Wijziging Regeling Onderzoeksraad voor veiligheid

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op Richtlijn nr. 2009/18/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de scheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 131), alsmede op de artikelen 29, 44 en 55, vijfde lid, van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid en 13 van het Besluit Onderzoeksraad voor veiligheid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Onderzoeksraad voor veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel p wordt geletterd tot q.

2. Er wordt na onderdeel o een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • p. richtlijn 2009/18/EG: richtlijn nr. 2009/18/EG van het Europees Parlement en van de Raad van Europese Unie van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de scheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 131);.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Een melding als bedoeld in het eerste lid doet de raad tevens toekomen aan de Europese Commissie, met inachtneming van bijlage II van richtlijn 2009/18/EG.

  • 3. Indien de raad preventieve maatregelen door de Europese Commissie noodzakelijk acht, meldt hij dit onverwijld aan de Commissie.

C

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

Het rapport betreffende een scheepvaartongeval of een scheepvaartincident met een zeeschip wordt opgesteld met inachtneming van bijlage I bij richtlijn nr. 2009/18/EG.

D

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en vijfde lid wordt ‘de Commissie van de Europese Gemeenschappen’ vervangen door: de Europese Commissie.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. In geval van een onderzoek betreffende een scheepvaartongeval, met inbegrip van een ongeval met een ro-ro-veerboot of een hogesnelheidspassagiervaartuig, of een zeevaartincident met een zeeschip, zendt de raad tevens een afschrift van zijn rapport aan de Europese Commissie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

TOELICHTING

Algemeen

Richtlijn nr. 2009/18/EG van het Europees Parlement en van de Raad van Europese Unie van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de scheepvaartsector en tot wijziging van de Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 131) noopt tot aanpassing van de nationale regelgeving. De Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid en het Besluit Onderzoeksraad voor veiligheid zijn inmiddels gewijzigd. Als sluitstuk van de implementatie is nu ook de Regeling Onderzoeksraad voor veiligheid aangepast. Het is een beperkte aanpassing, die was aangekondigd in de implementatietabel bij het Besluit van 16 december 2009, houdende wijziging van het Besluit Onderzoeksraad voor veiligheid in verband met de implementatie van internationale onderzoeksverplichtingen met betrekking tot het uitvoeren van onafhankelijk onderzoek naar scheepvaartongevallen (Stb. 2009, 559).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Voor de leesbaarheid is de volledige aanduiding van de richtlijn waarnaar twee maal wordt verwezen, opgenomen in artikel 1 van de regeling.

Artikel I, onderdeel B

Artikel 17, derde lid, van de richtlijn bepaalt dat meldingen over ongevallen en incidenten moeten worden gedaan in bijlage II bij de richtlijn voorgeschreven wijze. Dit voorschrift is nu opgenomen in het tweede lid (nieuw) van artikel 6 van de regeling.

Indien de Onderzoeksraad van mening is dat de Europese Commissie ter voorkoming van nieuwe ongevallen dringend maatregelen moet nemen, moet de raad dit onverwijld melden, op grond van artikel 16 van de richtlijn. Deze verplichting is nu opgenomen in het derde lid (nieuw) van artikel 6.

Artikel I, onderdeel C

De elementen die stonden vermeld in artikel 15 van de regeling, mogen verondersteld worden deel uit te blijven maken van het rapport, nu immers bijlage I van de richtlijn – zij het soms in wat algemenere bewoordingen – op dezelfde elementen betrekking heeft.

Artikel I, onderdeel D

In lijn met de per 11 mei 2011 gewijzigde Aanwijzigen voor de regelgeving is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 17, eerste en vijfde lid, van de regeling, de aanduiding van de Europese Commissie te actualiseren.

De aanpassing van artikel 17, vierde lid, vloeit voort uit artikel 14, derde lid, van de richtlijn, dat voorschrijft dat een afschrift van het onderzoeksrapport van de nationale onderzoeksinstantie aan de Europese Commissie wordt gezonden. Artikel 17, derde lid, bepaalt dat een afschrift wordt gezonden aan de Internationale Maritieme Organisatie. Die verplichting blijft ongewijzigd. De verplichting uit de richtlijn is nu opgenomen in het vierde lid van artikel 17, dat al bepaalde dat van een rapport over een scheepvaartongeval met een  ro -ro-veerboot of een hogesnelheidspassagiervaartuig een afschrift aan de Europese Commissie wordt gezonden. Die verplichting geldt nu over de volle breedte.

Artikel II

Omdat dit besluit strekt ter implementatie van een richtlijn, en de implementatieperiode vrijwel is verstreken, is bij de inwerkingtreding afgeweken van het uitgangspunt van de vaste verandermomenten.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten.

Naar boven