Verkeersbesluit betreffende instelling maximumsnelheid op rijksweg A200 in de gemeente Haarlem en Haarlemmerliede en Spaarnwoude

10 juni 2011

Nr. RWS DNHWVK2011/2800

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

het wegendistrictshoofd, het hoofd van het wegendistrict Alkmaar van de Rijkswaterstaat (adres: Kanaaldijk 301, Postbus 8155, 1802 KD Alkmaar).

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Belangenafweging en motivering

De rijksweg A/N200 begint en eindigt op de met verkeerslichten geregelde kruisingen in de bebouwde kommen van Halfweg (km 6.0) en Haarlem (km 11.8) met een snelheid van 50 respectievelijk 70 km/uur. De overgang van een autosnelweg van 120 km/u naar de bebouwde kom is daarmee groot en verkeersonveilig. Daarnaast is deze rijksweg relatief kort en is er na openstelling van de spitsstrook op de aansluitende rijksweg A9 vooral ter hoogte van de brug over de Liede regelmatig sprake van congestie en wordt het zicht belemmerd door een brug en viaduct, wat extra risico op kop-staart botsingen met zich meebrengt.

Tevens is er sprake van drie aansluitingen op een afstand van 4,5 km en zijn er bushaltes op de hoofdrijbaan aanwezig. Door het grote snelheidsverschil tussen invoegend en doorgaand verkeer ontstaat er turbulentie waardoor de doorstroming verslechterd.

Daarnaast wordt verwacht dat door het terugbrengen van de maximumsnelheid op de in dit verkeersbesluit genoemde weggedeeltes deze route tussen Amsterdam en Haarlem minder aantrekkelijk zal zijn als doorgaande route wat de leefbaarheid en veiligheid langs de N200 in Halfweg zal verbeteren.

Uit het oogpunt van het verzekeren van de veiligheid en de doorstroming van het verkeer op de rijksweg A200 is het daarom noodzakelijk op de rijksweg A200 op de rijbaan vanuit Amsterdam tussen hm 6.775 en 10.850 en op de rijbaan vanuit Haarlem tussen hm 10.750 en 7.125 een maximumsnelheid van 100 km/u in te stellen.

In overeenstemming met artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen op het gebied van het wegverkeer is overleg gepleegd met de Korpschef van de Regiopolitie Kennemerland.

Het betrokken weggedeelte is in beheer bij het Rijk en is gelegen in de gemeente Haarlem en Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

Besluit:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik:

  • I. door plaatsing van borden A1 aan te geven dat op de A200 tussen hm 10.850 en 6.775 in de richting van Haarlem en tussen hm 10.750 en 7.125 in de richting van Amsterdam een maximumsnelheid van 100 km/u geldt.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

namens deze:

Het hoofd van het wegendistrict Alkmaar,

C.E. Mak.

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van de Regionale dienst van Rijkswaterstaat Noord-Holland, Postbus 3119, 20001 DC Haarlem.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit, waartegen het bezwaar is gericht en

  • d. de gronden van het bezwaar.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de president van de rechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en adres van de verzoeker;

  • b. de dagtekening;

  • c. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd.

Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Indien het bezwaar- en/of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Afschrift van dit verkeersbesluit is verzonden aan:

Regiopolitie Kennemerland, Postbus 57, 2000 AB Haarlem;

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem; Postbus 511, 2003 PB Haarlem;

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Postbus 83, 1160 AB Zwanenburg.

Naar boven