Besluit van 30 juni 2011 tot wijziging van de Speelautomatenregeling 2000 in verband met de wijziging van enkele technische voorschriften voor speelautomaten

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Overwegende dat het Besluit van 9 juni 2011 tot wijziging van het Speelautomatenbesluit 2000 onderdelen bevat die nadere uitwerking in de Speelautomatenregeling behoeven;

Gelet op de artikelen 12, 13 en 14 van het Speelautomatenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Speelautomatenregeling 2000 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan artikel 8 worden drie nieuwe onderdelen n, o, en p toegevoegd:

  • n. de wachttijd, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder dd, van het besluit, bedraagt 0,6 seconden per 2 euro of deel daarvan, voor zover deze inworp boven 2 euro uitkomt. De wachttijd vangt aan op het moment dat de inworp is bijgeschreven op de kredietmeter.

  • o. het tegoed op de kredietmeter, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder ii, van het besluit, bedraagt € 49,99.

  • p. de tegoedbon bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder j, van het besluit, vermeldt ten minste de volgende gegevens op duidelijke en niet tot misvatting aanleiding gevende wijze:

    • het bedrag dat dient te worden uitbetaald, in euro’s;

    • de naam en het adres van de inrichting waar de automaat is opgesteld;

    • het volledige nummer van het merkteken, zoals bedoeld in artikel 30r van de wet, van de uitbetalende kansspelautomaat;

    • de datum en het tijdstip van uitbetaling;

    • de eventuele geldigheidsduur van de tegoedbon;

    • de tekst ‘Voorkom gokverslaving – speel met mate’.

2. Aan artikel 9 worden twee nieuwe onderdelen d en e toegevoegd:

  • d. de wachttijd, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder ff, van het besluit, bedraagt 0,3 seconden per 2 euro of deel daarvan, voor zover deze inworp boven 2 euro uitkomt. De wachttijd vangt aan op het moment dat de inworp is bijgeschreven op de kredietmeter.

  • e. het tegoed op de kredietmeter, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder gg, van het besluit, bedraagt € 49,99.

3. Na § 4.4 wordt een nieuw § 4.5 toegevoegd, luidende:

§ 4.5 centraal elektronisch inworp- en uitbetalingssysteem

Artikel 10bis
  • a. De wachttijd, bedoeld in artikel 14, derde lid, onder a, van het besluit, bedraagt 0,3 seconden per 2 euro of deel daarvan, voor zover deze inworp boven 2 euro uitkomt.

  • b. Als onafhankelijke deskundige of keuringsinstelling, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van het besluit, worden aangewezen: de instellingen aangewezen krachtens artikel 30o, vijfde lid, van de wet.

ARTIKEL II

Dit Besluit treedt in werking op 1 juli 2011 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 30 juni 2011

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

Via het Besluit van 9 juni 2011 tot wijziging van het Speelautomatenbesluit 2000 in verband met de wijziging van enkele voorwaarden voor de toelating van een model speelautomaat worden enige wijzigingen aangebracht in de technische regelgeving voor speelautomaten in de artikelen 12, 13 en 14 van het Speelautomatenbesluit 2000 (hierna: SAB). Een aantal van deze wijzigingen vereisen nadere uitwerking in de Speelautomatenregeling 2000 (hierna: SAR). Dit besluit bevat die uitwerking.

De nadere uitwerking behoevende wijzigingen hebben betrekking op de volgende onderwerpen:

  • a) de wachttijd na inworp van een bankbiljet of inworp via een centraal elektronisch inworp- en uitbetalingssysteem (hierna: cashless play-systeem);

  • b) de maximumhoogte van de kredietmeter, waarboven geen inworp van een bankbiljet of inworp via een cashless play-systeem meer mogelijk is.

  • c) de teksten op de tegoedbon die dient voor de uitbetaling via handpay in horeca-inrichtingen.

  • d) de aanwijzing van onafhankelijke deskundigen of keuringsinstellingen ten behoeve van het verlenen van ontheffingen voor cashless play-systemen.

Wachttijd na inworp

De wijziging van het SAB introduceert de mogelijkheid inworp in een kansspelautomaat te doen plaatsvinden door middel van bankbiljetten1 en door middel van cashless play-systemen2. In deze gevallen moet er na inworp een wachttijd volgen waarbinnen de spelersplaats waaraan de inworp heeft plaatsgevonden niet kan worden bespeeld en geen verder inworp door middel van bankbiljetten en door middel van cashless play-systemen kan plaatsvinden. Die wachttijd wordt door de Minister vastgesteld middels dit besluit.

De wachttijden zijn vastgesteld op basis van de volgende uitgangspunten:

  • De wachttijd bij inworp door middel van cashless play-systemen is in beginsel dezelfde als bij inworp door middel van bankbiljetten. Dit is, naast overwegingen van technische aard, de reden dat de wachttijd begint te lopen op het moment dat de inworp is bijgeschreven is op de kredietmeter.

  • Er volgt geen wachttijd bij inworp van bedragen van 2 euro en lager, omdat er ook geen wachttijd bestaat bij inworp van 2 euro-munten.

  • De wachttijd vangt aan op het moment dat de inworp is bijgeschreven op de kredietmeter.

  • Bij bedragen boven 2 euro volgt een wachttijd die recht evenredig is met de mate waarin dit bedrag de 2 euro overstijgt en die zijn maximale waarde bereikt bij een ingeworpen bedrag van 50 euro. Dit is het hoogste bedrag dat door middel van bankbiljetten of cashless play ingeworpen mag worden.

  • De maximale wachttijd bedraagt bij horeca-automaten 14,4 seconden. Deze is afgeleid van de huidige wachttijd van 15 seconden bij uitbetaling op horeca-automaten3.

  • De maximale wachttijd bedraagt bij speelhalautomaten de helft van die bij horeca-automaten. vanwege het beginsel van de productdifferentie en het feit dat er in de huidige situatie in speelhallen geen wachttijden bestaan..

Het geheel is enigszins aangepast in verband met de praktische uitvoerbaarheid. Zo is de maximale wachttijd door afrondingen 4% korter geworden, en gebruiken horeca-automaten in speelhallen verschillende wachttijden voor bankbiljetten en cashless play. Dit is echter niet te voorkomen zonder het stelsel aanzienlijk ingewikkelder en kostbaarder te maken.

Inworpplafond kredietmeter

In de huidige regelgeving is de kredietmeter niet aan een maximumhoogte gebonden. Hoewel de speler dus onbeperkt muntgeld in de automaat kan inwerpen, fungeren in de praktijk de praktische problemen van het inwerpen van grote bedragen in muntgeld als een rem. Door het invoeren van inworp door middel van bankbiljetten en cashless play-systemen wordt deze rem weggenomen. Daarom introduceert de wijziging van het SAB tevens een inworpplafond aan de kredietmeter, waarboven geen inworp door middel van bankbiljetten en cashless play-systemen kan plaatsvinden4. De hoogte van het plafond wordt door de Minister vastgesteld door middel van dit besluit.

De gekozen hoogte van het inworpplafond, € 49,99, is afgeleid van het grootste bankbiljet dat ingeworpen mag worden, dat van 50 euro4. Na inworp van het grootste toegelaten bankbiljet is dus geen verdere inworp door middel van bankbiljetten en cashless play-systemen meer mogelijk. Omdat er voor wat betreft het grootste toegelaten bankbiljet geen onderscheid wordt gemaakt tussen horeca en speelhallen, is de gekozen hoogte van het inworpplafond identiek voor beide.

Tekst op tegoedbon

In het belang van een correcte uitbetaling via handpay in de horeca dient de uitbetaling plaats te vinden via een tegoedbon. Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens deze tegoedbon dient te vermelden. Deze gegevens worden door de Minister vastgesteld middels dit besluit.

De tekst op de tegoedbon dient ten minste de volgende gegevens te vermelden:

  • het bedrag dat moet worden uitbetaald, in euro’s;

  • de naam en het adres van de horeca-inrichting;

  • het volledige merktekennummer (zowel het nummer van de modeltoelating als het volgnummer, dus bijvoorbeeld ‘TH0123-4567’) van de kansspelautomaat;

  • de datum en de tijd van uitbetaling;

  • de eventuele geldigheidsduur van de tegoedbon. Het is toegestaan (maar niet verplicht) om de geldigheidsduur van de tegoedbon te beperken, zoals ook tegoedbonnen in winkels vaak qua geldigheidsduur beperkt zijn. Als dit gebeurt, dient dit vanuit het oogpunt van consumentenbescherming expliciet op de bon vermeld te worden.

  • een waarschuwingstekst, die gelijk is aan de huidige verplichte waarschuwingstekst op kansspelautomaten6.

Keuringsinstellingen

De wijziging van het SAB introduceert de bevoegdheid van de Minister om een ontheffing te verlenen voor cashless play-systemen in speelhallen. De aanvrager van de ontheffing moet de daarmee gepaard gaande mechanische, elektrische en elektronische processen laten goedkeuren en periodiek laten controleren door een bij ministeriële regeling aangewezen onafhankelijke deskundige of keuringsinstelling. De aanwijzing vindt plaats door middel van dit besluit.

Om een soepele invoering van deze ontheffingen mogelijk te maken is aangesloten bij instellingen die reeds vertrouwd zijn met de Nederlandse speelautomaten, namelijk de keuringsinstellingen die zijn belast met het onderzoek met het oog op de toelating van het model van een speelautomaat. Deze keuringsinstellingen zijn aangewezen in artikel 6, eerste lid, van de SAR, dan wel daarmee gelijkgesteld krachtens artikel 6, tweede lid, van de SAR.


X Noot
1

Artikel 12, eerste lid, onder dd, van het SAB (voor de horeca); artikel 13, eerste lid, onder ff, van het SAB (voor speelhallen).

X Noot
2

Artikel 14, tweede lid, van het SAB (alleen in speelhallen).

X Noot
3

Artikel 12, eerste lid, onder p en w, van het SAB.

X Noot
4

Artikel 12, eerste lid, onder ii, van het SAB (voor de horeca); artikel 13, eerste lid, onder ff (voor speelhallen).

X Noot
4

Artikel 12, eerste lid, onder d, van het SAB (voor de horeca); artikel 13, eerste lid, onder d (voor speelhallen).

X Noot
6

Artikel 12, tweede lid, van het SAB (voor de horeca); artikel 13, derde lid (voor speelhallen).

Naar boven