BIJLAGE
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media 2011
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Den Haag, juni 2011
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media 2011
1 Inleiding
In het kader van het bepaalde in artikel 7.8 MW 2008 kan de minister van OCW regels stellen over de inrichting van het financieel
verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media. Dit heeft
ertoe geleid dat dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media tot stand is gekomen.
Deze versie vervangt de vorige versie van augustus 2009 en is van toepassing vanaf het boekjaar 2011.
1.1 Wettelijk kader
Met artikel 7.1 eerste t/m derde lid MW 2008 is het Commissariaat voor de Media ingesteld. In artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008
is bepaald dat de minister van OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks
een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat
brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit (zie artikel 34 Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een
controleverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Artikel 7.8 MW 2008 bepaalt dat de minister van OCW regels
kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en aandachtspunten voor de accountantscontrole.
Doel van de hierbij nader te bepalen voorschriften en modellen met betrekking tot de presentatie van de financiële verantwoording
is het bereiken van een transparante jaarverslaggeving inzake de financiële gegevens door de jaren heen. Daarbij zijn de regels
van het jaarrekeningenrecht, zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9, de richtlijnen van de Raad voor
de Jaarverslaggeving, de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) en jurisprudentie van toepassing.
Wanneer hetgeen in dit Handboek vermeld afwijkt van eerdergenoemde richtlijnen, dan prevaleert het Handboek.
Het Commissariaat dient op grond van de Kaderwet ZBO vóór 15 maart de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar aan Onze
Minister te sturen. De jaarrekening behoeft de instemming van de minister van OCW.
1.2 Informatie
De jaarrekening van het Commissariaat bevat minimaal de volgende onderdelen:
2 Jaarrekening
De jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt opgesteld in euro’s en bevat minimaal de volgende onderdelen:
-
• Balans met toelichting (zie 2.1);
-
• Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting (zie 2.2);
-
• Kasstroomoverzicht (zie 2.3).
Het Commissariaat neemt alleen die posten in de balans op, die voor de betrokken instelling van toepassing zijn.
Vreemde valuta worden op de balansdatum gewaardeerd tegen de dagwaarde zoals aangegeven door de Nederlandse Bank.
Daarnaast voegt het bestuur de ‘Overige gegevens’, zoals genoemd in artikel 392 BW 2, met inachtneming van hetgeen is bepaald
in het vijfde lid van genoemd artikel, toe aan de jaarrekening.
2.1 Balans met toelichting
De waarderingsgrondslagen zijn op basis van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 van toepassing. Eventuele uitzonderingen
worden hieronder toegelicht.
2.1.1 Vaste Activa
Materiële vaste activa
Waardering van materiële vaste activa geschiedt op basis van historische kosten onder aftrek van afschrijvingen. De economische
levensduur is bepalend voor de afschrijvingstermijn.
2.1.2 Eigen Vermogen
Algemene Reserve
Het bedrag in het eigen vermogen dat resteert na aftrek van de bestemmingsfondsen en reserves wordt verantwoord onder de Algemene
Reserve.
Bestemmingsfonds
Het bestemmingsfonds bestaat uit de Algemene Mediareserve welke wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten
van de Stichting Etherreclame, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van één van de omroepen en ter financiering
van de rekening-courant met de Stichting Etherreclame.
Investeringssubsidies
De van het ministerie van OCW ontvangen investeringssubsidies ten behoeve van de aanschaf van materiële vaste activa worden
gerubriceerd onder de bestemmingsreserve. Jaarlijks vindt ten gunste van de exploitatierekening een vrijval plaats met een
omvang die gelijk is aan de afschrijvingskosten van de materiele vaste activa, die aangeschaft zijn met de betreffende investeringssubsidies.
2.2 Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting
2.2.1 Bezoldiging bestuurders, directie en toezichthouders
In de toelichting wordt overeenkomstig artikel 383 BW 2 opgave gedaan van de bezoldiging van de gezamenlijke bestuurders en
gewezen bestuurders en, afzonderlijk, voor de gezamenlijke toezichthouders en gewezen toezichthouders. De bedragen dienen
in het boekjaar ten laste van het Commissariaat te zijn verantwoord. Op overeenkomstige wijze wordt afzonderlijk opgave gedaan
van de bezoldiging van de gezamenlijke directieleden en gewezen directieleden.
Een opgave die herleid kan worden tot een enkele natuurlijke persoon mag achterwege blijven.
De wijze waarop de bezoldiging wordt berekend is overeenkomstig de berekeningswijze, zoals deze is bepaald in artikel 6 Wet
Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). De volgende beloningscomponenten dienen bij elkaar
opgeteld te worden:
-
– Belastbaar loon (bedrag zoals op de jaaropgaaf vermeld staat);
-
– Pensioenafdracht (werkgevers én werknemersdeel);
-
– Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (bijvoorbeeld levensloop, financiële afspraken m.b.t. sabbatical etc.);
-
– Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon.
Namen van alle bestuurders, directieleden en toezichthouders dienen eveneens te worden vermeld. Per bestuurder, directielid
en toezichthouder wordt de vorm van bezoldiging (gesalarieerd parttime of fulltime en/of vacatiegeld en eventuele onkostenvergoeding)
aangegeven. Bij parttime salariëring wordt het parttime percentage vermeld.
Onder bestuurders wordt verstaan die personen die deel uitmaken van het statutaire bestuursorgaan.
Onder directieleden wordt verstaan die personen die deel uitmaken van de statutaire directie. Tevens worden hieronder begrepen
die personen die bij de statuten algemene bevoegdheden hebben verkregen.
Onder toezichthouders wordt verstaan die personen die krachtens de wet of statuten met het toezicht op het bestuur zijn belast.
Leden van een ledenraad worden hier niet onder begrepen.
2.2.2 Verantwoording in het kader van de WOPT
Naast de hierboven genoemde informatie wordt een opgave opgenomen waarmee wordt voldaan aan de verantwoordingverplichting
in het kader van de WOPT. In deze verantwoording wordt separaat opgaaf gedaan van het belastbaar loon, de voorzieningen ten
behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, de functie of functies en de duur van het dienstverband in dat jaar van eenieder
van wie de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, het gemiddelde
belastbare loon van ministers in het boekjaar te boven is gegaan.
Wanneer een verplichte verantwoording in het kader van de WOPT niet van toepassing is, dient hiervan expliciet melding gemaakt
worden.
2.3 Kasstroomoverzicht
Hierbij wordt Model III kasstroomoverzicht gevolgd. De kasstromen worden hierbij ingedeeld naar herkomst uit operationele
activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.
2.4 Aantal fte ultimo boekjaar
Het aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat ultimo boekjaar in dienst is bij het Commissariaat.
2.5 Gemiddeld aantal fte over het boekjaar
Het gemiddeld aantal medewerkers in Full Time Equivalent dat over het boekjaar in dienst is geweest bij het Commissariaat.
2.6 Bijzonderheden
Afwijkingen tussen het exploitatieresultaat en het begrote resultaat worden toegelicht.
De volgende posten worden bij afwijkingen naar oorzaken toegelicht:
-
• Baten;
-
• Verstrekte subsidies;
-
• Apparaatskosten;
-
• Overige lasten;
-
• Bijzondere lasten.
2.7 Zendgemachtigden
In de jaarrekening wordt een verloopoverzicht van de zendgemachtigden opgenomen (zie model X).
2.8 Vaste boekenprijs
Voor een specificatie van deze kosten wordt verwezen naar model XI
3 Verantwoording apparaat
In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen
met minimaal de volgende onderdelen:
Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen IV, V en VI gevolgd.
4 Verantwoording beheer
In de bijlage bij de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt de verantwoording over het apparaat opgenomen
met minimaal de volgende onderdelen:
Met betrekking tot deze onderdelen worden de modellen VII,VII en IX gevolgd.
MODEL I BALANS
2.1 Balans per 31 december 20xx
(na resultaatsbestemming)
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
Vaste activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Materiële vaste activa
|
|
|
|
|
Eigen vermogen
|
|
|
|
|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
|
|
|
|
|
Algemene reserve
|
|
|
|
|
Installaties
|
|
|
|
|
Bestemmingsfonds
|
|
|
|
|
Andere vaste bedrijfsmiddelen
|
|
|
|
|
Bestemmingsreserves
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Financiële vaste activa
|
|
|
|
|
Voorzieningen
|
|
|
|
|
Overige vorderingen
|
|
|
|
|
Overige
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vlottende activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
Debiteuren
|
|
|
|
|
Vooruit ontvangen
|
|
|
|
|
Overige vorderingen
|
|
|
|
|
Crediteuren
|
|
|
|
|
Overlopende activa
|
|
|
|
|
Belastingen en sociale premies
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige schulden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
MODEL II EXPLOITATIEREKENING
2.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
|
Jaar t Begroting
|
Voorgaand boekjaar
|
Baten
|
|
|
|
|
1. Rijksbijdragen media
|
|
|
|
|
2. Reclamegelden Stichting Etherreclame
|
|
|
|
|
3. Overige baten
|
|
|
|
|
4. Bijzondere baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lasten
|
|
|
|
|
6. Verstrekte subsidies
|
|
|
|
|
7. Apparaatskosten
|
|
|
|
|
8. Overige lasten
|
|
|
|
|
9. Bijzondere lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Exploitatieresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bestemming van het resultaat
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfonds
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserves
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MODEL III KASSTROOMOVERZICHT
2.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx
Volgens de indirecte methode
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
I Kasstroom uit operationele activiteiten
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
Aanpassen voor:
|
|
|
Afschrijvingen materiële vaste activa
|
|
|
Vrijval bestemmingsfondsen
|
|
|
Vrijval bestemmingsreserves
|
|
|
Dotaties aan voorzieningen
|
|
|
Vrijval van voorzieningen
|
|
|
Onttrekkingen aan voorzieningen
|
|
|
|
|
|
Veranderingen in werkkapitaal:
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
|
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
|
|
|
Ontvangen interest
|
|
|
Kastroom uit operationele activiteiten
|
|
|
|
|
|
II Kasstroom uit investeringsactiviteiten
|
|
|
Investeringen in materiële vaste activa
|
|
|
Toe-/afname geldmiddelen
|
|
|
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
|
|
|
|
|
|
III Kasstroom uit financieringsactiviteiten
|
|
|
Ontvangsten uit langlopende schulden
|
|
|
Aflossing van langlopende schulden
|
|
|
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
|
|
|
|
|
|
Mutatie liquide middelen I–II+III
|
|
|
|
|
|
Liquide middelen einde boekjaar
|
|
|
Liquide middelen begin boekjaar
|
|
|
Mutatie liquide middelen
|
|
|
|
|
|
MODEL IV BALANS APPARAAT
3.1 Balans Apparaat per 31 december 20xx
(na resultaatsbestemming)
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
Vaste activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Materiële vaste activa
|
|
|
|
|
Eigen vermogen
|
|
|
|
|
Bedrijfsgebouwen en -terreinen
|
|
|
|
|
Algemene reserve
|
|
|
|
|
Installaties
|
|
|
|
|
Bestemmingsreserves
|
|
|
|
|
Andere vaste bedrijfsmiddelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorzieningen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vlottende activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
Debiteuren
|
|
|
|
|
Vooruit ontvangen
|
|
|
|
|
Overige vorderingen
|
|
|
|
|
Crediteuren
|
|
|
|
|
Overlopende activa
|
|
|
|
|
Belastingen en sociale premies
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige schulden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
MODEL V EXPLOITATIEREKENING APPARAAT
3.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
|
Jaar t Begroting
|
Voorgaand boekjaar
|
Baten
|
|
|
|
|
1. Bijdrage van het ministerie OCW
|
|
|
|
|
2. Overige baten/bijzondere baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lasten
|
|
|
|
|
3. Lonen en salarissen
|
|
|
|
|
4. Sociale lasten
|
|
|
|
|
5. Afschrijvingen op materiële vaste activa
|
|
|
|
|
6. Overige lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Exploitatieresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bestemming van het resultaat
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Algemene Reserve
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsreserve
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MODEL VI KASSTROOMOVERZICHT APPARAAT
3.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx
Volgens de indirecte methode
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
I Kasstroom uit operationele activiteiten
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
Aanpassen voor:
|
|
|
Afschrijvingen materiële vaste activa
|
|
|
Vrijval bestemmingsreserves
|
|
|
Dotaties aan voorzieningen
|
|
|
Vrijval van voorzieningen
|
|
|
Onttrekkingen aan voorzieningen
|
|
|
|
|
|
Veranderingen in werkkapitaal:
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
|
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
|
|
|
Ontvangen interest
|
|
|
Kastroom uit operationele activiteiten
|
|
|
|
|
|
II Kasstroom uit investeringsactiviteiten
|
|
|
Investeringen in materiële vaste activa
|
|
|
Toe-/afname geldmiddelen
|
|
|
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
|
|
|
|
|
|
III Kasstroom uit financieringsactiviteiten
|
|
|
Ontvangsten uit langlopende schulden
|
|
|
Aflossing van langlopende schulden
|
|
|
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
|
|
|
|
|
|
Mutatie liquide middelen I–II+III
|
|
|
|
|
|
Liquide middelen einde boekjaar
|
|
|
Liquide middelen begin boekjaar
|
|
|
Mutatie liquide middelen
|
|
|
|
|
|
MODEL VII BALANS BEHEER
4.1 Balans per 31 december 20xx
(na resultaatsbestemming)
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
Vaste activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Financiële vaste activa
|
|
|
|
|
Eigen vermogen
|
|
|
|
|
Overige vorderingen
|
|
|
|
|
Bestemmingsfonds
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vlottende activa
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
Debiteuren
|
|
|
|
|
Crediteuren
|
|
|
|
|
Overige vorderingen
|
|
|
|
|
Overige schulden
|
|
|
|
|
Overlopende activa
|
|
|
|
|
Overlopende passiva
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Liquide middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
MODEL VIII EXPLOITATIEREKENING BEHEER
4.2 Exploitatierekening per 31 december 20xx
|
Jaar t Begroting
|
Voorgaand boekjaar
|
Baten
|
|
|
|
|
1. Rijksbijdragen media
|
|
|
|
|
2. Reclamegelden Stichting Etherreclame
|
|
|
|
|
3. Bijzondere baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lasten
|
|
|
|
|
4. Verstrekte subsidies
|
|
|
|
|
5. Overige lasten
|
|
|
|
|
6. Bijzondere lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedrijfsresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Exploitatieresultaat
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bestemming van het resultaat
|
|
|
|
|
Toevoeging/Ontrekking Bestemmingsfonds
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MODEL IX KASSTROOMOVERZICHT BEHEER
4.3 Kasstroomoverzicht per 31 december 20xx
Volgens de directe methode
|
Boekjaar
|
Voorgaand boekjaar
|
Kasstroom uit operationele activiteiten
|
|
|
Ontvangsten van het ministerie OCW
|
|
|
Ontvangsten van Stichting Etherreclame
|
|
|
Ontvangsten van debiteuren
|
|
|
Totaal Ontvangsten
|
|
|
|
|
|
Betalingen aan subsidiënten en leveranciers
|
|
|
Bijzondere lasten
|
|
|
Totaal Betalingen
|
|
|
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
|
|
|
|
|
|
Ontvangen interest
|
|
|
|
|
|
Kasstroom uit operationele activiteiten= Toe-/afname geldmiddelen
|
|
|
MODEL X VERLOOPOVERZICHT ZENDGEMACHTIGDEN
|
Saldo per 1-1-20xx
|
Verstrekkingen
|
Vaststellingen/goedkeuringen
|
Saldo per 31-12-20xx
|
Landelijke Omroepen
|
|
|
|
|
FunX
|
|
|
|
|
MTNL
|
|
|
|
|
Stichting Radio Nederland Wereldomroep
|
|
|
|
|
Muziekcentrum van de Omroep
|
|
|
|
|
Nederlands Omroepproduktie Bedrijf
|
|
|
|
|
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
|
|
|
|
|
Minderhedenprogrammering
|
|
|
|
|
OLON
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Als volgt opgenomen in de balans:
|
|
|
|
|
Vorderingen
|
|
|
|
|
Kortlopende schulden
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
MODEL XI EXPLOITATIEREKENING VASTE BOEKENPRIJS
3.12 Exploitatierekening per 31 december 20xx
|
Jaar t Begroting
|
Voorgaand boekjaar
|
Baten
|
|
|
|
|
1. Rijksbijdragen media
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der baten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Lasten
|
|
|
|
|
2. Loonkosten
|
|
|
|
|
3. Opleidingen
|
|
|
|
|
4. Brochures en overige kosten VBP
|
|
|
|
|
5.Proceskosten/deskundigen commissie
|
|
|
|
|
6.Doorbelasting van andere kostenplaatsen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Som der lasten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
|
|
CONTROLEPROTOCOL
1. Inleiding
Voor welke instelling geldt dit controleprotocol?
Dit protocol is uitsluitend van toepassing op het Commissariaat voor de Media (het Commissariaat).
Doel
Het ministerie van OCW (OCW) verstrekt omroepbijdragen via het Commissariaat en een bijdrage in de kosten van het Commissariaat.
OCW verwacht van de instellingsaccountant een verklaring van getrouwheid en van rechtmatigheid bij de jaarrekening van het
Commissariaat. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van deze getrouwheids-
en rechtmatigheidsverklaring. Deze verklaring is mede de basis voor het oordeel van de departementale accountant bij de departementale
jaarrekening.
Wettelijk kader
Met artikel 7.1, eerste t/m derde lid MW 2008 is het Commissariaat ingesteld. Het Commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid
en is gevestigd in de gemeente Hilversum. In artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008 is bepaald dat OCW de kosten van het Commissariaat
zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op (zie artikel 26 en 29 van de Kaderwet ZBO’s) die
de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening)
uit (zie artikel 34 van de Kaderwet ZBO’s), dat vergezeld gaat van een controleverklaring omtrent de getrouwheid en de financiële
rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. In artikel 7.8 MW 2008 is bepaald dat
de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor
de accountantscontrole kan voorschrijven. Deze regels zijn opgenomen in dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat
voor de Media (Handboek). De aandachtspunten voor de accountantscontrole zijn opgenomen in dit controleprotocol.
De accountantscontrole van de jaarrekening van het Commissariaat bestaat uit twee elementen:
De controle dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de Nadere voorschriften Controle- en overige standaarden (NV
COS) zoals uitgegeven door het Koninklijk NIVRA1 en de aanwijzingen zoals opgenomen in dit controleprotocol.
Procedure
Omroepinstellingen zijn overeenkomstig artikel 2.171 en 2.172 MW 2008 verplicht hun jaarrekening in te dienen bij het Commissariaat.
Deze jaarrekeningen zijn voorzien van een controleverklaring van de onafhankelijke accountant omtrent de getrouwheid en de
financiële rechtmatigheid. Het Commissariaat stelt op grond van artikel 7.6 t/m 7.8 MW 2008 vóór 15 maart een jaarrekening op waarin zijn opgenomen het beheer van
de omroepgelden en de apparaatskosten van het Commissariaat. Deze jaarrekening is voorzien van een getrouwheids- en een rechtmatigheidsoordeel
van de instellingsaccountant. De basis voor het rechtmatigheidsoordeel bij het beheer van de omroepgelden zijn de controleverklaringen
die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de omroepinstellingen en de werkzaamheden van het Commissariaat inzake de toetsing
van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden. De instellingsaccountant verstrekt zijn verklaring aan
het College van het Commissariaat. Deze dient ter verantwoording aan de minister van OCW. De departementale accountant kan
een review uitvoeren bij de instellingsaccountant.
Het Commissariaat is belast met de jaarlijkse toetsing van de financiële rechtmatigheid van de besteding van omroepgelden
op basis van de jaarrekeningen van de omroepinstellingen. De toetsing van de financiële rechtmatigheid geschiedt door de afdeling
Financieel Toezicht van het Commissariaat. Een van de beheermaatregelen die ter beschikking staan van de afdeling Financieel
Toezicht is het reviewen van de accountantscontroles bij de omroepinstellingen. Het doel van de review is het inzicht krijgen
in de kwaliteit en toereikendheid van de door de instellingsaccountants uitgevoerde werkzaamheden. De uitkomsten van deze
review gebruikt de accountant van het Commissariaat voor de controle van de jaarrekening van het Commissariaat. Het Commissariaat
kan de reviewtaak uitbesteden aan een registeraccountant. De reviews dienen uitgevoerd te worden op basis van een roulatiesysteem.
2. Reikwijdte accountantsonderzoek
Onderzoeksaanpak
De instellingsaccountant neemt in zijn controledossier een risicoanalyse op, waarin expliciet rekening wordt gehouden met
de aandachtspunten van dit controleprotocol. Dit controledossier vormt de basis voor een review die de departementale accountant
kan uitvoeren. De instellingsaccountant controleert de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdragen en
van de bijdrage in de kosten van het Commissariaat. De op de financiële rechtmatigheid van toepassing zijnde wettelijke bepalingen
uit de Mediawet zijn hieronder aangegeven onder financiële transacties. Van de instellingsaccountant wordt verwacht dat hij
over de naleving van de bepalingen, zoals hieronder opgenomen onder financiële beheershandelingen, rapporteert in het verslag
van bevindingen.
Financiële transacties
|
Financiële beheershandelingen
|
Art.32, 33 Kaderwet ZBO’s.
|
Art 18,34,35 en 41 Kaderwet ZBO’s.
|
MW 2008:
7.13
8.8, lid 2, 2.151, 2.157 t/m 2.159, 2.166 t/m 2.168, 2.164,2.165.
|
MW 2008:
7.2 ,7.6, 7.7
2.148 2e lid, 2.149, 2.162 2e lid,2.171 t/m 2.173.
|
Aanvullend op bovenstaand overzicht geldt dat het Commissariaat voor de Media een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan
is. Daarmee is het Commissariaat in de zin van de Europese regelgeving een aanbestedende dienst, zowel Europees, als nationaal
(Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten). De accountant controleert of het Commissariaat de richtlijnen voor
Europese aanbesteding naleeft. De accountant gaat na of bij in het controlejaar aangegane verplichtingen de Europese aanbesteding
wel of niet terecht heeft plaatsgevonden. Van de accountant wordt niet verwacht, dat hij de inhoudelijke stappen van het Commissariaat
in het proces van Europees aanbesteden beoordeelt.
NB
Het rechtmatigheidoordeel omvat alle geldstromen in de jaarrekening, dus zowel die met betrekking tot het beheer van de omroepgelden
als de besteding van de gelden voor apparaatskosten van het Commissariaat.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij met een betrouwbaarheid van 95% de uitspraak kan doen dat
in de verantwoording geen onjuistheden en onzekerheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties.
Voor de strekking van de controleverklaring gelden de volgende toleranties:
|
Onjuistheden
(in de verantwoording)
|
Onzekerheden
(in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Rechtmatigheid
(% van de totale uitgaven)
|
>1 en <3
|
–>3
|
>3 en<10
|
=>10
|
Getrouwheid
|
|
|
|
|
a. Balans (% van de balanstelling)
|
>5 en <10
|
=>10
|
>5 en<10
|
=>10
|
b. Exploitatierekening (% van de baten)
|
>2 en <5
|
=>5
|
>5 en <10
|
=>10
|
In de verantwoording van het Commissariaat zijn zowel het beheer van de omroepbijdragen als de gelden voor de apparaatskosten
opgenomen. De tolerantie geldt voor de geldstromen omroepbijdragen en apparaatskosten afzonderlijk.
Voor het omgaan met geconstateerde fouten geldt de volgende gedragslijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen fouten die wel
en fouten die geen invloed kunnen hebben op de financiële rechtmatigheid van de besteding van de omroepbijdrage respectievelijk
bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat. Geconstateerde fouten die wel invloed kunnen hebben, moeten voor zover
mogelijk door het Commissariaat worden gecorrigeerd. Hierbij is het niet van belang of de tolerantiegrenzen worden overschreden.
Fouten worden in absolute zin opgevat, voor zover het de naleving van wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten is
daarom niet toegestaan.
Voor het omgaan met geconstateerde fouten die geen invloed hebben op de hoogte van de omroepbijdrage van OCW, respectievelijk
de bijdrage in de apparaatskosten van het Commissariaat gelden de toleranties die in het schema staan. Het Commissariaat dient
deze fouten te corrigeren indien de tolerantiegrens wordt overschreden. De accountant vermeldt alle fouten groter dan 0,1%
van de lasten die niet zijn gecorrigeerd in het verslag van bevindingen. Indien de accountantscontrole fouten aan het licht
brengt die het Commissariaat niet herstelt, vermeldt de accountant deze in het verslag van bevindingen. Hiervoor geldt een
rapportagetolerantie van 0%.
Normenkader
Het Commissariaat stelt de jaarrekening op in overeenstemming met de richtlijnen die zijn opgenomen in het Handboek. De controle
is gericht op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en op de rechtmatige besteding van de bijdrage in de
apparaatskosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. Onder financiële rechtmatigheid wordt
verstaan dat alle financiële transacties, bij het Commissariaat, hebben plaatsgevonden binnen de bepalingen die bij het wettelijk
kader zijn weergegeven. Indien een financiële transactie in strijd met het wettelijk kader heeft plaatsgevonden, dan dient
de instellingsaccountant het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan te merken. Het
totaal aan rechtmatigheidsfouten dient de instellingsaccountant te betrekken bij het rechtmatigheidsoordeel.
De instellingsaccountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging voor de bestuurders, toezichthouders en
directieleden juist en volledig is. De verplichtingen, bedoeld in artikel 383c van Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing.
Dit betekent voor het Commissariaat dat zij een opgave op naamsniveau moet doen van alle bestuurders en gewezen bestuurders.
De accountant stelt aan de hand van de administratie van het Commissariaat integraal vast of de opgave in de toelichting van
de jaarrekening van het Commissariaat op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT)
juist en volledig is. Indien dit niet het geval is, geeft de accountant een ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel af en
vermeldt hij de ontbrekende informatie alsnog in zijn verklaring. Voor deze post geldt een rapportagetolerantie van 0%.
In dit kader wordt verwezen naar NBA Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële
tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening.
De accountant stelt, aan de hand van de administratie van de instelling integraal vast of de opgave aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist
en volledig is. Indien dit niet het geval is dan neemt de accountant dit op in een verslag van bevindingen zoals vermeld in
het accountantsverslag.
3. Rapportages accountantsonderzoek
Controleverklaring
De controleverklaring bevat zowel een getrouwheids- als een rechtmatigheidoordeel over de besteding van de bijdrage in de
kosten van het Commissariaat en van het rechtmatige beheer van de omroepgelden. De instellingsaccountant hanteert daarbij
het model dat bij dit controleprotocol is gevoegd (Controleverklaring bij de jaarrekening). De instellingsaccountant waarmerkt
de jaarrekening.
Verslag van bevindingen
Doelmatigheid van het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Commissariaat
De instellingsaccountant stelt voor het Commissariaat een verslag van bevindingen op. In het verslag van bevindingen rapporteert
de instellingsaccountant tenminste over de financiële beheershandelingen en over niet door de instelling gecorrigeerde fouten.
De accountant beoordeelt of het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Commissariaat voor de Media voldoen aan
eisen van doelmatigheid, als bedoeld in artikel 35, vierde lid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Dit onderdeel
neemt de accountant op in het verslag van bevindingen. De accountant hanteert als referentiekader de schriftelijke en door
de leiding van de organisatie vastgestelde handboeken, procedures en voorwaarden voor kritische processen, zoals inkoop en
HRM. De accountant betrekt in zijn onderzoek ook artikel 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, handelend over de
beveiliging van gegevens.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Afgegeven ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
Aan: Opdrachtgever
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2.... van het Commissariaat voor de Media te Hilversum gecontroleerd.
Deze jaarrekening bestaat uit de balans per ..... 2...., het kasstroomoverzicht 2..... en de exploitatierekening over 2....
met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere
toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het College van het Commissariaat is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw
dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling vaststelling
Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media. Het College van het Commissariaat is tevens verantwoordelijk
voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.
Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
Het College van het Commissariaat is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk
acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen
van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel
7.7, tweede lid MW 2008. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder waaronder de
Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat
voor de Media. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen
en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang
bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen
in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming,
met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van
fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het
opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving,
gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van het interne beheersing van de entiteit.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en
de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen,
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel
te bieden.
Oordeel2
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Commissariaat
voor de Media per 2... en van het resultaat over 2.... in overeenstemming met de Regeling vaststelling Handboek Financiële
Verantwoording Commissariaat voor de Media.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2... voldoen aan
de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet-
en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het controleprotocol van de Regeling vaststelling Handboek Financiële Verantwoording
Commissariaat voor de Media zijn vermeld.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
Naam accountant