Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 23 juni 2011, nr. 5693333/11, houdende de vaststelling van het model van het legitimatiebewijs voor de buitengewone agenten van politie in Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Besluit vaststelling model legitimatiebewijs buitengewone agenten van politie BES).

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 26, eerste lid, van het Besluit buitengewone agenten van politie BES;

Besluit:

Artikel 1

De buitengewone agent van politie draagt bij het uitoefenen van zijn functie een legitimatiebewijs bij zich volgens het model, bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit, tenzij voor hem een ander legitimatiebewijs is vastgesteld.

Artikel 2

  • 1. De legitimatiebewijzen, verstrekt aan buitengewone agenten van politie op basis van de in de voormalige Nederlandse Antillen geldende Landsverordening van de 25ste september 1961 nopens de beëdiging en legitimatie van opsporingsambtenaren, blijven geldig tot de datum vermeld op het legitimatiebewijs, en uiterlijk tot 10 oktober 2013.

  • 2. Bij de verstrekking van het nieuwe legitimatiebewijs wordt het oude legitimatiebewijs ingeleverd en vernietigd door de korpschef van het politiekorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010 om 00:00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 06:00 uur in het Europese deel van Nederland.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling model legitimatiebewijs buitengewone agenten van politie BES.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 juni 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

BIJLAGE I

TOELICHTING

Het onderhavige besluit bevat de vaststelling van het legitimatiebewijs voor buitengewone agenten van politie in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voorts voorziet het besluit in overgangsrecht ten aanzien van reeds aan buitengewone agenten van politie verstrekte legitimatiebewijzen. Het besluit is gebaseerd op artikel 26, eerste lid, van het Besluit buitengewone agenten van politie BES.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Met de inwerkingtreding van het Besluit buitengewone agenten van politie BES is de noodzaak ontstaan om een nieuw legitimatiebewijs vast te stellen voor deze opsporingsambtenaren. Bij het ontwerp van dit legitimatiebewijs is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het legitimatiebewijs dat wordt uitgegeven voor de politieambtenaren op de eilanden. Daarbij is het ontwerp aangepast naar de informatie en eisen ten aanzien van de herkenbaarheid van en de legitimering door de buitengewoon agent van politie. Ter verduidelijking wordt erop gewezen dat op grond van artikel 26, tweede lid, van het Besluit buitengewone agenten van politie BES de minister personen of categorieën kan aanwijzen die bevoegd zijn een andere legitimatiebewijs te dragen. Het zal daarbij gaan om buitengewoon agenten van politie die werkzaam zijn bij een overheidsdienst waarvoor reeds een eigen legitimatiebewijs is vastgesteld. Het aanwijzen van deze personen of categorieën geschiedt niet op basis van dit besluit.

Artikel 2

Aangezien het niet mogelijk is alle buitengewoon agenten van politie op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit te voorzien van een nieuw legitimatiebewijs, is er voor gekozen om de reeds verstrekte legitimatiebewijzen hun geldigheid te laten behouden. Op basis van het Besluit buitengewone agenten van politie 1966 BES is geen besluit houdende vaststelling van een model van het legitimatiebewijs vastgesteld en zijn geen legitimatiebewijzen verstrekt. Tot 10 oktober 2010 (de staatkundige veranderingen van het Koninkrijk) was de verstrekking van legitimatiebewijzen van buitengewone agenten van politie gebaseerd op de Nederlands-Antilliaanse Landsverordening van de 25ste september 1961 nopens de beëdiging en legitimatie van opsporingsambtenaren. De op grond van deze landsverordening aan buitengewone agenten van politie verstrekte legitimatiebewijzen behouden op basis van artikel 2 van dit besluit hun geldigheid tot de datum die daarop staat vermeld, doch uiterlijk tot 10 oktober 2013. De legitimatiebewijzen behouden derhalve hun geldigheid tot het moment dat de buitengewone agenten van politie vanuit de verstrekkende organisatie een verzoek krijgen hun legitimatiebewijs te komen omruilen. De mogelijkheid bestaat dat deze omwisseling gelijktijdig zal plaatsvinden met de verstrekking van de overige akten en bescheiden zoals dit onder de huidige regelgeving is geregeld. Op het moment van omruilen wordt het oude legitimatiebewijs ingeleverd en later vernietigd door de Korpschef.

Artikel 3

Ten behoeve van de inwerkingtreding van dit besluit zal het gepubliceerd worden in de Staatscourant. Inwerkingtreding geschiedt vanaf de eerste dag na publicatie. Ten einde de geldigheidsduur van de vóór de inwerkingtreding van dit besluit verstrekte geldige legitimatiebewijzen aan buitengewone agenten van politie te laten voortduren, wordt aan het besluit terugwerkende kracht verleend tot het moment van de staatkundige verandering van het Koninkrijk op 10 oktober 2010 om 00:00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 06:00 uur in het Europese deel van Nederland.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven