Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 1 juli 2011, kenmerk nr. 214952, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter voorkoming van ringrot in pootaardappelen (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Menno Clean (toelatingsnummer 12784N) ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot (Clavibacter michiganensis subspecies sepedonicus).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 20 oktober 2011.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 juli 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

J.P. Hoogeveen,

directeur-generaal.

BIJLAGE

Algemeen

Met deze vrijstelling is het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Menno Clean toegestaan ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot (Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus) door een desinfecterende behandeling uit te voeren:

  • 1. op lege aardappelkisten,

  • 2. in of op lege bewaarplaatsen en betonvloeren,

  • 3. van apparatuur gebruikt bij het rooien, het transport of de verwerking van aardappelen,

  • 4. op handgereedschap dat is of wordt gebruikt in de aardappelteelt.

Het volgende moet bovendien in acht worden genomen: draag geschikte handschoenen en een overall.

Werkzaamheid

Menno Clean is een ontsmettingsmiddel ter bestrijding van plantpathogene bacteriën. De werkzaamheid van het middel is afhankelijk van de zuurgraad (pH-waarde) van de oplossing. Slechts bij een pH-waarde lager dan 4,5 is de oplossing werkzaam. De pH-waarde van de klaargemaakte oplossing kan bepaald worden met pH-papier.

Te ontsmetten oppervlakken en materialen eerst grondig reinigen, bijvoorbeeld met een hogedrukspuit, omdat op sterk vervuilde materialen de werking van Menno Clean afneemt. Bij het afspuiten van oppervlakken rijkelijk vloeistof gebruiken, zodat de oppervlakken ten minste 5 minuten nat blijven.

Toepassingen

Ontsmetting ter bestrijding van plantpathogene bacteriën op aardappelkisten, in lege bewaarplaatsen en op lege betonvloeren, op apparatuur gebruikt bij het rooien, het transporteren of het verwerken van aardappelen en op handgereedschap. Toepassen door middel van spuiten of borstelen. De minimale inwerktijd bedraagt 5 minuten.

Dosering

2% (200 ml middel in 10 liter water).

TOELICHTING

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: de wet) maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is. Vrijstelling wordt ingevolge artikel 38, tweede lid, van de wet, in ieder geval verleend ter uitvoering van een communautaire maatregel, die is gericht op een te bestrijden gevaar.

Clavibacter michiganensis subspecies sepedonicus, de veroorzaker van ringrot, is een voor planten en met name aardappelen schadelijke bacterie. Zij is in bijlage I, deel A, rubriek II, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG 2000, L 169) aangemerkt als schadelijk organisme, dat door de lidstaten van de Europese Unie bestreden dient te worden. In ieder geval dient op grond van die richtlijn verdere verspreiding voorkomen te worden. Er is daarmee sprake van een communautaire maatregel, gericht op de bestrijding van een gevaar.

Reeds eerder is vastgesteld dat alternatieven voor het gebruik van het voorgestelde middel onder praktijkomstandigheden niet voldoende toereikend zijn in verband met het voorkomen van een verdere verspreiding van ringrot. De voorgestelde toepassing beoogt materialen te kunnen ontsmetten waarmee pootaardappelen in contact zijn geweest of kunnen komen. De bestaande toelating voor Menno Clean staat een dergelijke toepassing niet toe. Daarom is de onderhavige vrijstelling nodig. Laatstelijk met ingang van 9 februari jl. (Stcrt. 2011, nr. 176961) is een eerdere vrijstelling verleend, die begin juni 2011 is vervallen.

Een hernieuwde vrijstelling is gewenst, omdat besmettingen met ringrot nog steeds voorkomen en alternatieve bestrijdingsmethoden nog steeds niet voorhanden zijn. Op 7 juni 2011 heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden in het kader van deze vrijstelling advies uitgebracht. Het advies houdt in dat tijdens het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel wordt geadviseerd handschoenen en overall te dragen. Dit advies is overgenomen en verwerkt in de gebruiksvoorschriften voor deze vrijstelling.

Getoetst aan voornoemde criteria van artikel 38 van de wet heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu besloten opnieuw een vrijstelling te verlenen.

Telers en handelaren zijn op grond van de Regeling bruin- en ringrot 2000 verplicht enige voorzorgsmaatregelen te nemen teneinde besmetting en verdere verspreiding van ringrot te voorkomen. Deze vrijstelling beoogt effectief te kunnen optreden in het geval desondanks een besmetting wordt gesignaleerd. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 20 oktober 2011.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

J.P. Hoogeveen,

directeur-generaal.

Naar boven