Besluit mandaat en machtiging scheepvaartinspecteurs Rijksdienst Caribisch Nederland

18 januari 2011

Nr. VENW/BSK-2010/190322

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 10:4, eerste en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het besluit van de Ministerraad van 3 juli 2009;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder ‘Rijksdienst Caribisch Nederland’ het organisatieonderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedoeld in het Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES.

Artikel 2

  • 1. Aan de scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland, wordt mandaat verleend om besluiten te nemen in het kader van de uitvoering van de Meetbrievenwet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen.

  • 2. Aan de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens machtiging verleend om ter voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten alle benodigde werkzaamheden te verrichten.

Artikel 3

  • 1. Het document waarin een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van dit besluit, wordt vastgelegd, bevat in ieder geval een verwijzing naar de wet- en regelgeving waarop het besluit betrekking heeft.

  • 2. Een document als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

    namens deze,

    de scheepvaartinspecteur Rijksdienst Caribisch Nederland’

    gevolgd door de naam en de handtekening van de functionaris.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging scheepvaartinspecteurs Rijksdienst Caribisch Nederland.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven