Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 juni 2011, nr. 214884 houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van bonen tegen de bonenvlieg door middel van zaadbehandeling (Tijdelijke vrijstelling bestrijding bonenvlieg bij de teelt van bonen)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gezien het verzoek van Plantum NL en LTO Nederland van 23 december 2010;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gewasbeschermingsmiddel Pyristar 250 CF ter bestrijding van de bonenvlieg (Delia platura) bij de teelt van bonen.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling bestrijding bonenvlieg bij de teelt van bonen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

Directeur-Generaal,

J.P. Hoogeveen.

BIJLAGE BIJ HET BESLUIT TIJDELIJKE VRIJSTELLING BESTRIJDING BONENVLIEG BIJ DE TEELT VAN BONEN

Gebruiksvoorschriften

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel voor de behandeling van zaden van bruine bonen, witte bonen, gele bonen, kievitsbonen, stamslabonen, stamsnijbonen, stokslabonen, stoksnijbonen, spekbonen, pronkbonen, boterbonen, flageolet en Limabonen, ter voorkoming van schade door insecten.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Gebruiksaanwijzing

Algemeen

Pyristar 250 CF is een vloeibaar middel voor de behandeling van zaden ter voorkoming van schade door insecten. Het middel dient te worden toegepast met de daarvoor geëigende zaadbehandelingsmachines (coatingsprocedé). Behandeling van overjarig zaad of partijen met slechte kiemkracht wordt ontraden.

Toepassingen

Behandeling van zaden van diverse bonen (Phaseolus spp.), ter voorkoming van aantasting van de plantvoet door maden van de bonenvlieg (Delia platura).

Het middel beschermt de planten tegen aantasting tijdens de kritieke fase op het productieveld; een aanvullende behandeling is dan ook niet nodig. De behandeling kort voor het zaaien uitvoeren.

Dosering: 2 ml per eenheid zaaizaad van 5.000 zaden.

Aanvullende beperkingen voor gebruik:

Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet het product volledig in de bodem worden ondergewerkt; zorg ervoor dat het product ook aan het voorend is ondergewerkt.

Om de vogels en zoogdieren te beschermen moet gemorst product worden verwijderd.

TOELICHTING

Op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van Pyristar 250 CF ter bestrijding van de bonenvlieg bij de teelt van bonen. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl dit gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.

Aanvraag

De Nederlandse bonentelers verwachten in 2011 onoverkomelijke problemen met de bestrijding van de bonenvlieg in de bonenteelt. Zij verzoeken daarom voor het middel Pyristar 250 CF (chloorpyrifos) een vrijstelling te verlenen teneinde de bonenvlieg op een adequate wijze te kunnen bestrijden. De totale omvang van de bonenteelt in Nederland bedraagt volgens aanvragers zo’n 4.900 ha.

De aanvragers geven aan dat zij zich zullen inzetten om de bestrijding van de bonenvlieg via een reguliere toelating op te lossen. Daarnaast wordt er in samenwerking met een onderzoeksinstelling bekeken of alternatieve methoden – zoals het gebruik van lokstoffen of ferohormonen – nieuwe mogelijkheden kunnen bieden voor een adequate bestrijding van de bonenvlieg.

Bedreiging van de plantaardige productie

Schade door de bonenvlieg wordt veroorzaakt omdat de maden zich in de nog niet, of pas gekiemde zaden vreten. Daardoor kunnen deze bonen niet kiemen en rotten weg. Sommige zaden kiemen nog wel, maar vormen geen echte blaadjes meer. De schade die kan optreden, kan oplopen tot het wegvallen van 60% van het aantal kiemplanten. De bestrijding van de bonenvlieg is gericht op de bescherming van de kiemplanten. De bonenvlieg komt in heel Nederland voor en heeft een brede waardplantenreeks. Behalve de boon is dat ondermeer spinazie, kool, rode biet, lupine, fresia en gladiool. De bonenvlieg overwintert in de vorm van poppen in de grond.

Het onvoorziene karakter van het niet beschikbaar zijn van een middel

Tot 1 september 2009 bestond de mogelijkheid om zaad te laten behandelen in een ander land met een daar toegelaten middel, om het vervolgens uit te zaaien in een land waar geen toelating voor dit middel bestond. Voor bonen werd het zaad behandeld met een middel op basis van chloorpyrifos. Voor 2010 is door de sector op grond van artikel 123 Wgb een toelating als een dwingend vereist gewasbeschermingsmiddel aangevraagd. Deze aanvraag is goedgekeurd en voor het seizoen 2010 was een middel op basis van chloorpyrifos (Pyristar 250 CF) beschikbaar voor het behandelen van zaad. Door het passeren van de datum van herregistratie van chloorpyrifos op 30 juni 2010 is het niet mogelijk om voor 2011 nogmaals een zogenaamde DVG-toelating te verlenen.

In 2008 is door de toelatingshouder een reguliere toelatingsaanvraag ingediend voor het gebruik van Pyristar 250 CF in de teelt van bonen. De aanvraag is door het Ctgb in 2010 beoordeeld en er zijn aanvullende vragen gesteld. Op dat moment kon geen toelating worden afgegeven. De uiterste termijn voor het beantwoorden van de vragen is gesteld op 1 juli 2012. Gezien de beoordelingstermijnen die gelden, is het niet mogelijk om voor het teeltseizoen van 2011 een reguliere toelating te realiseren. Er zijn op dit moment geen chemische middelen toegelaten voor de bestrijding van de bonenvlieg in bonen. Door deze onvoorziene vertraging is de reguliere toelating van dit gewasbeschermingsmiddel niet op tijd beschikbaar.

Alternatieven

Er zijn geen chemische middelen toegelaten voor de bestrijding van bonenvlieg in de teelt van bonen. In deze teelten kunnen wel enkele maatregelen worden genomen waardoor de kans op aantasting en schade door de bonenvlieg kan worden verminderd. Deze maatregelen zijn het direct onderwerken van de stoppel van het voorgewas en een ruime teelt- en vruchtwisseling. Deze preventieve maatregelen zijn echter onvoldoende effectief en zullen een ernstige aantasting door de bonenvlieg niet kunnen voorkomen.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft negatief geadviseerd vanwege het risico voor vogels en zoogdieren. Om deze risico’s te minimaliseren of nauwkeuriger te kunnen bepalen, suggereert het Ctgb om het product volledig in de bodem onder te werken en onderzoek te verrichten naar de daadwerkelijke sterfte onder vogels. Daarnaast stelt het Ctgb onderzoek voor naar de daadwerkelijke effecten van dit middel op vogels, het toevoegen van een afweerstof en het instellen van een gebiedsbeperking teneinde de meest kwetsbare (vogel)gebieden te beschermen.

De overwegingen

De conclusie is dat een vrijstelling landbouwkundig gezien noodzakelijk is, gelet op het belang van dit middel voor de teelt van bonen. Zonder dit middel komt de bonenteelt in Nederland in gevaar. Op basis van de voornoemde overwegingen heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu in dit bijzondere geval besloten om op grond van artikel 38 van de wet de gevraagde vrijstelling te verlenen. Met een vrijstelling ontstaat er wellicht een risico op de sterfte van vogels en kleine zoogdieren. Daarom zal ingevolge de gebruiksvoorschriften, genoemd in de bijlage bij de vrijstelling, het met dit middel behandelde zaad ondergewerkt moeten worden en zal ook gemorst product verwijderd moeten worden.

Deze vrijstelling wordt in beginsel slechts eenmalig verleend. De vrijstelling zal ook onverwijld worden ingetrokken indien blijkt dat het gebruik van dit middel aantoonbare sterfte van vogels of zoogdieren tot gevolg heeft. In het geval van een herhaald verzoek zal er onderzoek moet zijn verricht naar meldingen van effecten op vogels ten gevolge van het toepassen van dit middel, naar het toevoegen van een afweerstof en naar de gevolgen voor specifieke vogelgebieden. Daarnaast zal de sector een actueel inzicht moeten bieden in hun vorderingen bij het verkrijgen van een reguliere toelating en in hun vorderingen bij het ontwikkelen van een andere bestrijdingsmethode van de bonenvlieg.

Bezwaarclausule

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Naar boven