Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 juni 2011, nr. WJZ/11098393, tot wijziging van de Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met de wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met huisaansluitingen

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op de artikelen 12 en 49, tweede lid, van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met huisaansluitingen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt gewijzigd als volgt:

A

Onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel e door een puntkomma wordt aan artikel 1 een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. Dienst Regelingen:

de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

B

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

Van de verplichtingen van de artikelen 6, tweede lid, en 10, eerste lid, van de wet is de beheerder van het openbaar riool vrijgesteld voor het deel van dat net dat dient voor de afvoer van afvalwater vanaf de openbare weg naar het hoofdriool.

C

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op graafmeldingen die overeenkomstig artikel 12 van de wet gezamenlijk worden gedaan door tussenkomst van Dienst Regelingen. In deze gevallen verstrekt Dienst Regelingen het overzicht van de beheerders aan wie het graafbericht is gezonden, bij de verstrekking van de gebiedsinformatie.

D

Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

Voor het geval graafmeldingen overeenkomstig artikel 12 van de wet gezamenlijk worden gedaan door tussenkomst van Dienst Regelingen, wordt vrijstelling verleend van de verplichtingen ten aanzien van de termijnen, bepaald in de artikelen 8, eerste lid, 9, 10, eerste lid, en 11, eerste lid, van de wet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Hoofdlijnen

Deze wijziging van de Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten (verder: Rion) vloeit voort uit de Wet van 28 januari 2010 tot wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten in verband met uitsluiting van huisaansluitingen (Stb. 2010, 50). Het betreft vooral regels ten aanzien van de collectieve meldingsprocedure voor ondiepe graafwerkzaamheden in eigen grond en betreffende kolkaansluitingen.

Er wordt momenteel een voorstel tot wijziging van de Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (verder: Wion) voorbereid teneinde agrariërs een ruimere verlichting van het wettelijke regime te kunnen bieden dan mogelijk is binnen het bestaande wettelijke kader, namelijk een vrijstelling voor agrariërs van de verplichting een graafmelding te doen voor ondiepe graafwerkzaamheden in eigen grond. Daarmee wordt ingezet op een bestendiging van de huidige situatie waarin om redenen van administratieve lasten wordt gedoogd dat agrariërs de graafmelding voor graafwerkzaamheden tot een diepte van 50 cm achterwege laten. Een en ander houdt verband met de inzet van het kabinet Rutte-Verhagen op verdere reductie van de regeldruk en de administratieve lasten. Ook al worden in deze benadering agrariërs vrijgesteld van de verplichting een graafmelding te doen voor ondiepe graafwerkzaamheden, zij kunnen niettemin belang hebben bij het verkrijgen van liggingsgegevens over netten in hun grond. Er wordt daarom in voorzien dat agrariërs (gratis) de beschikking kunnen krijgen over kaarten van hun percelen waarop de ligging van de ondergrondse leidingen is aangegeven. Om dit thans reeds, binnen het huidige wettelijke kader, op een doelmatige wijze te realiseren is de zogenaamde collectieve meldingsprocedure, die hieronder nader wordt toegelicht, door tussenkomst van Dienst Regelingen het meest geschikt. Daarom zal deze, in artikel 12 Wion verankerde procedure die hieronder wordt toegelicht, worden toegepast voor het verkrijgen van gebiedsinformatie voor agrariërs. Verder in de toekomst kan deze procedure eventueel worden benut voor een actualisering van die informatie.

De wetswijziging inzake huisaansluitingen (Stb. 2010, 50) strekt er onder meer toe de invoering van een collectieve meldingsprocedure voor ondiepe graafwerkzaamheden in eigen grond mogelijk te maken (art. 12 Wion, specifiek van belang voor agrariërs) en de grondslag voor het verlenen van vrijstellingen aan te passen (art. 49 Wion, specifiek van belang voor kolkaansluitingen).

Zoals toegelicht in de tweede nota van wijziging bij het voorstel tot voornoemde wet (TK 2009–2010, 31 540, nr. 11) is met de invoering van artikel 12 Wion de mogelijkheid gecreëerd dat agrariërs op een eenvoudiger wijze en met minder kosten gebiedsinformatie betreffende hun percelen kunnen verwerven: door tussenkomst van Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie worden graafmeldingen gezamenlijk ingediend bij het Kadaster. Voor de uitvoering van deze zogenaamde collectieve meldingsprocedure is Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangewezen. Deze Dienst is voor agrariërs de uitvoeringsorganisatie voor landbouwregelingen en is bijgevolg bij uitstek in staat voor agrariërs graafmeldingen gebundeld bij het Kadaster in te dienen. Door de omvang van het gehele agrarisch gebied gaat het om een zeer groot aantal (gebundelde) meldingen. Het is in verband met de (gelimiteerde) verwerkingscapaciteit van het elektronische informatiesysteem niet mogelijk – en overigens ook niet noodzakelijk – de gebundelde meldingen af te handelen binnen de bestaande wettelijke termijnen. In verband hiermee voorziet artikel 12 in de mogelijkheid van die termijnen af te wijken. Op grond hiervan wordt bij deze regeling vrijstelling verleend van de verplichtingen inzake de wettelijke termijnen.

De technische uitwisseling van gegevens tussen het Kadaster en Dienst Regelingen wordt uitgevoerd middels beveiligde omgevingen en voldoet daarmee aan de richtlijnen voor informatiebeveiliging. De door het Kadaster verstrekte gegevens worden door Dienst Regelingen gekoppeld aan de betreffende agrariërs. Deze kunnen uitsluitend de voor hen bestemde gegevens inzien en ophalen vanuit de beveiligde internetomgeving van Dienst Regelingen (Mijn Dossier), zodat ook op dit aspect is voldaan aan de richtlijnen voor informatiebeveiliging.

Voorts voorziet deze regeling in een vrijstelling voor kolkaansluitingen. Dit zijn de delen van het openbare rioolnet die zorgen voor de afvoer van afvalwater vanaf straatkolken naar het hoofdriool en die worden beheerd door gemeenten, provincies en waterschappen. Zoals toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag bij voornoemde wetswijziging (TK 2008–2009, 31 540, nr. 6) is er reden om kolkaansluitingen uit te sluiten van de wettelijke verplichtingen voor beheerders: de kans op graafschade is klein omdat de grondroerder de straatkolk kan zien en aldus de (globale) ligging van het afvoernet kan bepalen. Mocht er zich toch graafschade voordoen, dan zal deze beperkt zijn. Anderzijds zijn aanzienlijke kosten verbonden aan het alsnog registreren van de ligging van de kolkaansluitingen. Tegen deze achtergrond is bij nota van wijziging (TK, 2008–2009, 31 540, nr. 7) artikel 49, tweede lid, Wion zodanig aangepast, dat dit de grondslag biedt voor het verlenen van een vrijstelling – tot vijf jaar na inwerkingtreding van de Wion – niet alleen voor categorieën van beheerders maar ook voor categorieën vandelen van netten, zoals kolkaansluitingen. De vrijstelling betreft in het bijzonder de verplichtingen tot registratie van het net door opgave van de beheerpolygoon en tot het desgevraagd verstrekken van informatie ten behoeve van grondroerders.

2. Consultatie

Een ontwerp van deze wijzigingsregeling is ten behoeve van consultatie geplaatst op de website www.internetconsultatie.nl. Tevens zijn de deelnemers aan het Kabels en Leidingen Overleg (KLO) en overige vertegenwoordigers van de relevante doelgroepen, met name behorend tot de agrarische sector, in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven over een ontwerp van deze regeling.

De netbeheerders en een waterschap hebben zorg uitgesproken over de praktische uitwerking van de collectieve meldingsprocedure voor agrariërs, in het bijzonder over de belasting van het elektronische informatiesysteem door een groot aantal extra meldingen. Hieraan is tegemoet gekomen door, in het kader van de kosteloze beschikbaarstelling van kaartmateriaal, de informatie-inwinning over de agrarische gebieden zodanig in te richten dat graafmeldingen qua gebied elkaar niet overlappen. Dit impliceert een veel kleiner aantal graafmeldingen en dus een geringere belasting van het elektronische informatiesysteem. Ook bij de daadwerkelijke informatie-inwinning zal het nodige worden gedaan om overbelasting van het informatiesysteem te voorkomen.

Stichting Rioned en het Gemeentelijk Platform Kabels & Leidingen (GPKL) hebben in hun gezamenlijke reactie opmerkingen gemaakt over de omschrijving van kolkaansluitingen. Naar aanleiding hiervan is deze omschrijving aangepast.

Tot slot hebben de diverse reacties in het kader van de consultatie nog geleid tot een aantal wetstechnische verbeteringen.

3. Uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets

Een ontwerp van de wijzigingsregeling is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan Dienst Regelingen en aan het Kadaster en voor een handhaafbaarheidstoets aan Agentschap Telecom. De opmerkingen van het Kadaster en Agentschap Telecom ten aanzien van de vrijstelling voor kolkaansluitingen waren (een extra) reden de desbetreffende bepaling te preciseren. Verder bepleitte het Kadaster bij toepassing van de collectieve meldingsprocedure ten eerste vrijstelling van de wettelijke verplichting een ontvangstbevestiging te sturen en ten tweede handhaving van de verplichting door het Kadaster vastgestelde formulieren te gebruiken. Wat het eerste punt betreft: de Wion laat voor een dergelijke vrijstelling geen ruimte. Betreffende het tweede punt wordt aan de betrokken organisaties, Kadaster en Dienst Regelingen overgelaten de informatie-uitwisseling in het kader van de collectieve meldingsprocedure zo doelmatig mogelijk vorm te geven.

Tenslotte hebben Agentschap Telecom, Kadaster en Dienst Regelingen enkele wetstechnische opmerkingen gemaakt, waarmee rekening is gehouden bij de opstelling van de definitieve versie van deze regeling.

4. Administratieve lasten en overige bedrijfseffecten

Deze regeling heeft geen effect op de administratieve lasten van het bedrijfsleven of van burgers.

Voor de invoering van de collectieve meldingsprocedure is het volgende van belang. Zoals in paragraaf 1 is vermeld, wordt een wijziging van de Wion voorbereid om agrariërs een ruimere verlichting van het wettelijke regime te kunnen bieden dan tot nu toe voorzien, door middel van een vrijstelling van de meldplicht voor ondiepe graafwerkzaamheden. Deze wetswijziging zal leiden tot een daling van de eenmalige lasten met € 8,2 miljoen en van de structurele lasten met € 820.000. Deze wijzigingsregeling levert in aanvulling daarop geen extra reducties voor agrariërs op, maar is noodzakelijk opdat agrariërs via de collectieve meldingsprocedure – kosteloos – de voor hen relevante gebiedsinformatie kunnen verkrijgen, met gebruikmaking van hun persoonlijke dossier bij Dienst Regelingen.

De wijzigingen inzake kolkaansluitingen hebben geen invloed op de administratieve lasten van het bedrijfsleven of van burgers, omdat deze voor het overgrote merendeel worden beheerd door overheden.

5. VVM-beleid

Deze regeling vloeit voort uit een wijziging van de Wion die in 2010 tot stand is gekomen. Ten aanzien van de inwerkingtreding van deze regeling is afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt ten aanzien van de invoeringstermijn en de datum van inwerkingtreding. Dit uitgangspunt behelst de inwerkingtreding van wetten en van algemene maatregelen van bestuur op 1 januari of 1 juli en de inwerkingtreding van ministeriële regelingen op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en de publicatie van de desbetreffende regelgeving uiterlijk twee maanden tevoren. In het kabinetsstandpunt is onderkend dat er redenen kunnen zijn voor afwijking van dit uitgangspunt en zijn vier uitzonderingsgronden geformuleerd. In dit geval is de uitzonderingsgrond van toepassing dat toepassing van het uitgangspunt zou leiden tot een vertraging die grote private en publieke nadelen heeft.

Een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de wetswijziging in verband met uitsluiting van huisaansluitingen en de daarmee samenhangende wijzigingen van het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten en de Regeling informatie-uitwisseling ondergrondse netten is van belang om – vooruitlopend op de hiervoor bedoelde wetswijziging ter invoering van een vrijstelling voor agrariërs – de administratieve lasten en kosten te kunnen beperken van agrariërs die informatie over netten in hun grond willen inwinnen, zoals hiervoor is toegelicht. Publicatie van de wijzigingen op uiterlijk 1 november en inwerkingtreding op het vaste verandermoment van 1 januari 2012 zou leiden tot een ongewenste vertraging. Om die reden is voor de wijzigingen van het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten en van deze regeling voorzien in inwerkingtreding op 1 augustus 2011.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Met dit onderdeel worden beheerders van openbare rioolnetten voor de kolkaansluitingen vrijgesteld van de wettelijke verplichtingen van beheerders. Een kolkaansluiting is omschreven als het deel van het rioolnet dat dient voor de afvoer van afvalwater vanaf de openbare weg naar het hoofdriool. Het afvalwater, in het bijzonder ook hemelwater, wordt ingezameld bij een straatkolk en komt vervolgens in het hoofdriool terecht dat zorgt voor het verdere transport. Alleen het deel van het rioolnet tussen de straatkolk en het hoofdriool valt dus onder de vrijstelling. Overigens geldt ook een uitzondering voor het deel van het rioolnet tussen onroerende zaken en het hoofdriool omdat het huisaansluitingen betreft, die krachtens artikel 1, tweede lid, Wion, zijn uitgezonderd van het netbegrip.

Het beheer van kolkaansluitingen is een taak van gemeenten, provincies en waterschappen. Aan deze overheden wordt in hun hoedanigheid als netbeheerder vrijstelling verleend van de verplichting een beheerpolygoon van het net te laten registreren (artikel 6, tweede lid, Wion) en van de verplichting desgevraagd liggingsgegevens e.d. te verstrekken naar aanleiding van een graafbericht (artikel 10, eerste lid, Wion).

In dit geval is het niet noodzakelijk gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheid vrijstelling te verlenen van de verplichting van artikel 18, eerste lid, Wion, omdat die verplichting niet aan de orde is bij kolkaansluitingen. De verplichting houdt in dat bij het Kadaster melding moet worden gedaan van het aantreffen van een onbekend net, dat wil zeggen een net dat niet is vermeld in de van het Kadaster ontvangen liggingsgegevens of waarvan niet duidelijk is wie de beheerder is. Omdat het voor de grondroerder die bij graafwerkzaamheden een kolkaansluiting aantreft, duidelijk is dat het hier gaat om een door de overheid beheerd net, is niet sprake van een onbekend net in de zin van artikel 18 Wion.

Artikel I, onderdeel C

Dit onderdeel bevat nadere procedurele regels voor de collectieve meldingsprocedure. Gegeven de aard van de collectieve meldingsprocedure kan het Kadaster niet bij ontvangst van de gebundelde graafmeldingen een overzicht van relevante beheerders per agrariër verstrekken, zoals vereist door artikel 5, eerste lid, Rion. Dat overzicht dient daarom gelijktijdig met de gebiedsinformatie te worden verstrekt. Wat het gebruik van formulieren betreft (artikel 5, tweede lid, Rion) wordt het overgelaten aan de betrokken organisaties, Kadaster en Dienst Regelingen, om de informatie-uitwisseling in het kader van de collectieve meldingsprocedure zo doelmatig mogelijk vorm te geven.

Artikel I, onderdeel D

Deze bepaling voorziet in de vrijstelling van de voor de informatie-inwinning en -verstrekking geldende termijnen, zoals is toegelicht in het algemeen deel van de toelichting. Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is bij afzonderlijk besluit op grond van artikel 12 Wion aangewezen als organisatie voor de gezamenlijke indiening van graafmeldingen ten behoeve van agrariërs.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op hetzelfde tijdstip als de wetswijziging in verband met uitsluiting van huisaansluitingen en de daarmee samenhangende wijziging van het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten en het besluit tot aanwijzing van Dienst Regelingen als organisatie, bedoeld in artikel 12 Wion.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven