Vaststelling bestemmingsplan Zevenhuizen

Burgemeester en wethouders maken op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend, dat de raad in zijn vergadering van 15 juni 2011 het bestemmingsplan Zevenhuizen gewijzigd heeft vastgesteld. Dit bestemmingsplan is opgesteld ter vervanging van de huidige verouderde bestemmingsplannen Zevenhuizen.

Bij de vaststelling van het plan zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

  • op de verbeelding, wordt voor het perceel Evertswijk 23 en 23-1 in Zevenhuizen de aanduiding ‘maximale goot-, en bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’ aangepast op het toestaan van een maximale goothoogte van 4,5 meter en een maximale bouwhoogte van 8,0 meter;

  • op de verbeelding, wordt voor het perceel Kokswijk 35–37 in Zevenhuizen de aanduidingen ‘bedrijfswoning (bw)’ en ‘karakteristiek (ka)’ op de juiste bouwwerken geplaatst;

  • op de verbeelding, wordt de bestemming ‘Bedrijf’ voor het perceel Evertswijk 28-1 in Zevenhuizen gewijzigd in de bestemming ‘Wonen - 1’.

Op de verbeelding, in de toelichting en in de regels wordt de plancode gewijzigd in NL.IMRO.0022.BPZH10BEHE1-VA01.

Het vastgestelde bestemmingsplan met de daarbij behorende stukken ligt vanaf 14 juli 2011 gedurende zes weken ter inzage bij de afdeling VVH. Het bestemmingsplan met bijbehorende stukken is ook digitaal beschikbaar via http://www.ruimtelijkeplannen.nl/?planidn=NL.IMRO.0022.BPZH10BEHE1-VA01. De bronbestanden van het plan zijn via de website van de gemeente te verkrijgen.

Gedurende de bovengenoemde termijn van 6 weken kan tegen het bestemmingsplan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor de behandeling van beroep is griffierecht verschuldigd. Tegen het vaststellingsbesluit kan gedurende bovengenoemde termijn beroep worden ingesteld door:

  • belanghebbenden voor zover het een wijziging betreft die bij vaststelling in het bestemmingsplan is aangebracht;

  • belanghebbenden die tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad hebben ingediend;

  • belanghebbenden die kunnen aantonen redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen.

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking. Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op dat verzoek is beslist.

Naar boven