Besluit aanwijzing toezichthouders en autoriteiten Caribisch Nederland Infrastructuur en Milieu

18 januari 2011

Nr. VENW/BSK-2010/190325

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, artikel 14, derde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES, artikel 15a, eerste lid, van de Vaartuigenwet 1930 BES en de artikelen 37, vierde lid, en 51, eerste lid, van de Wet maritiem beheer BES;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder Rijksdienst Caribisch Nederland:het organisatieonderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedoeld in het Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES.

Artikel 2

Als ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, voor zover van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de Vaartuigenwet 1930 BES worden aangewezen de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland in voornoemde openbare lichamen.

Artikel 3

Als ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van de Wet maritiem beheer BES en de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES worden aangewezen de scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de ambtenaren van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat.

Artikel 4

Als autoriteit, bedoeld in artikel 14, derde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES en artikel 37, vierde lid, van de Wet maritiem beheer BES wordt aangewezen de dienst Noordzee van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders en autoriteiten Caribisch Nederland Infrastructuur en Milieu

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Op 10 oktober 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbare lichamen toegetreden tot het Nederlandse staatsbestel. De verantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van de wetgeving op het gebied van scheepvaart en maritieme zaken in Bonaire, Sint Eustatius en Saba berust thans bij de Minister van Infrastructuur en Milieu. De uitvoering van die taken wordt niet alleen (deels) opgedragen aan ambtenaren van Rijkswaterstaat en de Inspectie Verkeer en Waterstaat maar ook aan scheepvaartinspecteurs die werkzaam zijn bij de Rijksdienst Caribisch Nederland. De Rijksdienst Caraïbisch Nederland is organisatieonderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden (zie Stcrt. 2010, 15922). De scheepvaartinspecteurs worden inhoudelijk aangestuurd door de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

In dit besluit worden ambtenaren aangewezen die bevoegd zijn toe te zien op de naleving van een aantal specifiek voor Caribisch Nederland geldende wetten en onderliggende regelgeving. Ook verplichten enkele wetten tot het aanwijzen van autoriteiten aan wie bepaalde gedragingen of gebeurtenissen gemeld moeten worden. Die aanwijzing vindt eveneens in dit besluit plaats.

Met de Kustwacht van het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied is afgesproken dat nautische incidenten rechtstreeks worden doorgegeven aan het Hydro Meteo Centrum Noordzee van Rijkswaterstaat Dienst Noordzee in Rijswijk. De Dienst Noordzee neemt contact op met de lokaal verantwoordelijken (havenmeester of coördinator oliebestrijding) voor nadere informatie en afstemming over eventuele ondersteuning vanuit het Europees deel van Nederland.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven