Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 juni 2011, nr. WJZ / 11062466, tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 in verband met openstelling van de subsidie-instrumenten 2Getthere en demonstratieprojecten

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 worden de nummers 7.1 en 7.2 vervangen door:

7.1 en 7.2

2.1 en 3.1

 

01-01 t/m 31-12

6.000.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 juni 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze regeling past de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2011 aan zodat het beschikbare budget voor het 2getthere programma ook kan worden gebruikt voor demonstratieprojecten. Het betreft het herstel van een omissie, nadat in 2010 ook reeds één gezamenlijk budget voor zowel 2getthere projecten (hoofdstuk 2 Subsidieregeling internationaal excelleren) als demonstratieprojecten (hoofdstuk 3 Subsidieregeling internationaal excelleren) was gepubliceerd. Door middel van het 2getthere programma verstrekt de minister subsidie aan deelnemers in een samenwerkingsverband voor meerdere activiteiten binnen een internationaliseringsstrategie. De strategie is er op gericht Nederlandse ondernemers met hulp van de Nederlandse overheid geclusterd een voor hen nieuwe markt te laten betreden. Eén van de activiteiten binnen zo’n strategie kan een demonstratieproject zijn.

2. Administratieve lasten

Omdat het van meet af aan de bedoeling was één gezamenlijk budget te publiceren voor zowel 2getthere- als demonstratieprojecten, is daar ook vanuit gegaan bij de oorspronkelijke berekening van de administratieve lasten. De toevoeging van de mogelijkheid budget toe te kennen voor demonstratieprojecten heeft dan ook geen gevolgen voor de administratieve lasten van de subsidieontvanger. Het percentage aan administratieve lasten (2,42%) blijft ongewijzigd.

3. Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Dat is in dit geval echter toegestaan nu het gaat om het herstel van een omissie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven