Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juni 2011, nr. 2011-2000218049, tot wijziging van de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting en het Besluit beheer sociale-huursector (vervallen verplichting voor toegelaten instellingen om bij grotere aanbestedingen van maatschappelijk vastgoed de aanbestedingsrichtlijn te volgen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 26, derde lid, van het Besluit beheer sociale-huursector;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 5 van de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting vervallen het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

ARTIKEL II

Bijlage II, hoofdstuk 5.9, bij het Besluit beheer sociale-huursector vervalt.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 juni 2011

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Met deze regeling komt artikel 5, tweede lid, van de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting (hierna: Tijdelijke regeling DAEB) te vervallen. In verband daarmee vervalt tevens hoofdstuk 5.9 van bijlage II bij het Besluit beheer sociale-huursector (hierna: Bbsh).

Administratieve en bestuurlijke lasten

Aangezien de toegelaten instellingen niet voor iedere opdracht verplicht zijn een Europese aanbesteding te doen, maar meer vrijheid krijgen in de keuze van de aanbestedingsvorm zullen de administratieve lasten voor de toegelaten instellingen afnemen. Ook met het laten vervallen van hoofdstuk 5.9 van bijlage II bij het Bbsh wordt een administratieve lastenverlichting beoogd.

Vaste verandermomenten

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten omdat de opgave van de verantwoordingsgegevens voor 1 juli 2011 moet worden aangeleverd. Indien deze regeling voor die datum in werking treedt, worden de administratieve lasten voor de toegelaten instellingen verminderd.

Artikelsgewijs

Artikel I

De in artikel 5, tweede lid, van de Tijdelijke regeling DAEB opgenomen plicht voor toegelaten instellingen om het bouwen van maatschappelijk vastgoed als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Tijdelijke regeling DAEB en het treffen van voorzieningen aan dergelijk vastgoed en de onroerende en infrastructurele aanhorigheden aan te besteden volgens de richtlijn 2004/18/EG van de Europese Commissie (hierna: aanbestedingsrichtlijn) indien de werkzaamheden een bedrag van € 4,845 miljoen exclusief omzetbelasting te boven gaan, komt te vervallen. Hiertoe is besloten om een administratieve lastenverlichting voor toegelaten instellingen door te voeren.

Voor implementatie van het besluit C(2009)9963 van 15 december 2009 van de Europese Commissie betreffende de steunmaatregelen E 2/2005 (bestaande steun) en N 642/2009 (bijzondere projectsteun) is aanbesteding volgens de aanbestedingsrichtlijn niet strikt noodzakelijk.

Los hiervan geldt ook op grond van de aanbestedingsrichtlijn zelf geen Europese aanbestedingsplicht, aangezien toegelaten instellingen niet aan te merken zijn als aanbestedende diensten, meer specifiek als publiekrechtelijke instellingen als bedoeld in artikel 1, onder q en r, van de aanbestedingsrichtlijn. Hierop is dieper ingegaan in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Kamerstukken II 2010/2011, 32 769, nr. 3, p. 20–21).

De aanbestedingsplicht voor maatschappelijk vastgoed voor woningcorporaties, bedoeld in artikel 5 van de Tijdelijke regeling DAEB, zal als zodanig wel blijven gelden. Dit betekent dat toegelaten instellingen meer vrijheid krijgen in de keuze van de aanbestedingsvorm (Europees, openbaar of onderhands). De Tijdelijke regeling DAEB stelt hieromtrent geen nadere regels meer.

Artikel II

Met het laten vervallen van hoofdstuk 5.9 van bijlage II bij het Bbsh over de verantwoording van de aanbestedingsplicht voor maatschappelijk vastgoed wordt een administratieve lastenverlichting beoogd. Verantwoording over de aanbestedingsplicht wordt geïntegreerd in de jaarlijkse accountantscontrole. De accountant zal jaarlijks toetsen op de naleving van de aanbestedingsplicht, welke onderdeel zal zijn van de accountantsverklaring.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven