Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 30 juni 2011, nr. WJZ/11099127, tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 (duurzame warmte voor bestaande woningen)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 komt nummer 5.4 te luiden:

5.4

Subsidieregeling energie en innovatie (duurzame warmte voor bestaande woningen)

3.1.2

   

2.400.000

ARTIKEL II

Deze regeling is alleen van toepassing op aanvragen die uiterlijk 17 februari 2011 zijn ingediend en waarbij de aanvrager uiterlijk op die datum een technische voorziening heeft aangeschaft waarmee hij een duurzame warmtemaatregel, bedoeld in artikel 3.1.1 van de Subsidieregeling energie en innovatie, uitvoert.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2011

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie, paragraaf 3.1 duurzame warmte voor bestaande woningen kan aan een eigenaar-bewoner van een bestaande woning of aan een eigenaar-verhuurder van een bestaande woning subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van een duurzame warmtemaatregel.

In de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 is in december 2010 geen aanvraagperiode en subsidieplafond vastgesteld voor duurzame warmte voor bestaande woningen. In het kader van de aanwending van het beschikbare budget voor duurzame energie is de keuze gemaakt dat de vastgestelde doelstelling voor duurzame energie op meer kosteneffectieve wijze dient te worden gerealiseerd en dat de bijdrage aan de Nederlandse economie daarmee wordt vergroot. In dat kader wordt, in lijn met het Energierapport en het advies van de Topsector Energie, de subsidiëring van duurzame warmte-installaties voor bestaande woningen in 2011 niet langer voortzet.

De communicatie over de subsidiemogelijkheden voor duurzame warmtemaatregelen door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft bij potentiële investeerders de verwachting kunnen wekken dat in 2011 subsidie voor het uitvoeren van een duurzame warmtemaatregel verstrekt zal worden. Eigenaren van woningen hebben mogelijk, naar aanleiding van de berichtgeving op de website van Agentschap NL, een installatie aangeschaft en daarvoor (prematuur) subsidie aangevraagd. Vanaf 18 februari 2011 is de communicatie gewijzigd en was het voor potentiële aanvragers duidelijk dat in 2011 geen subsidie voor duurzame warmtemaatregelen zal worden verstrekt.

Om de gewekte verwachtingen gestand te doen, wordt voor de subsidieparagraaf duurzame warmte voor bestaande woningen alsnog een subsidieplafond vastgesteld om aan degenen die uiterlijk 17 februari 2011 een aanvraag hebben ingediend, subsidie te kunnen verstrekken. Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten deze aanvragers, naast de eisen waaraan zij op grond van de Subsidieregeling energie en innovatie moeten voldoen, tevens voldoen aan de eis die in artikel II van de onderhavige regeling is opgenomen. Dat betekent dat zij aan moeten tonen dat zij uiterlijk 17 februari 2011 de verplichting tot de aanschaf van een technische voorziening zijn aangegaan waarmee een duurzame warmtemaatregel, als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Subsidieregeling energie en innovatie, wordt uitgevoerd. Onder het aangegaan hebben van de verplichting tot aanschaf van een technische voorziening wordt zowel de situatie van een gesloten koopovereenkomst als van een bindende offerte voor een technische voorziening verstaan.

2. Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft de bekendmaking van een subsidieplafond waarvoor afwijking van dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij een spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

3. Administratieve lasten

Het subsidieplafond voor het in 2011 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieparagraaf duurzame warmte voor bestaande woningen daalt van € 17,5 mln naar € 2,4 mln. Tot en met 17 februari 2011 zijn ongeveer 900 aanvragen ingediend. Voor burgers worden de administratieve lasten uitgedrukt in uren en voor organisaties in een percentage van het totale subsidiebedrag. Uit de berekeningen blijkt dat voor organisaties het percentage administratieve lasten ten opzichte van het totale subsidiebedrag jaarlijks ca. 3,7% bedraagt. Voor de burgers is het aantal uur gemiddeld 4,75 uur.

Met het niet voortzetten van de subsidie in 2011 verminderen de administratieve lasten voor organisaties en voor burgers. Er is € 15,1 mln minder budget beschikbaar. De praktijk tot 2010 was dat ca 50% van het beschikbare budget werd besteed aan organisaties en ca. 50% door burgers. De administratieve lasten voor organisaties verminderen daarmee met ca. 280.000 euro. Uitgedrukt in aantal aanvragen was 96% door burgers en 4% voor organisaties. Dit geeft een reductie van administratieve lasten voor burgers met ca. 24.047 uren.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven