Regeling houdende wijziging van de Regeling tarieven scheepvaart 2005

24 juni 2011

Nr. IENM/BSK-2011/65903

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 51, tweede lid, van de Binnenvaartwet, artikel 5, derde lid, van de Loodsenwet, artikel 62, onderdeel c, van de Zeevaartbemanningswet, artikel 2 van het Besluit tariefstelling certificaat verplichte verzekering of andere financiële zekerheid zeeschepen en artikel 2 van het besluit van 23 februari 1976 (Stb. 137) ter uitvoering van artikel 29 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen (Stb. 1975, 321);

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.23 wordt ‘€ 70’ vervangen door: € 77.

B

Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 97’ vervangen door: € 101.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 493’ vervangen door: € 548.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 151’ vervangen door: € 167.

4. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. € 40 voor de behandeling van een aanvraag van een gewaarmerkt afschrift van documenten als bedoeld in de onderdelen a, b en c.

5. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt vervalt onderdeel e.

C

In artikel 2.24 wordt ‘€ 63’ vervangen door: € 66.

D

Artikel 2.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a en c, wordt ‘€ 98’ telkens vervangen door: € 102.

2. In het eerste lid, onderdeel b wordt ‘€ 64’ vervangen door: € 69.

3. In het tweede lid wordt ‘€ 212’ vervangen door: € 220.

E

In artikel 2.27 wordt ‘€ 105’ vervangen door: € 110.

F

In artikel 2.28 wordt ‘€ 212’ vervangen door: € 123.

G

Artikel 2.28 komt te luiden:

Artikel 2.28. Tarief certificaat verplichte verzekering of andere financiële zekerheid voor zeeschepen

Voor de behandeling van een aanvraag voor de afgifte, waarmerking of verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat of een bewijs van financiële zekerheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen dan wel artikel 647 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, is de eigenaar van het schip € 123 verschuldigd.

H

Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 230’ vervangen door: € 251.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 98’ vervangen door: € 102.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011, met uitzondering van artikel I, onderdeel G, dat in werking treedt op het tijdstip waarop het besluit houdende wijziging van het besluit van 28 februari 1976 ter uitvoering van artikel 29 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen in verband met de creatie van een grondslag voor het tarief voor een certificaat verplichte verzekering zeeschepen, in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

Voor werkzaamheden in het kader van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de overheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel als mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt.

Op 1 juni 2010 is de afgifte van een aantal vergunningen door de Minister van Infrastructuur en Milieu in mandaat overgedragen aan Kiwa N.V.. De onderhavige wijziging heeft hoofdzakelijk betrekking op de hiermee verband houdende werkzaamheden. Deze werkzaamheden werden voordien door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) uitgevoerd.

Contractueel is bepaald dat gedurende de eerste drie jaren na overdracht, op voorstel van Kiwa N.V., de tarieven mogen stijgen waar dit nodig is om tot een kostendekkend tarief te komen. Het aan de onderhavige wijziging ten grondslag liggende tariefvoorstel van Kiwa N.V. voldoet hieraan, en eveneens aan de overige tussen de IVW en Kiwa N.V. overeengekomen procedurele afspraken, waaronder verplichte consultatie bij de brancheorganisaties. Als reactie op deze consultatie hebben de brancheorganisaties kenbaar gemaakt dat zij de conclusie onderschrijven dat Kiwa N.V. in deze procedureel juist gehandeld heeft. Desondanks kan de tariefverhoging voor 2011 hun goedkeuring niet ondervinden.

De maximale stijging, naast inflatiecorrectie, die met de onderhavige wijziging wordt toegepast bedraagt:

  • 15% ten opzichte van het tariefniveau van 2008 voor wat betreft perceel 1 (Binnenvaart);

  • 9% ten opzichte van het tariefniveau van 2008 voor wat betreft perceel 2 (Koopvaardij en Visserij).

De tarieven in de onderhavige wijzigingsregeling zijn alle exclusief BTW. Voor de betrokken werkzaamheden door Kiwa N.V. wordt echter ook BTW berekend.

Administratieve lasten

De onderhavige wijzigingsregeling bevat wijzigingen ten aanzien van tarieven die in rekening worden gebracht voor het verlenen van diensten. Aan deze wijzigingsregeling zijn daarom geen administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven verbonden. Derhalve is het concept van deze wijzigingsregeling niet aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd.

Tarief certificaat verplichte verzekering of andere financiële zekerheid voor zeeschepen

Van het moment wordt tevens gebruik gemaakt om, naast de aanpassing van de tarieven voor werkzaamheden uitgevoerd door Kiwa N.V., artikel 2.28. te wijzigen. Dit artikel betreft het tarief voor werkzaamheden verband houdende met het certificaat van verplichte verzekering of een bewijs van financiële zekerheid. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door de IVW.

Met artikel I, onderdeel F, wordt het tarief verlaagd van € 212 naar € 123. Dit is mogelijk geworden doordat herinrichting van het proces geleid heeft tot een verlaging van de het aantal normuren dat nodig is voor de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden.

Vervolgens wordt met artikel I, onderdeel G, een nieuw product toegevoegd. Het betreft het certificaat van verplichte verzekering of ander bewijs van financiële zekerheid als bedoeld in artikel 647 van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, dat uitvoering geeft aan het op 23 maart 2001 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, 2001 (Trb. 2005, 329) (hierna: het Bunkers Verdrag).

Artikel I, onderdeel G, treedt pas in werking op het moment dat het besluit dat de grondslag biedt voor het stellen van het tarief in werking treedt. De reden dat vooruit gelopen wordt met de vaststelling van het tarief is gelegen in de omstandigheid dat deze werkwijze bijdraagt aan een efficiënte en zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de tariefstelling. Spoed is vereist doordat het Bunkers Verdrag waaruit het tarief voortvloeit voor Nederland op 23 maart 2011 in werking is getreden. Te verwachten valt dat op korte termijn vraag naar certificaten zal ontstaan, en daarmee is het wenselijk om binnen een zo kort mogelijke termijn in deze vraag te kunnen voorzien.

Inwerkingtreding

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Met deze wijzigingsregeling wordt voor wat betreft de onderdelen A, B, C, D, E, F en H van artikel I echter afgeweken van deze termijn van twee maanden. De reden is dat het doorschuiven van de inwerkingtreding naar het volgende vaste verandermoment (1 oktober 2011) zal leiden tot grote nadelige financiële gevolgen voor Kiwa N.V., aangezien in beginsel geen compensatie ontvangen wordt voor werkzaamheden waarvoor nog geen kostendekkend tarief gesteld is.

Ook bij artikel I, onderdeel G, wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Dit is ingegeven door de omstandigheid dat deze wijziging voortvloeit uit een traject waarmee internationale regelgeving wordt geïmplementeerd. De wenselijkheid om dit onderdeel op een zo spoedig mogelijk tijdstip in werking te laten treden is eerder al besproken.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven