Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2011, nr. 305227 (4904) houdende aanwijzing van diploma’s van de voormalige Nederlandse Antillen die de bezitter van die diploma’s toelaatbaar maken tot beroepsopleidingen (Regeling aanwijzing diploma’s BES)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.2.1, eerste lid, onder e, en derde lid, onder e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

b. landsverordening VO:

de Landsverordening voortgezet onderwijs of de Wet voortgezet onderwijs BES, zoals deze is komen te luiden op 10 oktober 2010.

Artikel 2 Aanwijzing diploma’s

  • 1. Als diploma, als bedoeld in artikel 8.2.1, eerste lid, onder e van de wet worden aangewezen:

    • a. een diploma beroepsvoorbereidend onderwijs, niveau D,

    • b. een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs voor zover het betreft de praktisch kadergerichte leerweg, en

    • c. een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretisch kadergerichte leerweg.

  • 2. Als diploma als bedoeld in artikel 8.2.1, derde lid, onder e van de wet, worden aangewezen:

    • a. een diploma beroepsvoorbereidend onderwijs, niveau B en D,

    • b. een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs voor zover het betreft de praktisch basisgerichte leerweg of de praktisch kadergerichte leerweg, en

    • c. een diploma voorbereidend secundair beroepsonderwijs voor zover het betreft de theoretisch kadergerichte leerweg.

  • 3. De diploma’s bedoeld in het eerste en tweede lid zijn behaald onder de werking van de landsverordening VO.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011.

Artikel 4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing diploma’s BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

TOELICHTING

In deze regeling worden de diploma’s opgesomd op grond waarvan een deelnemer toelaatbaar is tot bepaalde opleidingen van het middelbaar beroepsonderwijs. Het betreft diploma’s van de voormalige Nederlandse Antillen.

De Nederlands Antilliaanse diploma’s van het voorbereidend secundair beroepsonderwijs (vsbo) worden als volgt beoordeeld.

De praktisch basisgerichte leerweg (vsbo pbl) wordt gelijkwaardig geacht aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. De praktisch kadergerichte leerweg (vsbo pkl) wordt gelijkwaardig geacht aan de kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo, terwijl de theoretisch kadergerichte leerweg (vsbo tkl) gelijkwaardig wordt geacht aan de gemengde leerweg van het vmbo. De theoretische leerweg bestonden niet op de Nederlandse Antillen.

Dit leidt ertoe dat deze diploma’s worden aangewezen als vooropleiding voor een assistent-opleiding en een basisberoepsopleiding, onderscheidenlijk een vakopleiding en een middenkaderopleiding.

Ook de diploma’s beroepsvoorbereidend onderwijs, op de niveaus B en D, behaald op basis van de landsverordening vóór de introductie van het vsbo - zijn van een zodanig niveau dat zij kunnen leiden tot toelating tot het mbo.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven