Bekendmaking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juni 2011, IVV/FB/2011/8641, betreffende herziening van de normen en bedragen genoemd in de Wet investeren in jongeren met ingang van 1 juli 2011

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

maakt op grond van artikel 43, vierde lid, van de Wet investeren in jongeren bekend, dat met ingang van 1 juli 2011 in de Wet investeren in jongeren:

  • 1. in artikel 26 «€ 227,00» wordt herzien in: € 228,04; «€ 656,93» in: € 659,93;

  • 2. in artikel 27 «€ 489,77» wordt herzien in: € 492,01; «€ 919,70» in: € 923,90;

  • 3. in artikel 28, eerste lid, «€ 454,00» wordt herzien in: € 456,08; «€ 883,93» in: € 887,97; en «€ 1.313,85» in: € 1.319,85;

  • 4. in artikel 28, tweede lid, «€ 716,77» wordt herzien in: € 720,05; «€ 1.146,70» in: € 1.151,94 en «€ 1.313,85» in: € 1.319,85;

  • 5. in artikel 29, eerste lid, «€ 292,57» wordt herzien in: € 293,92 en «€ 455,06» in: € 457,15;

  • 6. in artikel 30, tweede lid, «€ 262,77» wordt herzien in: € 263,97.

’s-Gravenhage, 10 juni 2011

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

TOELICHTING

Het wettelijk minimumloon is met ingang van 1 juli 2011 vastgesteld op € 1.435,20 per maand. Als gevolg hiervan wijzigen tevens de normen, genoemd in de Wet investeren in jongeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen,

I.D. Nijboer.

Naar boven