ARTIKEL I
Aan artikel 72 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. In afwijking van het vierde lid worden de in de reisdocumentenadministratie opgenomen vingerafdrukken, bedoeld in artikel
28a, bewaard tot het moment dat de uitreiking van het aangevraagde reisdocument dan wel de reden voor het niet uitreiken daarvan,
in het reisdocumentenstation is geregistreerd.
ARTIKEL II
Aan artikel 82 van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. In afwijking van het vierde lid worden de in de reisdocumentenadministratie opgenomen vingerafdrukken, bedoeld in artikel
42a, bewaard tot het moment dat de uitreiking van het aangevraagde reisdocument dan wel de reden voor het niet uitreiken daarvan,
in het reisdocumentenstation is geregistreerd.
ARTIKEL III
Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling eindigt de in artikel 72, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001 en in artikel 82, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 genoemde bewaartermijn van
gegevens, voor zover het betreft de vingerafdrukken die in de reisdocumentenadministratie zijn opgenomen in verband met reisdocumenten
die voor dat tijdstip zijn uitgereikt.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
In de reisdocumentenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen die bij de aanvraag van een reisdocument van een aanvrager
worden verlangd. Naast personalia als naam en geboortedatum betreft dit ook de foto en de vingerafdrukken die van betrokkene
worden opgenomen. Het bewaren van deze gegevens in een reisdocumentenadministratie heeft met name tot doel om bij de aanvraag
van een nieuw reisdocument na te kunnen gaan of er al eerder een reisdocument aan betrokkene is verstrekt en of de daarbij
destijds opgenomen gegevens overeenkomen met de nieuwe gegevens. Ook kan bij een vermoeden van fraude met een reisdocument
worden geverifieerd of de daarin vermelde gegevens overeenkomen met de in de reisdocumentenadministratie opgenomen gegevens.
Sinds juni 2009 worden vingerafdrukken opgenomen in de reisdocumenten en in de reisdocumentenadministratie. In het licht van
de tot dusver beperkte voortgang van de technische ontwikkeling is geconcludeerd dat gebruik van de vingerafdrukken voor doeleinden
van verificatie en identiteitsvaststelling niet mogelijk is zonder een te hoog percentage gevallen waarin een ‘misser’ wordt
aangegeven bij een rechtmatige houder van het reisdocument. Om die reden is geoordeeld dat het beter is om voor nu te stoppen
met de opslag van de vingerafdrukken in de decentrale reisdocumentenadministratie.1 Als uitvloeisel van deze beslissing wordt een wijziging van de Paspoortwet voorbereid, waardoor de wettelijke grondslag om
vingerafdrukken in de reisdocumentenadministratie op te slaan, komt te vervallen vanaf het moment dat een reisdocument is
uitgereikt of definitief niet meer wordt uitgereikt.
In afwachting van de wijziging van de Paspoortwet wordt in de Paspoortuitvoeringsregelingen de bewaartermijn van dit persoonsgegeven
gewijzigd. Het beëindigen van de bewaartermijn betekent dat raadpleging of verstrekking van de desbetreffende vingerafdrukken
niet meer aan de orde is. De verwijdering van deze persoonsgegevens dient te geschieden met inachtneming van de bepalingen
van de Archiefwet. In de praktijk gebeurt dit door de digitaal opgeslagen vingerafdrukken uit de decentrale reisdocumentenadministraties
te verwijderen. Daarvoor moet de programmatuur van het reisdocumentenstation worden aangepast. Zodra de aanpassing van deze
programmatuur gereed is, zal de verwijdering ter hand worden genomen. Voorafgaand aan de wijziging van de programmatuur voor
de verwijdering van de vingerafdrukken zal vanaf het moment van inwerkingtreding van deze regeling programmatuur worden uitgerold
om ervoor te zorgen dat de vingerafdrukken die voor nieuwe aanvragen zijn opgenomen niet meer in de administratie kunnen worden
geraadpleegd. De betrokken instanties zullen daarover nog nader worden geïnformeerd.
Verkorting van de bewaartermijn in het aanvraag- en uitgifteproces
De regeling voorziet in de eerste plaats in een verkorting van de bewaartermijn van de vingerafdrukken die in het kader van
een aanvraag voor een reisdocument worden opgenomen in de reisdocumentenadministratie. Artikel 72 van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001 en artikel 82 van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 zijn uitgebreid met een vijfde lid. Daarin
wordt geregeld dat in tegenstelling tot de andere gegevens die in de reisdocumentenadministratie zijn opgenomen, waarvoor
een bewaartermijn geldt van 11 jaar, de opgenomen vingerafdrukken worden bewaard tot het moment dat de uitreiking van het
aangevraagde reisdocument dan wel de reden voor het niet uitreiken daarvan, in het reisdocumentenstation is geregistreerd.
De noodzaak om tot uitreiking van het reisdocument de opgenomen vingerafdrukken te bewaren houdt verband met de wijze waarop
het aanvraag- en uitgifteproces is ingericht. Indien het reisdocument, bijvoorbeeld als gevolg van beschadiging tijdens het
transport of de opslag, niet kan worden uitgereikt, kan met de nog aanwezige aanvraaggegevens, waaronder de vingerafdrukken,
een heraanvraag worden gedaan. Het is dan niet nodig dat de aanvrager opnieuw een aanvraag indient, waarbij weer vingerafdrukken
zouden moeten worden opgenomen. Op het moment dat de uitreiking van het reisdocument wordt geregistreerd in het reisdocumentenstation
is er geen behoefte meer om de vingerafdrukken nog langer te bewaren en eindigt de bewaartermijn.
Het bewaren van de bij de aanvraag opgenomen vingerafdrukken is ook niet meer nodig als duidelijk is dat er geen uitreiking
van het reisdocument meer zal plaatsvinden. Dat kan al het geval zijn wanneer is besloten de aanvraag buiten verdere behandeling
te laten wegens het niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden voor een aanspraak op het reisdocument of wanneer het reisdocument
wordt geweigerd op een van de gronden voor weigering of vervallenverklaring die in de Paspoortwet zijn opgenomen. Het is echter
ook mogelijk dat een reisdocument is verstrekt en gereed ligt voor uitreiking, maar niet wordt opgehaald door de aanvrager.
Op grond van artikel 42, vierde lid, van de Paspoortwet wordt een reisdocument dat niet binnen drie maanden nadat het voor
uitreiking beschikbaar is gesteld, door de aanvrager in ontvangst is genomen, door de daartoe bevoegde autoriteit definitief
aan het verkeer onttrokken. Al deze omstandigheden zijn redenen voor het niet uitreiken van het aangevraagde reisdocument.
Zodra een dergelijke reden in het reisdocumentenstation is geregistreerd, bestaat er geen noodzaak meer om de opgenomen vingerafdrukken
nog langer te bewaren.
Verkorting van de bewaartermijn bij reeds uitgereikte reisdocumenten
In de brief van 19 mei 2011 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal2 is aangekondigd dat ook de vingerafdrukken die sinds juni 2009 zijn opgeslagen in de reisdocumentenadministratie daaruit
zullen worden verwijderd. Daartoe is in deze regeling vastgelegd dat de in artikel 72, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001 en in artikel 82, vierde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 genoemde bewaartermijn van
gegevens eindigt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, voor zover het betreft de vingerafdrukken die in
de reisdocumentenadministratie zijn opgenomen in verband met reisdocumenten die voor dat tijdstip zijn uitgereikt.
Gelet op de in de brief van 19 mei 2011 gedane toezegging aan de Tweede Kamer om op korte termijn de bewaartermijn voor vingerafdrukken
te wijzigen, treedt deze regeling in afwijking van de vaste inwerkingtredingdata in werking met ingang van de dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.P.H. Donner.