benoemingen van de SER respectievelijk de benoemende organisaties.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.


X Noot
1

‘Om dit mogelijk te maken is naar onze mening onder meer nodig dat de kamers van koophandel worden omgevormd tot een zelfstandig bestuursorgaan.’ Begrotingsbehandeling EL&I, 24 november 2010.

Naar boven