Regeling tot vaststelling voor 2011 van de bedragen, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties

28 juni 2011

Nr. FM/2011/9157 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 41, vierde en vijfde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, artikel 39 van het Besluit toezicht accountantsorganisaties en artikel 7 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder regeling: Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2

Het minimumbedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de regeling wordt vastgesteld op:

  • a. € 8.000,00 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, van de regeling;

  • b. € 700,00 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de regeling.

Artikel 3

De tarieven, maatstaven en bandbreedtes, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de regeling, worden vastgesteld als volgt:

Categorie

Maatstaf

Bandbreedte

Tarief

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder a, van de regeling

omzet van de wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang

€ 0 tot en met € 1 mln.

€ 590,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln. tot en met € 10 mln.

€ 484,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 10 mln.

€ 84,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

omzet van de wettelijke controles bij controlecliënten die geen organisatie van openbaar belang zijn

€ 0 tot en met € 10 mln.

€ 9,85 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 10 mln. tot en met € 50 mln.

€ 6,40 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 50 mln.

€ 5,15 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder b, van de regeling

omzet van de wettelijke controles

€ 0 tot en met € 500.000

€ 69,50 per €2.500 of een gedeelte daarvan

> € 500.000 tot en met € 1 mln.

€ 21,00 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln.

€ 10,50 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

Artikel 4

Het overeenkomstig de artikelen 2 en 3 berekende bedrag wordt verminderd met een percentage van 24,00% voor een accountantsorganisatie als bedoeld in artikelen 5, onderdeel b, van de regeling:

  • a. die op 1 juli 2011 lid waren van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten;

  • b. waaraan na 1 juli 2011 een vergunning is verleend en die op het moment van vergunningverlening lid zijn van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten;

  • c. waarvan voor 1 juli 2011 de vergunning is ingetrokken en die op het tijdstip van intrekking lid waren van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.

Artikel 5

  • 1. Het bedrag, bedoeld in artikel 3 van de regeling, bedraagt € 2.500 voor een auditorganisatie van een derde land als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de regeling, die niet onder toezicht staat in een derde land ten aanzien waarvan de Europese Commissie een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 46, tweede lid, tweede volzin, van de richtlijn inhoudende dat het stelsel van toezicht en handhaving van dat derde land gelijkwaardig is.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 3 van de regeling, bedraagt € 2.500 voor een auditorganisatie van een derde land als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de regeling, die onder toezicht staat in een derde land ten aanzien waarvan de Europese Commissie een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 46, tweede lid, tweede volzin, van de richtlijn inhoudende dat het stelsel van toezicht en handhaving van dat derde land gelijkwaardig is, maar waarbij geen sprake is van een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 12d, derde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

In deze regeling zijn de tarieven voor de kosten van het doorlopend toezicht, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, voor het jaar 2011 vastgesteld. De bij deze regeling vastgestelde tarieven zijn gebaseerd op een voorstel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat na consultatie van de vertegenwoordigende organisaties van de accountantsorganisaties tot stand is gekomen. Dit voorstel is gebaseerd op de door de AFM opgestelde begroting van het jaar 2011, alsmede op de jaarrekening van de AFM over 2010. De verschillen tussen de tarieven voor 2011 en 2010 zijn enerzijds ontstaan door de verschillen tussen de voor 2011 en 2010 begrote toezichtkosten en anderzijds de verschillen tussen de exploitatieresultaten voor 2010 en 2009.

Artikel 2

Het minimumbedrag in onderdeel a is verlaagd van € 800,00 naar € 700,00.

Artikel 3

De tarieven zijn voor 2011 lager vastgesteld.

Artikel 4

Voor niet-OOB-accountantsorganisaties geldt een korting op het in rekening te brengen tarief indien zij op 1 juli 2011 lid zijn van de vereniging van Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten (SRA). De SRA is een organisatorisch verband van marktpartijen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties. Het kortingspercentage voor 2011 is met 24,00% hoger vastgesteld dan in 2010 (14,55%).

Niet-OOB-accountantsorganisaties die het lidmaatschap van de SRA hebben aangevraagd maar op 1 juli 2011 door de SRA nog zijn aangemerkt als aspirant lid zijn niet te kwalificeren als lid van de SRA en komen niet voor een korting in aanmerking. Voor deze aspirant-leden staat immers nog niet vast of zij daadwerkelijk lid zullen worden van de SRA.

De korting wordt in mindering gebracht op de totale heffing, met dien verstande, dat de uiteindelijke heffing niet mag leiden tot een lager bedrag dan het minimumbedrag van € 700.

Artikel 5

Aan artikel 5 is een tweede lid toegevoegd. Dit lid ziet op de situatie dat de Europese Commissie een equivalentiebesluit heeft genomen ten aanzien van het stelsel van toezicht en handhaving van een derde land (geen EU lidstaat of EER-staat), maar er nog geen bilaterale afspraken zijn gemaakt tussen de AFM en de toezichthouder in het derde land met betrekking tot samenwerking en de uitwisseling van vertrouwelijke informatie. De voor Nederland thans relevante derde landen zijn Canada, Japan, Zwitserland en de Verenigde Staten. Wanneer deze afspraken zijn gemaakt, kan de minister van Financiën een besluit nemen als bedoeld in artikel 12d, derde lid, van de wet, waarin de minister bepaalt in hoeverre de AFM, op basis van wederkerigheid, kan steunen op het werk van de desbetreffende toezichthouder in het derde land.

De auditorganisaties, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van deze regeling, hebben zich volledig geregistreerd bij de AFM en vallen daardoor onder het doorlopend toezicht van de AFM.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven