Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 24 juni 2011, nr. 216160, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling pacht in verband met de vaststelling van de pachtprijzen 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling pacht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.678,–‘ vervangen door: € 1.247,– en ‘€ 1.589,–‘ door: € 1.235,–.

2. In onderdeel b wordt ‘in Westelijk Holland 59% en in de Rest van Nederland 66%’ vervangen door: in Westelijk Holland –26% en in de Rest van Nederland –22%.

B

In artikel 3, onderdeel c, wordt ‘4,14%’ vervangen door: 2,52%.

C

In artikel 4 wordt ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 2A’ en wordt ‘3,24%’ vervangen door: 3,14%.

D

Bijlage 1, behorend bij artikel 1 van de Uitvoeringsregeling pacht, wordt vervangen door de bijlage, opgenomen in bij deze regeling behorende bijlage 1.

E

De tabel ‘Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen’ in Bijlage 2, behorend bij artikel 3 van de Uitvoeringsregeling pacht, wordt vervangen door de tabel, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

F

Bijlage 3, behorend bij artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht wordt vervangen door de bijlage, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011.

Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 juni 2011, treedt zij in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

BIJLAGE 1.

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 1 VAN DE UITVOERINGSREGELING PACHT

Hoogst toelaatbare pachtprijs voor land zonder woningen of andere opstallen

A. Pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007

Pachtprijsgebied

Hoogst toelaatbare pachtprijs per hectare per jaar

Bouwhoek en Hogeland

€ 697,–

Veenkoloniën en Oldambt

€ 431,–

Noordelijk weidegebied

€ 619,–

Oostelijk veehouderijgebied

€ 613,–

Centraal veehouderijgebied

€ 635,–

IJsselmeerpolders

€1.041,–

Westelijk Holland

€ 396,–

Waterland en Droogmakerijen

€ 429,–

Hollands/Utrechts weidegebied

€ 542,–

Rivierengebied

€ 769,–

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

€ 660,–

Zuidwest-Brabant

€ 631,–

Zuidelijk veehouderijgebied

€ 679,–

Zuid-Limburg

€ 670,–

B. Percentage waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd

Pachtprijsgebied

Veranderpercentage

Bouwhoek en Hogeland

16

Veenkoloniën en Oldambt

2

Noordelijk weidegebied

–1

Oostelijk veehouderijgebied

–3

Centraal veehouderijgebied

–2

IJsselmeerpolders

11

Westelijk Holland

–2

Waterland en Droogmakerijen

–17

Hollands/Utrechts weidegebied

2

Rivierengebied

15

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

9

Zuidwest-Brabant

11

Zuidelijk veehouderijgebied

–8

Zuid-Limburg

24

BIJLAGE 2.

A. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen

Bedragen in euro’s

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

Punten

Bedrag

40

164,79

82

338,67

124

530,13

166

721,55

208

912,98

41

168,91

83

343,24

125

534,68

167

726,12

209

917,56

42

173,04

84

347,79

126

539,23

168

730,66

210

922,12

43

177,16

85

352,35

127

543,80

169

735,23

211

926,66

44

181,26

86

356,91

128

548,36

170

739,78

212

931,22

45

185,39

87

361,47

129

552,91

171

744,35

213

935,78

46

189,52

88

366,02

130

557,48

172

748,90

214

940,34

47

193,63

89

370,58

131

562,02

173

753,47

215

944,90

48

197,76

90

375,15

132

566,58

174

758,00

216

949,46

49

201,87

91

379,70

133

571,16

175

762,58

217

954,02

50

205,99

92

384,26

134

575,70

176

767,12

218

958,56

51

210,10

93

388,82

135

580,26

177

771,70

219

963,13

52

214,23

94

393,36

136

584,81

178

776,25

220

967,70

53

218,35

95

397,93

137

589,38

179

780,81

221

972,24

54

222,47

96

402,50

138

593,92

180

785,36

222

976,81

55

226,59

97

407,04

139

598,49

181

789,93

223

981,37

56

230,71

98

411,60

140

603,05

182

794,48

224

985,91

57

234,82

99

416,17

141

607,61

183

799,05

225

990,49

58

238,94

100

420,71

142

612,15

184

803,59

226

995,04

59

243,06

101

425,28

143

616,73

185

808,16

227

999,59

60

247,20

102

429,84

144

621,28

186

812,71

228

1004,16

61

251,31

103

434,40

145

625,84

187

817,27

229

1008,71

62

255,42

104

438,95

146

630,40

188

821,84

230

1013,26

63

259,53

105

443,51

147

634,95

189

826,40

231

1017,83

64

263,65

106

448,08

148

639,50

190

830,95

232

1022,39

65

267,77

107

452,63

149

644,09

191

835,51

233

1026,94

66

271,90

108

457,19

150

648,62

192

840,06

234

1031,49

67

276,01

109

461,75

151

653,19

193

844,62

235

1036,06

68

280,12

110

466,29

152

657,74

194

849,19

236

1040,62

69

284,26

111

470,86

153

662,30

195

853,74

237

1045,17

70

288,36

112

475,43

154

666,85

196

858,29

238

1049,74

71

292,49

113

479,97

155

671,42

197

862,85

239

1054,29

72

296,61

114

484,54

156

675,97

198

867,42

240

1058,84

73

300,73

115

489,10

157

680,54

199

871,97

241

1063,41

74

304,84

116

493,64

158

685,08

200

876,53

242

1067,96

75

308,97

117

498,21

159

689,65

201

881,09

243

1072,52

76

313,08

118

502,77

160

694,19

202

885,64

244

1077,09

77

317,20

119

507,32

161

698,77

203

890,20

245

1081,63

78

321,34

120

511,88

162

703,32

204

894,77

246

1086,19

79

325,45

121

516,44

163

707,87

205

899,31

247

1090,75

80

329,57

122

521,00

164

712,43

206

903,88

248

1095,31

81

334,12

123

525,56

165

716,99

207

908,44

249

1099,86

               

250

1104,42

Bijlage 3.

BIJLAGE 2A, BEHOREND BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, VAN DE UITVOERINGSREGELING PACHT

Hoogst toelaatbare pachtprijs voor de bedrijfsgebouwen

Aard van het bedrijf

Grootteklasse in hectare

Doelmatigheid

zeer goed

voldoende

slecht

Veeteelt- en gemengde bedrijven

tot 15

€ 473,–

€ 257,–

€ 72,–

 

15–25

€ 398,–

€ 223,–

€ 56,–

 

25–35

€ 351,–

€ 192,–

€ 54,–

 

35–45

€ 293,–

€ 177,–

€ 54,–

Akkerbouwbedrijven

tot 15

€ 395,–

€ 231,–

€ 59,–

 

15–25

€ 362,–

€ 203,–

€ 56,–

 

25–35

€ 318,–

€ 182,–

€ 54,–

 

35–45

€ 270,–

€ 136,–

€ 54,–

TOELICHTING

§ 1. Inleiding

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Uitvoeringsregeling pacht. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Ingevolge die artikelen vindt namelijk jaarlijks herziening plaats van de pachtprijzen voor los land zonder woningen of andere opstallen en tuinland alsmede voor agrarische woningen en bedrijfsgebouwen. Voorzien is in de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor overeenkomsten die op of na 1 september 2007 zijn aangegaan en in de vaststelling van de percentages waarmee de tussen partijen op grond van voor 1 september 2007 aangegane overeenkomsten geldende pachtprijzen wijzigen. De nieuwe prijzen en percentages gelden vanaf 1 juli 2011. Ze zijn op 10 mei 2011 door de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie medegedeeld aan de Tweede Kamer in een kamerbrief. De veranderpercentages werken van rechtswege door. De verpachter kan echter, onder schriftelijke mededeling aan de pachter, geheel of ten dele van een verhoging afzien (artikel 333, eerste lid, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).

Op advies van de Commissie pachtnormen II is er vanaf 2011 voor land zonder woningen of andere opstallen en voor tuinland een minimum ingesteld voor de gevallen waarin de regionorm is gedaald. Het minimum houdt in dat de pachtprijs van bestaande contracten door toepassing van het veranderpercentage niet meer dan 10% onder de regionorm van 2011 mag uitkomen (artikel 2a van het Pachtprijzenbesluit 2007). Indien de laatst betaalde pacht nu al lager is dan dit nieuwe minimum, wordt de pachtprijs bevroren.

De pachtprijzen worden voortaan jaarlijks in plaats van tweejaarlijks herzien (artikelen 2, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007). De pachtprijs volgt daarmee dezelfde lijn als de huurprijs. De pachtprijzen zullen hiermee minder sterk fluctueren.

§ 2. Hoogst toelaatbare pachtprijzen voor land zonder woningen of andere opstallen en tuinland

De hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage zijn overeenkomstig de systematiek volgend uit de adviezen van de Commissies Pachtnormen I en II berekend door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) op basis van gegevens in het bedrijveninformatienet van akkerbouw- en melkveebedrijvenbedrijven met een omvang van 70 tot 400 Nederlandse grootte-eenheid conform artikel 5 van het Pachtprijzenbesluit 2007. Bij de berekening is overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 8, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 uitgegaan van het vijfjaargemiddelde van de bedrijfsgegevens van het bedrijveninformatienet in de periode 2005 tot en met 2009.

In vergelijking met de berekening van de pachtprijzen in 2009 zijn voor land zonder woningen of andere opstallen drie aanpassingen gedaan, te weten:

  • Bedrijven met meer dan 25% omzet uit neveninkomsten maken niet langer deel uit van de geselecteerde grondbeloningsbedrijven;

  • Voor reservering door de pachter wordt niet langer 1% van het pachtersvermogen van de grondbeloning afgetrokken, maar 20% van de grondbeloning. Indien een grondbeloningsbedrijf in een jaar een grondbeloning van nul of minder realiseerde, is de reservering van dat bedrijf voor dat jaar komen te vervallen;

  • Het veranderpercentage wordt berekend door de nieuwe regionorm te delen door de oude. Voorheen werd het veranderpercentage berekend door de nieuwe regionorm te delen door de laatst betaalde pacht.

Voor de berekening van het vereiste directe rendement van de verpachter is uitgegaan van het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de reële lange kapitaalmarktrente, zijnde het effectief rendement van de 10-jarige Euro Interest Rate Swap van december 2010 (3,730%) minus het driejarig voortschrijdend gemiddelde van de inflatie in de Eurozone per december 2010 (gebaseerd op de HCIP, de geharmoniseerde Europese consumentenprijsindex) van 1,498%, te vermeerderen met een opslag voor grondlasten, beheerkosten, belastingen en risico van 1,25% overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Hiermee komt het vereiste directe rendement op 3,482% van de verpachte waarde van de landbouwgrond.

De landelijke grondbeloning is gestegen van gemiddeld 743 euro per hectare in de periode 2003–2007 tot 760 euro per hectare in de periode 2005–2009. De stijging ten opzichte van de periode 2003–2007 met 17 euro per hectare is beperkt, omdat de nieuwe jaren 2008 en 2009 de vervallen jaren 2003 en 2004 in belangrijke mate compenseren: een zeer slecht jaar (2009) komt in de plaats van twee minder goede jaren (2003 en 2004).

Op basis van de verhouding tussen het vereiste directe rendement en de grondbeloning is op de grondbeloning de correctiefactor, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, toegepast. Vanwege de sterke grondprijsstijgingen in de periode 2005–2009 is het vereiste rendement sterk gestegen. Daardoor wordt de grondbeloning in 12 van de 14 pachtprijsgebieden maximaal (10%) en in één pachtprijsgebied met 5% naar boven bijgesteld. Het rendement waarmee voor elk pachtprijsgebied is gerekend en de toegepaste correcties zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

Grondbeloning (euro per ha) gecorrigeerd voor vereiste directe rendement verpachters voor land zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijsgebied

Grondbeloning 2005–2009

(euro/ha)

Rendementseis/grondbeloning

Correctiepercentage

Regionorm

(euro/ha)

Bouwhoek en Hogeland

634

1,25

10

697

Veenkoloniën en Oldambt

392

1,45

10

431

Noordelijk weidegebied

619

0,99

0

619

Oostelijk veehouderijgebied

557

1,43

10

613

Centraal veehouderijgebied

577

1,46

10

635

IJsselmeerpolders

991

1,15

5

1.041

Westelijk Holland

360

2,40

10

396

Waterland en Droogmakerijen

390

1,59

10

429

Hollands/Utrechts weidegebied

493

1,52

10

542

Rivierengebied

699

1,26

10

769

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

600

1,59

10

660

Zuidwest-Brabant

574

1,60

10

631

Zuidelijk veehouderijgebied

617

1,48

10

679

Zuid-Limburg

609

1,26

10

670

LEI-nota 11-036.

In onderstaande tabel zijn de grondprijs, het vereiste directe rendement, de grondbeloning en de verhouding tussen de grondbeloning, het vereiste directe rendement voor tuinland zonder woningen of andere opstallen en de regionorm weergegeven.

Grondprijs, vereist directe rendement, grondbeloning (euro per ha) en verhouding rendementseis, grondbeloning en regionorm voor tuinland

Pachtprijsgebied

Prijs onverpacht tuinland 2009 a)

(euro/ha)

Vereiste directe rendement b)

(euro/ha)

Grondbeloning 2005–2009

(euro/ha)

Rendementseis/grondbeloning

(kolom 2/kolom 3)

Regionorm

(euro/ha)

Westelijk Holland1

116.932

2.036

1.134

1,80

1,10 x 1.134 = 1.247

Rest van Nederland

53.938

939

1.372

0,68

0,90 x 1.372 = 1.235

LEI-nota 11-036.

X Noot
1

Exclusief boomkwekerij in het landbouwgebied Boskoop en Rijneveld.

In de onderstaande tabellen zijn voor land zonder woningen of andere opstallen en tuinland per pachtprijsgebied de nieuwe regionorm, de oude regionorm en het absolute en relatieve verschil tussen beide vermeld. In 8 van de pachtprijsgebieden stijgt het veranderpercentage en in 6 daarvan neemt het af. In de 8 pachtprijsgebieden met een stijging van het veranderpercentage dient in individuele gevallen te worden nagegaan of de te betalen pacht niet hoger uitkomt dan 110% van de regionorm. Is dat het geval dan is de maximale pachtprijs gelijk aan 110% van de regionorm. In de 6 pachtprijsgebieden waarin het veranderpercentage is gedaald dient in individuele gevallen te worden nagegaan of de te betalen pacht niet lager uitkomt dan 90% van de regionorm. Pachtprijzen die lager zijn dan 90% van de regionorm mogen niet verder dalen. Pachtprijzen die boven 90% van de regionorm lagen mogen niet lager zakken dan 90% van de regionorm. Daarnaast dient te worden nagegaan of in individuele gevallen de pachtprijs van de betreffende percelen niet hoger is dan 2 procent van de vrije grondprijs van die percelen. Is dat het geval dan is 2% van de vrije grondprijs de maximaal te betalen pachtprijs. De laagste van beide plafonds geldt.

Regionorm 2011, regionorm 2009, verschil (euro per ha) en veranderpercentage voor land zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijsgebied

Regionorm 2011

(euro/ha)

Regionorm 2009

(euro/ha)

Verschil

(euro/ha)

Veranderpercentage

Bouwhoek en Hogeland

697

599

98

16

Veenkoloniën en Oldambt

431

421

10

2

Noordelijk weidegebied

619

627

–8

–1

Oostelijk veehouderijgebied

613

635

–22

–3

Centraal veehouderijgebied

635

646

–11

–2

IJsselmeerpolders

1.041

942

99

11

Westelijk Holland

396

404

-8

–2

Waterland en Droogmakerijen

429

514

–85

–17

Hollands/Utrechts weidegebied

542

533

9

2

Rivierengebied

769

667

102

15

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

660

606

54

9

Zuidwest-Brabant

631

570

61

11

Zuidelijk veehouderijgebied

679

736

–57

–8

Zuid-Limburg

670

539

131

24

LEI-nota 11-036.

Regionorm 2011, regionorm 2009, verschil (euro per ha) en veranderpercentage voor tuinland

Pachtprijsgebied

Regionorm 2011

(euro/ha)

Regionorm 2009

(euro/ha)

Veranderpercentage

Westelijk Holland1

1.247

1.678

–26%

Rest van Nederland

1.235

1.589

–22%

LEI-nota 11-036.

X Noot
1

Exclusief boomkwekerij in het landbouwgebied Boskoop en Rijneveld.

§ 3. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische bedrijfsgebouwen

De hoogst toelaatbare pachtprijzen voor (agrarische) bedrijfsgebouwen in 2011, worden afgeleid van de hoogst toelaatbare pachtprijzen volgens de Regeling pachtprijzen van 2009 en de inflatie. In artikel 16 van het Pachtprijzenbesluit 2007 is bepaald dat een aangepaste hoogst toelaatbare pachtprijs voor bedrijfsgebouwen wordt vastgesteld. De aanpassing geschiedt aan de hand van de gemiddelde stijging van het prijspeil volgens de Consumentenprijsindex voor alle huishoudens in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de Uitvoeringsregeling pacht in werking treedt. De gemiddelde jaarlijkse inflatie volgens de Consumentenprijsindex (CPI) bedroeg in de afgelopen vijf jaar (2006–2010) 1,56%. Aangezien de maximale pachtprijzen van agrarische bedrijfsgebouwen om de twee jaar worden gewijzigd, dienen de bedragen van artikel 16, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling pacht van 2009 met (101,56 x 101,56/10.000 – 1) x 100% = 3,14% te worden verhoogd.

§ 4. Hoogst toelaatbare pachtprijs agrarische woningen

In artikel 14, derde lid, en artikel 15, tweede lid van het Pachtprijzenbesluit 2007 is aangegeven hoe de hoogst toelaatbare pachtprijs voor agrarische woningen moet worden bepaald. Daarbij wordt aangesloten op het geldende puntenstelsel voor zelfstandige woningen. Jaarlijks stelt de minister van VROM het maximale huurstijgingspercentage per woning vast. Voor 2010 bedroeg het 1,2% (het inflatiepercentage over 2009) en voor 2011 is het 1,3% (het inflatiepercentage over 2010). Over deze twee jaar komt de huurprijsverhoging uit op 2,52% (het product van 101,2% en 101,3% gedeeld door 10.000 minus 1). Door de maximale huurprijsgrenzen voor agrarische woningen van 2009 te vermenigvuldigen met 1,0252, krijgen we de maximale huurprijsgrenzen voor 2011.

§ 5. Administratieve lasten

De veranderpercentages die bij deze regeling worden vastgesteld, werken rechtstreeks door in bestaande overeenkomsten, doordat de tussen partijen geldende pachtprijs van rechtswege wordt aangepast. Uit de onderhavige wijziging van de regeling vloeien als zodanig dan ook geen administratieve lasten voort.

§ 6. Vaste verandermoment

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011 en strookt hiermee met de vaste inwerkingtredingdatum voor ministeriële regelingen van 1 juli. Deze regeling hangt samen met de recente vaststelling van het Besluit houdende wijziging van het Pachtprijzenbesluit 2007 en het Uitvoeringsbesluit pacht dat eveneens met ingang van 1 juli 2011 in werking treedt. Hierdoor kon de gebruikelijke publicatietermijn van twee maanden voor inwerkingtreding voor deze regeling niet worden aangehouden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven