Reglement Adviescommissie Toetsing Inschrijvingsvoorwaarden

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verder te noemen de Raad,

In aanmerking nemend artikel 8 van de Wet op de rechtsbijstand;

Besluit:

Een commissie in te stellen voor de advisering over de toepassing van artikel 17, tweede lid van de Wet op de rechtsbijstand, alsmede de samenstelling en werkwijze van deze commissie als onderstaand vast te stellen.

Utrecht, 24 mei 2011

P.J.M. van den Biggelaar.

J. Wijkstra.

Taak

Artikel 1

De Adviescommissie Maatregelen Inschrijving, hierna te noemen ‘de Commissie’, heeft tot taak het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de Raad) op zijn verzoek te adviseren over een voornemen van het bestuur om artikel 17, tweede lid, van de Wrb toe te passen.

Samenstelling

Artikel 2

  • 1. De Commissie bestaat uit minimaal drie leden en drie plaatsvervangende leden.

  • 2. Tot lid van de Commissie zijn benoembaar advocaten, voor te dragen door de Nederlandse Orde van Advocaten.

  • 3. De leden van de Commissie worden op persoonlijke titel bij besluit door de Raad benoemd en ontslagen.

  • 4. Alle Commissieleden zijn in de uitoefening van hun taak onafhankelijk, en functioneren in zoverre zonder last of ruggespraak.

Artikel 3

  • 1. De leden van de Commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. Aftredende leden zijn éénmaal herbenoembaar voor een nieuwe periode van vier jaar.

  • 3. De Commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

Artikel 4

De Commissie wordt bij de uitoefening van haar taken ondersteund door een secretaris. De secretaris is geen lid van de Commissie. De Raad benoemt de secretaris. Bij ontstentenis wijst de Raad een fungerend secretaris aan.

Artikel 5

De leden van de Commissie, haar secretaris, en zij die de Commissie administratief ondersteunen, zijn verplicht tot geheimhouding van alle hen in het kader van hun werk voor de Commissie bekend geworden gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden.

Werkwijze

Artikel 6

  • 1. Zodra de Raad het voornemen heeft jegens een bij de Raad ingeschreven advocaat toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 17, tweede lid van de Wet op de rechtsbijstand, stelt hij (de secretaris van) de Commissie daarvan op de hoogte.

  • 2. De secretaris zendt het op schrift gestelde voornemen aan de betreffende advocaat en stelt hem in de gelegenheid binnen vier weken hierop zijn zienswijze naar voren te brengen.

Artikel 7

  • 1. Na ontvangst van de zienswijze of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, stelt de secretaris een datum voor de hoorzitting vast.

  • 2. De hoorzitting vindt in beginsel plaats binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3. Op de hoorzitting kunnen de Raad en de advocaat een toelichting geven bij hun standpunt.

  • 4. De betrokken advocaat kan zich laten bijstaan door een derde.

  • 5. Van de hoorzitting wordt een verslag opgesteld, dat bij het advies wordt gevoegd.

Artikel 8

  • 1. De commissie adviseert binnen vier weken na datum hoorzitting over de voorgenomen maatregel. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd met vier weken. De betrokken advocaat en de Raad worden hiervan op de hoogte gesteld.

  • 2. De Commissie toetst of sprake is van een situatie waarin toepassing gegeven kan worden aan het bepaalde in artikel 17, tweede lid van de Wet op de rechtsbijstand.

  • 3. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat een zorgvuldige en redelijke belangenafweging niet kan leiden tot de voorgenomen maatregel, adviseert zij of en zo ja welke maatregel wel in verhouding staat tot de ernst en de schaal van de overtreding.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de fungerend voorzitter van de Commissie.

Artikel 9

De Raad verschaft de Commissie op haar verzoek alle informatie die zij voor de advisering redelijkerwijs nodig kan hebben.

Artikel 10

Elk van de leden van de Commissie kan zich verschonen op grond van feiten of omstandigheden, waardoor zijn onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

Artikel 11

  • 1. De Raad neemt binnen vier weken na ontvangst van het advies een besluit.

  • 2. Tegen een besluit van de Raad kan binnen zes weken na verzending van het besluit een bezwaarschrift bij Raad worden ingediend.

Slotbepalingen

Artikel 12

Voor hun advieswerk ontvangen de commissieleden vacatiegeld en een reiskostenvergoeding zoals die op grond van de door de Raad gehanteerde normen zijn vastgesteld.

Artikel 13

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de Raad, nadat de Commissie terzake haar opvatting te kennen heeft gegeven.

TOELICHTING BIJ HET REGLEMENT ADVIESCOMMISSIE TOETSING INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN

Krachtens artikel 17, tweede lid van de Wrb kan het bestuur van de Raad in de daar genoemde gevallen besluiten de inschrijving van een bij de Raad ingeschreven advocaat door te halen. Blijkens de Memorie van Toelichting bij de wijziging van het tweede lid van artikel 17 is het de bedoeling dat een commissie van advocaten-deskundigen de Raad adviseert in geval de Raad toepassing wil geven aan genoemde bepaling (Kamerstukken II 2000–2001, 27 553, nr. 3, p. 6).

Al geruime tijd functioneren adviescommissies op het gebied van het asiel- en vluchtelingenrecht. Deze adviescommissies zijn onlangs omgevormd tot een landelijke adviescommissie.

Het bestuur van de Raad wenst naast deze adviescommissie een tweede adviescommissie in te stellen die zich zal richten op alle andere gevallen waarin de Raad doorhaling van de inschrijving overweegt.

Dit reglement regelt de samenstelling en de werkwijze van deze commissie.

Artikelsgewijze toelichting.

In artikel 1 wordt de taak van de commissie omschreven. Er is gekozen voor een zo ruim mogelijke omschrijving, dat de commissie desgevraagd kan adviseren in alle gevallen waarin een mogelijke doorhaling van de inschrijving van een advocaat aan de orde is.

Artikelen 2–5

De commissie bestaat conform de wens van de wetgever uit advocaten. De ondersteuning wordt verzorgd door een secretaris die in dienst is van de Raad.

Artikelen 6–11

In deze artikelen wordt tot uiting gebracht dat de commissie adviseert op verzoek van de Raad. Zowel de Raad als de advocaat hebben de mogelijkheid hun visie mondeling toelichten.

Naar boven